Vorige week werd aangekondigd dat binnen de ECB een nieuwe inflatiedoelstelling werd overwogen. Het mandaat van de Europese Centrale Bank (ECB) is “monetaire stabiliteit”. Dit wordt in de ECB-toren van Frankfurt opgevat als een monetair beleid dat idealiter resulteert in een jaarlijkse inflatie om en nabij de twee procent. Eén mandaat, en zelfs dat weten ze daar in Frankfurt nog niet te bewerkstelligen…..
Voordat we ons op de Draghi-plannen richten, gaan we eerst dieper in op de status-quo, omdat hier het gezonde verstand zou moeten rebelleren. Inflatiepercentages lager dan, maar bijna twee procent per jaar klinken misschien onschadelijk, maar een langere blik onthult hun vernietigende kracht en hoe het knabbelt aan de monetaire waarde. Als, bijvoorbeeld, gedurende een periode van tien jaar de jaarlijkse inflatie 1,9% bedraagt, resulteert dat in een koopkrachtverlies van bijna 18%. Na twintig jaar is er van de 100 euro nog maar 68 euro over. Wij verstaan toch iets anders onder “stabiliteit”!
Maar dat is niet alles. Want wat meestal niet wordt beschouwd, is het feit dat – uitgaande van een constante vraag naar geld – de koopkracht per eenheid geld zou toenemen met toenemende productiviteit van een economie, met de voortschrijdende internationale arbeidsverdeling en als gevolg van een hogere goederenproductie.
De ECB gaat dit echter samen met de commerciële banken tégen met een gestage uitbreiding van de geldhoeveelheid. Een anderszins toenemende versterking van de koopkracht van geld, die helaas niet kan worden berekend, zou eigenlijk moeten bijdragen aan de officieel aangekondigde inflatie. Misschien ishet fenomeen dat mensen zichzelf rijker wanen dan de gemeten inflatie daar op terug te voeren.
Door een al twijfelachtig monetair beleid af te stemmen op een al even dubieuze consumentenprijsindex, wordt het nog schadelijker. Ten eerste omdat b.v. de prijzen van activa zoals aandelen en onroerend goed niet worden weerspiegeld in de consumentenprijsindex en ten tweede omdat er geen universele prijsindex kan zijn voor alle marktdeelnemers. Een gemiddeld verdienend echtpaar met twee kinderen die dagelijks hun inkomen moeten uitgeven, maand na maand, zal onvermijdelijk meer lijden onder stijgende prijzen dan een single met een hoog inkomen.
Over de negatieve gevolgen van monetaire expansie is al veel geschreven en we noemen hiervoor een tweetal kernwoorden: Cantillon-effect en Boom-Bust cycli – en er moet ook steeds weer op worden gewezen dat deze effecten zich voordoen, zelfs wanneer de geldhoeveelheid wordt verhoogd zonder prijsstijgingen te veroorzaken. Dit maakt het beleid van monetaire stabiliteit bijzonder perfide.
Nu de plannen van de ECB bekend zijn, wordt het volgende hoofdstuk, destructief monetair beleid, geschreven. ECB-president Mario Draghi stelt een “symmetrische inflatiedoelstelling” voor. Dit betekent dat als de inflatie enkele jaren ònder de inflatiedoelstelling ligt, de ECB ook kan toestaan dat de inflatie bóven de inflatiedoelstelling een stijging van de grondstofprijzen inhaalt.
Een dergelijk plan was eigenlijk een kwestie van tijd en je hoeft er niet door te worden verrast. Omdat het gemakkelijk voor te stellen is dat Draghi & Co. al lang verbijsterd is door het argument waarmee het nulrentebeleid kan worden gehandhaafd, zelfs als de prijzen van goederen en diensten duidelijker beginnen te stijgen dan voorheen.
De negatieve effecten van het creëren van geld op de economieën zullen verder worden versterkt voor zover de plannen worden uitgevoerd. En zelfs de spaarders en gepensioneerden zullen nog sterker dan voorheen de portemonnee moeten trekken.
Holger Tschäpitz van “Die Welt” heeft het al uitgerekend:
“Voor spaarders zou een dergelijke wijziging ernstige gevolgen hebben. Dat komt omdat tussen het inflatiedoel en de werkelijke inflatie nu een kloof van zes procent ligt. Als de nieuwe aanpak realiteit wordt, kan de ECB een inflatie van vier procent accepteren voor een periode van drie jaar. In feite zou de inflatiedoelstelling dan worden verhoogd. Met dit argument zouden de monetaire waakhonden nòg meer goedkoop geld in de markten kunnen pompen en de benchmarkrente bij een stijgende inflatie zelfs op nul kunnen houden – of zelfs daar onder.
Het lijkt alsof Draghi een afscheidsgeschenk wil geven aan de ECB. Hoewel hij als president van de ECB de geschiedenis in gaat van de persoon tijdens wiens ambtstermijn er geen renteverhoging is doorgevoerd, wil hij dat de geldsluizen wagenwijd worden opengezet en zijn door de elite aangewezen opvolger (tegen wie nog een rechtszaak loopt) Christine Lagarde met alle middelen een “carte blanche” krijgt.
De vergadering van de ECB bevestigde vorige week opnieuw haar bereidheid om alle instrumenten te gebruiken wanneer de inflatievooruitzichten blijven “verslechteren”. Dat deze instrumenten ook de hervatting van obligatieaankopen omvatten, daarover hoeft er geen twijfel over bestaan.
Niet alleen Europa, de hele wereld heeft een schuldenlast als nooit tevoren. In de afgelopen 20 jaar zijn de schulden van marktdeelnemers wereldwijd gestegen van ongeveer $ 80 biljoen (80.000 miljard) tot momenteel bijna 250 biljoen US dollar. Deze hoeveelheid schuld is alleen financieel levensvatbaar voor de economieën omdat centrale banken over de hele wereld rentetarieven tot vrijwel nul hebben gemanipuleerd.
Maar het huidige papiergeldsysteem hangt als een drugsverslaafde aan de spuit en heeft, om niet in te storten, steeds weer nieuwe kredieten nodig. De angst bij de centrale banken lijkt groot. En terecht, omdat een blik op Griekenland en de ontwikkeling daar sinds het uitbreken van de crisis, precies zoals in een leerboek staat, laat zien wat de wereld te wachten staat als de bubbel van het papieren geld uiteenspat.
Deskundigen houden er rekening mee dat de rentetarieven in de eurozone nòg verder zullen dalen. Hierdoor zullen er verdere vermogensverliezen optreden. Verschillende economen verwachten dat de Europese Centrale Bank “all-in” gaat.
Ze riskeert alles – wat van ons is.
De rentetarieven zullen uiteindelijk worden geïnterpreteerd als “boeterente”, omdat de rentetarieven zijn bedoeld voor de banken, die hun deposito’s deels bij de centrale bank moeten deponeren. Banken betalen al wat geld, tenminste -0,4%. Als de strafrente toeneemt, kunnen banken niet langer rente over het aan hen toevertrouwde geld betalen. Banken kunnen dan de bankrekeningen van hun klanten, dat wil zeggen uw rekeningen, belasten met nòg meer negatieve rentetarieven dan in het verleden.
Wat we nog meer kunnen verwachten? Levensverzekeringsmaatschappijen zullen minder rendement op hun geld kunnen behalen dan vroeger. Zorgverzekeraars zullen minder geld krijgen op hun deposito’s. Grotere fondsen zullen geld verliezen en spaarders dus belasten met lagere dividenden. En zelfs als belastingbetaler wordt u gevraagd te betalen.
De lage rentetarieven verstoren ook alle reële activaprijzen – dat is de afgelopen jaren wel geblleken. Onroerend goed kan weer relatief duurder zijn dan tegen de helft van de normale rentetarieven. Grond zal duurder zijn. De huurprijzen stijgen – en zelfs aandelenkoersen zullen waarschijnlijk relatief stijgen. Zeer lage rentetarieven leiden tot een stroom van geld, die op zijn beurt uw financiële activa zal devalueren, zelfs via een hogere netto inflatie.
Dit is niet overal zichtbaar, maar de ECB verwacht al stijgende prijzen. Het inflatiepercentage kan dan gerust “asymmetrisch” zijn zeggen ze. Dit betekent – zoals we al schreven – dat de ECB in de toekomst inflatiepercentages van meer dan 2% accepteert.
Zeven jaar na de toespraak van Mario Draghi met zijn “Whatever it takes” moet de Europese Centrale Bank nog steeds nieuwe manieren zien te vinden om haar handelingsbekwaamheid te bevestigen. Die paar woorden zullen worden onthouden als een beslissende stap in de richting van het einde van de eurozone en de EU.
Slechts een paar weken na de toespraak van Draghi in Londen kondigde de ECB het raamwerk aan van een nieuw instrument – het Outright Monetary Transaction (OMT -programma. Simpel gezegd: OMT stelt de ECB in staat in te grijpen om een lidstaat van de eurozone te ondersteunen in het geval dat de obligatiemarkt van haar overheid onder druk staat door ongepaste speculatie op de markt.
Onder OMT kan de ECB een onbeperkt aantal obligaties kopen om de rente te verlagen. Dat het steunen van lidstaten tegen de “europese grondwet” is, is voor de ECB en de EU geen belemmering.
Twee jaar later zorgde de ECB voor kwantitatieve versoepeling – een enorm programma voor het creëren van een Dagobert Duck-geldpakhuis van 2,6 biljoen (!) euro waarmee de ECB liquiditeit in de markten pompt(e) door particuliere en openbare schulden op te kopen. Kwantitatieve versoepeling was ondenkbaar voordat Draghi aan de macht kwam, omdat veel centrale bankiers en waarnemers dachten dat het in strijd was met het verbod op de monetaire financieringsregels. Overigens moet het Duitse Hooggerechtshof in Karlsruhe zich de komende dagen buigen over deze praktijken (link hier).
Het leiderschap van Draghi, maar OMT en QE zullen zeker opvallen als de twee belangrijkste pijlers die de geloofwaardigheid van de belofte van “alles wat nodig is” ondersteunen (maar juist vernietigend zullen uitwerken). Het ergste is dan ook nog dat die controversiële programma’s door het Europese Hof rechtmatig zijn verklaard. EU-Europese Hof-ECB….. een drieëenheid waartegen niets bestand is.
Met Christine Lagarde, die Mario Draghi in het najaar zal opvolgen, krijgt de ECB een baas die, hoewel een Fransvrouw die al lange tijd hoofd van het Internationaal Monetair Fonds is, wellicht meer van hetzelfde zal doen. Dat zullen politike inspanningen zijn die de marktwerking in toenemende mate zullen ondermijnen. En deze inspanningen zullen ook steeds meer mondiale monetaire allianties vereisen die kunnen eindigen in een mondiale monetaire unie. Hier zien we de financiële inspanningen zich voltrekken die uiteindelijk moeten leiden tot het Vierde Rijk – een Duitsch-Europees Rijk onder een Duitsche führerin.
We besluiten met één “geruststelling”: tegen die tijd is de hele eurozone, de hele EU, èn de hele wereldeconomie, als een kaartenhuis ingestort.