AstraZeneca-chef: Ons coronavirusvaccin kan oudere mensen langer beschermen dan mRNA-prikken

Pascal Soriot zegt dat het adenovirusvaccin van zijn bedrijf een betere T-celrespons kan opwekken bij ontvangers, vooral als ze ouder zijn.

Het hoofd van AstraZeneca heeft gesuggereerd dat het adenovirusvaccin van het bedrijf een langdurigere bescherming tegen COVID-19 zou kunnen bieden, vooral bij oudere mensen dan de mRNA-vaccins van BioNTech/Pfizer en Moderna.

De Franse CEO Pascal Soriot zei dat dit een reden zou kunnen zijn waarom het VK niet hetzelfde hoge aantal ziekenhuisopnames heeft meegemaakt als Europa, waar het aantal gevallen de afgelopen maanden is gestegen. Maar hij zei dat er meer gegevens nodig waren.

“Het is echt interessant, als je naar het VK kijkt, was er een grote piek van infecties, maar niet zo veel ziekenhuisopnames in vergelijking met Europa”, vertelde hij aan BBC Radio 4 .

“In het VK werd dit vaccin gebruikt om oudere mensen te vaccineren, terwijl men in Europa aanvankelijk dacht dat het vaccin niet werkt bij oudere mensen,” zei hij.

Het hoofd van de farmacie suggereerde dat dit zou kunnen zijn omdat het adenovirusvaccin van AstraZeneca een betere T-celrespons geeft dan mRNA-vaccins.

“De antilichaamrespons is de drijfveer voor de onmiddellijke reactie of verdediging van het lichaam wanneer je wordt aangevallen door het virus,” zei Soriot. “En de T-celreactie duurt iets langer om binnen te komen. Maar het is eigenlijk duurzamer; het duurt langer.”

Het hoofd van de farmacie zei dat het is aangetoond dat het adenovirus COVID-19-vaccin van AstraZeneca T-cellen in hogere mate stimuleert bij oudere mensen.

Terwijl antilichamen aan het virus binden en voorkomen dat het de cellen binnendringt om ziekte te veroorzaken, neemt hun aantal na vaccinatie af na verloop van tijd. Er zijn verschillende soorten T-cellen, of witte bloedcellen, die ook een rol spelen bij het bestrijden van infecties. Sommigen vinden en doden geïnfecteerde cellen, terwijl anderen helpen bij het produceren van speciale antilichamen om delen van het virus aan te vallen.

Geduwd door de vraag of het toenemende aantal ziekenhuisopnames in Europa verband hield met EU-landen die de adenovirus-prik niet bij oudere mensen gebruikten, zei Soriot: “Er is nergens bewijs voor. We weten het niet. Maar we hebben meer data nodig om dit te analyseren en het antwoord te krijgen.”