Historici komen tot op de bodem van religieus gemotiveerd geweld in Europa
Historici uit Mainz hebben onderzocht hoe conflicten tussen staat en religie in de 19e eeuw werden bestreden met behulp van methoden die soms gewelddadig waren. De belangrijkste resultaten worden nu gepubliceerd in een dik eindvolume.
Ongeveer 110 jaar geleden kocht een Fransman een huis in een klein dorp in het zuiden van Bretagne. Hij was niet gelukkig omdat het gebouw tot de katholieke parochie behoorde tot de strikte scheiding van staat en kerk werd ingevoerd en was geveild. De vrome dorpelingen gooiden door de ramen van de nieuwe buurman, vielen hem in de open straat aan en verbrandden stro-poppen van hem. Uiteindelijk werd de koper ziek. En toen de priester hem een christelijke begrafenis wilde ontzeggen, verkocht hij het huis kort voor zijn dood terug aan de parochie.
“Er waren rellen voor een jaar”, zegt historicus Eveline Bouwers van het Mainz Institute for European History. In de afgelopen jaren heeft ze bergen oude politie- en administratieve dossiers gelezen om de relatie tussen geweld en religie in de 19e eeuw te onderzoeken. Samen met andere wetenschappers onderzocht ze waarom conflicten tussen de staat en de kerk escaleerden in sommige Europese landen. De resultaten van meerdere jaren onderzoek zijn samengevat in het recent gepubliceerde werk “Religieuze worstelingen – katholieken en geweld in de 19e eeuw”.
“In de tweede helft van de 19e eeuw nam het fysieke geweld aanzienlijk toe”, aldus Bouwers. De ontwikkeling was bijzonder ingrijpend in België, waar het geschil over secularisatie al meer dan 50 jaar “op de weg” was. Vooral de Belgische bisschoppen hebben de situatie verergerd door een compromisloze houding aan te nemen. Na een controversiële hervorming van de school hadden ze niet alleen de opdracht gegeven om de sacramenten aan de leraren van staatsscholen te weigeren, maar ook aan alle kinderen en hun ouders.
Angst voor een burgeroorlog
Katholieke kranten oordeelden vervolgens tegen de ‘Vrijmetselaars’ aan de macht, anti-kerkelijke Belgen vielen steeds vaker religieuze processies aan. Toen gendarmes het vuur op agressieve gelovigen openden en een 20-jarige schoten tijdens de storm van een illegaal geëxploiteerde dorpsschool in 1880, zagen sommige tijdgenoten het land in een burgeroorlog vallen. Elders op het continent nam ook de bezorgdheid over excessen toe. “Ook in Frankrijk was de angst voor de grote ‘Guerre civile’ reëel”, zei Bouwers.
In het Duitse Rijk bleef de situatie tamelijk kalm ondanks de culturele strijd in de Bismarck-periode. Gewelddadige incidenten bleven de uitzondering. In 1876 stuurden de Pruisische autoriteiten soldaten naar Marpingen in Saarland om de bedevaart daar te beëindigen na een reeks vermeende verschijningen van Maria. In de Zuid-Duitse staten werden anti-kerkelijke maatregelen vaak bestreden uit angst dat men “verwend” kon worden.
Geloof niet langer een centrale identificatie
Volgens de historici van Mainz was het feit dat de gruwelen van de voorbije eeuwen, zoals tijdens de Dertigjarige Oorlog, zich niet in dezelfde mate herhaalden, onder andere te danken aan het reeds relatief hoog ontwikkelde civiele en gerechtelijke systeem. Uitbraken van geweld belden meestal onmiddellijk de politie, kopstukken kwamen snel voor de rechter. Bovendien was geloof op dat moment niet langer de centrale identificatie voor mensen. Het aantal mensen dat kon worden gemobiliseerd voor geweld in naam van religie bleef beperkt.
De situatie was anders in andere delen van de wereld, zoals Mexico, waar de regering ook probeerde de invloed van de kerk in de tweede helft van de eeuw te onderdrukken. Daar namen in 1873 vrome katholieken de wapens over, plunderden en moorden door de provincie Michoacán. Ten slotte waren de overwegend inheemse gelovigen ook gericht tegen hun eigen kerkelijke autoriteiten. De opstand van de Mexicaanse “religieuzen” kon pas na enkele jaren worden beëindigd en met de inzet van 5.000 federale soldaten.
“Geweld ontstaat wanneer individuen geweld willen”, zegt de historicus. Europa was hier in de 21ste eeuw niet immuun voor.