Partijvoorzitter Selçuk Öztürk van DENK stopt ermee. Als reden geeft hij de hoge werkdruk op. Datzelfde motief voerde fractieleider Tunahan Kuzu aan toen hij op 22 maart liet weten zijn functie neer te leggen. Toen bleek al snel dat het niet klopte. Kuzu hield er destijds helemaal niet mee op omdat hij het allemaal te zwaar vond worden, maar omdat hij door Öztürk gechanteerd werd. Kuzu had een buitenechtelijke affaire gehad met een medewerkster en dat vond de DENK-voorzitter (tevens Kamerlid) Öztürk niet kunnen. Vooral ook omdat Kuzu zich daarbij schuldig gemaakt zou hebben aan ‘grensoverschrijdend gedrag’.
Ook in het geval van Öztürk is zijn verklaring over de lange werkweken (‘soms 80 uur’) hoogstwaarschijnlijk een smoesje. Veel plausibeler is het dat de partijvoorzitter door de twee andere Kamerleden van DENK onder druk is gezet om ontslag te nemen.
Eerder had hij de opvolger van Kuzu als fractievoorzitter, Farid Azarkan, de partij uit willen kieperen nadat die eiste dat het partijbestuur (inclusief Öztürk) zou opstappen. Azarkan bleef echter zitten en kreeg steun van Kuzu.
Het ging bij DENK dus om niets anders dan om een pure machtsstrijd. Een strijd die Öztürk kennelijk verloren heeft, want die haakt nu af als voorzitter. Hij blijft wel nog tot de verkiezingen Tweede Kamerlid, want formeel hebben de drie fractieleden zich een paar weken terug verzoend. Kuzu vertrekt bij de verkiezingen overigens ook, zodat van de huidige fractie alleen nog Azarkan overblijft. Dat wil zeggen: mocht die herkozen worden. Na al het onverkwikkelijke geruzie van de afgelopen maanden lijkt het mij stug dat iemand nog op DENK zou willen stemmen, maar in de peilingen staat de partij toch nog op 1 à 2 zetels.
DENK begon in de vorige kabinetsperiode toen Kuzu en Öztürk na een knallende aanvaring met vicepremier Lodewijk Asscher de PvdA-fractie verlieten en traditiegetrouw hun zetels meenamen. In de aanloop naar de verkiezingen boden ze nog even onderdak aan de in Suriname geboren Sylvana Simons, maar die samenwerking eindigde eveneens in een hooglopend conflict. DENK richtte zich vervolgens hoofdzakelijk op moslimmigranten. Veel baat bij de partij heeft deze doelgroep nog niet gehad. In de praktijk vielen de DENK-Kamerleden vooral op door agressief geschreeuw en wild om zich heen trappen.
In zijn afscheidsspeech tijdens een (vanwege de coronacrisis kleinschalig) partijcongres zei Öztürk gisteren: “Mensen komen en gaan, maar het gedachtegoed van DENK zal altijd blijven bestaan.” Wat mij betreft: dat is niet te hopen.