Vanwege de noodtoestand en de corona-crisis zijn er duizenden mensen die tijdelijk of definitief zijn ontslagen en zijn er duizenden bedrijven en zelfstandigen die hun deuren hebben moeten sluiten. Er is dus veel werkloosheid in Spanje en er zijn heel veel mensen die geen enkele vorm van inkomen hebben. Daarom wordt er gesproken over een basisinkomen ofwel ‘rente básica’.
Een basisinkomen (renta básica) is een gegarandeerd inkomen dat elke burger/inwoner (gedeeltelijk) van de overheid krijgt. Met basisinkomen wordt over het algemeen een onvoorwaardelijk basisinkomen (OBi) bedoeld, waarbij iedere burger hetzelfde krijgt ongeacht over welke overige inkomsten of over welk vermogen hij of zij beschikt.
Er wordt al maanden gesproken over een plan van een basisinkomen, iets dat de partij Unidas-Podemos in haar verkiezingscampagne had staan en iets waarover de huidige (en eerste) coalitieregering van Spanje het eens was gekomen. De PSOE en Unidas-Podemos hadden afgesproken dat in gedurende de komende vier jaar het basisinkomen een realiteit zou worden in Spanje maar de corona-crisis heeft deze plannen versneld.
Armoede
Volgens de minister van Sociale Zekerheid zou een ‘rente básica’ in Spanje bijna alle extreme armoede in Spanje oplossen. 20% van de Spaanse huishoudens heeft te maken met deze extreme armoede (pobreza extrema) en tussen de 20% en 40% met een gemiddelde armoede (pobreza mediana).
Uiteindelijk wordt een basisinkomen ook als een goede investering gezien want het merendeel van dit geld zal besteed worden in de Spaanse winkels en bedrijven wat dus weer goed is voor de economie.
Er is officieel nog niets bekend over de hoogte van een basisinkomen en over wat de eisen zijn om een ‘rente básica’ te ontvangen. Er wordt wel rekening gehouden met het aantal kinderen en of het om een eenoudergezin gaat, aldus de minister. Daar zal de komende weken nog over gepraat moeten worden maar als het aan de minister ligt dan zal de maand juni beginnen met het basisinkomen in Spanje.
Hoogte basisinkomen
In eerdere publicaties werd gesproken over een basisinkomen van tenminste 450 euro, een bedrag dat gebaseerd is op 80% van de ‘Indicador Público de Renta de Efectos Múltiples’ (IPREM), een index die in Spanje wordt gebruikt als referentie voor het toekennen van steun, subsidies of werkloosheidsuitkeringen.
In het oorspronkelijke ‘plan Escrivá’ staat een bedrag vermeld van 430 euro per maand voor die huishoudens die jaarlijks minder dan 2.840 euro verdienen. Daarbovenop zou een extra jaarlijkse bijdrage moeten komen tussen 1.200 en 1.680 euro per kind per jaar. In totaal zou dat een kostenplaatje opleveren van 5,5 miljard euro maar 1,8 miljoen families zouden er profijt van hebben waardoor de armoede tussen de 46% en 60% zou dalen in Spanje.
De vakbonden CCOO en UGT hebben ooit gesproken over een basisinkomen van 426 euro terwijl de politieke partij Unidas-Podemos liever een renta básica ziet van 600 euro. De kans is echter groter dat het om een maandelijks basisinkomen zal gaan van rond de 450 euro. De vraag is of dit bruto of netto zal zijn.
Het idee van een ‘rente básica’ in Spanje werd geopperd door de econoom en huidige minister van Inclusie, Sociale Zekerheid en Migratie (Inclusión, Seguridad Social y Migraciones) José Luis Escrivá Belmonte (onafhankelijk). Hij was tijdens de Mariano Rajoy (PP) regeerperiode tussen 2014-2018 de voorzitter van de onafhankelijke autoriteit voor fiscale verantwoordelijkheid en is sinds 2018 de minister van Inclusie, Sociale Zekerheid en Migratie tijdens de regeerperiode Pedro Sánchez (PSOE).