Met een schandalige beslissing veroorzaakte het Europese Hof van Justitie begin dit jaar opschudding. Afgaande op het vonnis van afgelopen juni, oordeelden de rechters dat status als ‘vluchteling’ hen beschermt tegen uitzetting, zelfs bij de meest ernstige misdaden, zoals moord of verkrachting, deze beslissing werd snel genomen terwijl half Europa op vakantie was en eigenlijk stiekem buiten de media gehouden werd.
De rechters in Luxemburg, die zich volledig lijken te hebben vergist, hebben als de laatste en hoogste legale EU-autoriteit beslist: geweigerde vluchtelingen mogen ook niet worden gedeporteerd. In principe heeft de intrekking of weigering van asiel op grond van het EU-recht geen invloed op het recht op bescherming krachtens het Vluchtelingenverdrag van Genève en de EU-grondrechten, oordeelde het Europese Hof van Justitie dinsdag in Luxemburg.
De achtergrond hiervan is de klacht van drie asielzoekers aan wie de erkenning door respectievelijk België en Tsjechië werd geweigerd nadat ze waren veroordeeld voor ernstige misdrijven. Het HvJ moet duidelijk maken of de intrekking van de zogenaamde vluchtelingenstatus verenigbaar is met het Vluchtelingenverdrag van Genève en de grondrechten van de Europese Unie.
Volgens het Europese Hof van Justitie (zaak C-391/16, C-77/17 en C-78/17) worden EU-buitenlanders, in dit geval migranten die gerechtvaardigd zijn voor vervolging in hun land van herkomst, automatisch beschouwd als vluchtelingen in de zin van het verdrag Conventie van Genève. Dit geldt ongeacht of deze status volgens het EU-recht een formele juridische status heeft gekregen.
Het mag niet worden gedeporteerd naar een land waar marteling of onmenselijke of vernederende straf wordt bedreigd, ongeacht de ernst van een misdrijf. Het criminele gedrag van de betrokken persoon doet er niet toe. Hier gaat de bescherming door de EU-regels verder dan het vluchtelingenverdrag, zo oordelen de Luxemburgse rechters. In gewone taal betekent het vonnis dat iedereen die als immigrant in een EU-land ernstige misdaden pleegt, wordt beschermd tegen uitzetting, op voorwaarde dat hij plausibel verzekert dat hij in het land van herkomst te maken krijgt met marteling of ander ongemak.
In de onderhavige zaken had Tsjechië een vluchteling uit Tsjetsjenië de zogenaamde vluchtelingenstatus ontnomen na een gevangenisstraf van negen jaar wegens herhaalde overvallen en afpersing . In België werd een Ivoorkust- man veroordeeld tot 25 jaar gevangenisstraf wegens verkrachting van een vierjarige minderjarige en een Congolese man wegens opzettelijke diefstal van moorden . Vluchtelingenherkenning is geweigerd of ingetrokken. Alle drie mannen betwistten aanvankelijk hun vluchtelingenstatus in hun gastlanden en vervolgens voor het Hof van Justitie van de EU.