De immense invloed van de farmaceutische industrie werkt via verschillende kanalen, van de enorme lobbybudgetten van Big Pharma tot en met een groot aantal vergaderingen met de EU (wat een bevoorrechte toegang tot de Brusselse machtscentra inhoudt). Het is de praktijk van een draaideur die twee kanten op draait, naar de diepgewortelde levering van “expertise” en het politieke debat, omkaderd door de industrie die zijn belangen niet wil vermengen met die van het publiek, en maximale winst bóven de gezondheid van mensen stelt – daarbij geholpen door de medische wereld en politici. Een ontluisterend artikel over de “redders” ten tijde van de coronapandemie.
De EMA (European Medicines Agency) is verantwoordelijk voor de goedkeuring van vaccins en heeft daarom een erg machtige positie in vaccinland.
Mevrouw Emer Cooke werd medio november vorig jaar benoemd tot voorzitter van de EMA. Zij werd op 25 juni 2020 door de raad van bestuur van het Agentschap voorgedragen als uitvoerend directeur met een hernieuwbaar mandaat van vijf jaar en is de eerste vrouw aan het roer van het EMA. Ze werd benoemd na haar verklaring voor de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI) van het Europees nepparlement op 13 juli 2020. Emer Cooke neemt ook de functie van voorzitter over bij de International Coalition of Medicines Regulatory Authorities (ICMRA), die momenteel wordt geleid door de EMA.
“Ik neem de rol van uitvoerend directeur van EMA op me te midden van een volksgezondheidscrisis van ongekende omvang”, zei Emer Cooke op haar eerste werkdag. “Mijn eerste prioriteit zal zijn om de reactie van het EMA op de pandemie en het werk dat al aan de gang is te stimuleren om de ontwikkeling en goedkeuring van veilige en effectieve COVID-19-vaccins en -behandelingen te ondersteunen.”
Ze benadrukte dat het Agentschap ook andere grote uitdagingen zal moeten aanpakken, waaronder antibioticaresistentie, ondersteuning van nieuwe innovatiegolven en het optimaal benutten van de kansen die digitalisering biedt voor het ontdekken en ontwikkelen van medicijnen.
“De aankondiging van de uitbreiding van het mandaat van EMA [vorige week] is een erkenning van het vertrouwen in ons vermogen om te leveren. Ik kijk ernaar uit om samen te werken met het EU-regelgevingsnetwerk, de Europese Commissie en regelgevende instanties wereldwijd om deze kwesties aan te pakken en de gezondheid van mens en dier verder te bevorderen,” voegde ze er toen aan toe.
Waarom heeft men mevrouw Cooke op deze sleutelpositie gezet? Is het vanwege “30 jaar ervaring in internationale regelgevings-aangelegenheden, waarvan 18 jaar in leidinggevende functies”, zoals de diverse instanties zeggen? Of is het omdat zij jarenlang gewerkt heeft bij één van de grootste lobbygroepen voor de farmaceutische industrie?
In november 2016 werd Emer Cooke aangesteld als hoofd van Regulation of Medicines and other Health Technologies bij Bill Gates’ Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in Genève. In deze rol was mevrouw Cooke verantwoordelijk voor het leiden van het wereldwijde werk van de WHO op het gebied van regulering van gezondheidstechnologieën (medicijnen, vaccins, diagnostiek, vectorbestrijdingsproducten en -apparatuur), het coördineren van de regulerende teams (normen en standaarden, prekwalificatie, versterking van regelgeving) en met lidstaten en internationale partners om de kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid van geschikte gezondheidstechnologieën te waarborgen. Emer Cooke behaalde haar diploma in de farmacie aan het Trinity College in Dublin, Ierland. Ze heeft aanvullende masterdiploma’s in wetenschap en bedrijfskunde, óók van Trinity.
Minstens zo interessant is het feit dat zij In de periode van 1985 tot 1988 werkte in een aantal functies binnen de Ierse farmaceutische industrie vóórdat ze in 1988 als farmaceutisch omderzoekster naar de Ierse regelgevende autoriteit voor geneesmiddelen ging. In 1991 trad ze – en nu wordt het interessant – in dienst bij EFPIA, de Europese federatie van de farmaceutische industrie, als Manager Wetenschappelijke en Regelgevende Zaken in Brussel.
De European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA) vertegenwoordigt de biofarmaceutische industrie die in Europa actief is. Door haar directe lidmaatschap van 36 nationale verenigingen, 39 toonaangevende farmaceutische bedrijven en een groeiend aantal kleine en middelgrote ondernemingen (SME’s), is de missie van EFPIA het creëren van een samenwerkingsomgeving waarin de leden van EFPIA nieuwe therapieën kunnen innoveren, ontdekken, ontwikkelen en leveren. en vaccins voor mensen in heel Europa, en ook bijdragen aan de Europese economie.
De niet-commerciële waakhond Corporate Europe Observatory heeft in het verleden verschillende rapporten gepubliceerd waarin zij laat zien hoe groot de invloed van de farmaceutische lobby in Brussel is. De site Follow the money gaf eerder ook al een inkijkje in het machtige lobbynetwerk van Big Farma in Europa. We citeren uit hun artikel het volgende:
“De farmaceutische industrie heeft ruim zeventien maal zoveel budget om Europese politici te bewerken als alle maatschappelijke organisaties bij elkaar en beschikt daarnaast over ruim drie keer zoveel lobbyisten. Dat blijkt uit het rapport Policy prescriptions; the firepower of the EU pharmaceutical lobby and implicaties for public health dat Corporate Europe Observatory (CEO) afgelopen week publiceerde.
Voor de farmalobby staat bij EU Commissarissen de deur bovendien wagenwijd open, blijkt uit het rapport. Alleen al tussen november 2014 en maart 2015 vonden in totaal 131 besprekingen plaats tussen verschillende EU-commissies en farmaceutische bedrijven, hun vertegenwoordigers bij de grote lobbykantoren en de Europese farma-belangengroep EFPIA. Het rapport is ten vervolg op het eerdere onderzoek naar de farmaceutische lobby door CEO en Health Action International in 2012: Divide & Conquer: A look behind the scenes of the European Union pharmaceutical industry lobby. Daarin beschrijven beide organisaties voor het eerst uitgebreid de omvang van de lobby en de tactieken waarmee beleidsmakers warm gemaakt worden voor de doelen van de industrie.”
Er wordt met miljoenen gesmeten of het niets is, en het zal ons niet verbazen dat er ook het (on)nodige aan de strijkstokken van het EU-orkest blijft hangen.
In de belangenorganisatie EFPIA zijn de farmaceuten ruimschoots (of bijna alleen maar) vertegenwoordigd.
Het bestuur bestaat uit: President: Hubertus von Baumbach (Boehringer Ingelheim), First Vice-President elect: Lars Fruergaard Jørgensen (Novo Nordisk), Second Vice-President non-elect: Olivier Laureau (Servier).
Neem even de tijd om de board-members te bekijken: Carlos Alban (AbbVie), Bill Anderson (Roche), Gabriel Baertschi (Grünenthal), Anders Blanck (LIF), Olivier Charmeil (Sanofi), Alberto Chiesi (Chiesi), Frank Clyburn (MSD), Eric Cornut (Menarini), Richard Daniell (Teva Pharmaceutical Europe), Johanna Friedl-Naderer (Biogen), Murdo Gordon (Amgen), Peter Guenter (Merck), Angela Hwang (Pfizer), Enrica Giorgetti (Farmindustria), Dirk Kosche (Astellas), Jean-Luc Lowinski (Pierre Fabre), Catherine Mazzacco (LEO Pharma), Johanna Mercier (Gilead), Luke Miels (GSK), Oliver O’Connor (IPHA), Stefan Oelrich (Bayer), Giles Platford (Takeda), Antonio Portela (Bial), Iskra Reic (AstraZeneca), Susanne Schaffert (Novartis), Stefan Schulze (VIFOR PHARMA), Kris Sterkens (Johnson & Johnson), Han Steutel (vfa), Alfonso Zulueta (Eli Lilly), en nog een lege zetel van resp. BMS en Almirall.
Voor de goede orde moeten we ook nog de door de raad gesponsorde commissies of werkgroepen (WG’s) noemen die specifieke kwesties of gebieden aanpakken. Er zijn er drie bij de EFPIA: Internationaal (voorzitter: Alfonso G. Zulueta, Eli Lilly and Company); Patiëntentoegang: (voorzitter: Stefan Oelrich, Bayer), (1e ondervoorzitter: Susanne Schaffert, Novartis) en (2e ondervoorzitter: Mike Doustdar, Novo Nordisk); en de derde valt in de categorie Innovatie (ondervoorzitter: Giles Platford, Takeda).
Met zoveel farmaceuten in een belangenorganisatie zou je kunnen zeggen dat zij niet elkaars concurrenten zijn, maar dat hier sprake is van een kartel.
Daarnaast heeft EFPIA een flinke vinger in de pap bij door de EU te verrichten zaken: elk gezondheids- of farmaceutisch beleid dat afkomstig is van de Europese instellingen, zoals biowetenschappelijke strategie, industriebeleid,he European Semester, het Horizon Europa-onderzoeksprogramma, One Health Approach, om maar een paar te noemen, maar ook, farmaceutische, wees- en pediatrische wetgeving, COVID- 19 maatregelen tegen uitbraken. EFPIA volgt ook lopende handelsbesprekingen en wetgevingsdossiers wanneer deze relevant zijn voor de innovatieve farmaceutische industrie (zoals de kaderrichtlijn water, het welzijn van dieren bij wetenschappelijke tests, enz.).
Follow the money: “De afgelopen jaren spant de farmalobby zich hard in voor een aantal onderwerpen. Zo zijn de versterking en uitbreiding van patenten, waarmee medicijnenfabrikanten een langere periode van monopolie kunnen afdwingen op hun producten, regelmatig onderwerp van gesprek. Zo ook het beïnvloeden van regelgeving op het gebied van wetenschappelijke onderzoeksdata. De Europese Commissie heeft de afgelopen jaren maatregelen genomen om de data verkregen bij tests en onderzoek naar medicijnen transparanter te maken. Daar gaat de industrie nu rechtstreeks tegenin. Bijvoorbeeld met voorstellen om dat soort informatie af te schermen voor het publiek en slechts onder strikte voorwaarden prijs te geven, om enkel samenvattingen te publiceren en om onderzoeksdata te laten bestempelen als ‘handelsgeheim’.”
“Veruit de meeste vergaderingen tussen de EFPIA en directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie betreffen het Innovative Medicines Initiative (IMI) – Europa’s grootste publiek-private initiatief. Volgens het rapport is het in feite een verkapte subsidiemachine. Binnen het IMI werkt belangenorganisatie EFPIA namens haar leden samen met de EU om onderzoeksprojecten op te starten waaraan academici en farmabedrijven samen deelnemen. EFPIA heeft binnen het initiatief de positie om doelen en prioriteiten te stellen, onderzoeksonderwerpen te bepalen en budgetten toe te wijzen aan onderzoekers.
De Europese belastingbetaler draait voor 1,6 miljard euro op voor de begroting van het IMI tot 2024. Farmaceutische bedrijven die lid zijn van EFPIA hebben daarnaast in totaal 1,4 miljard euro toegezegd, maar dan in natura: door gratis toegang tot hun laboratoria te geven en hun onderzoekers mee te laten werken aan IMI. Daarmee weet de industrie voor 1,6 miljard euro aan subsidie binnen te hengelen voor research en development, kosten die later nogmaals verhaald zullen worden op de patiënt door ze op te voeren in de prijsbepaling van een medicijn, stelt het CEO-rapport.”
Bij een pandemie wordt de farmaceutische industrie door politici, de gezondheidssector en de mainstream media geprezen als de grote redder; toch gebruikt de industrie de crisis om haar problematische, winstmaximaliserende model vast te zetten. Door te streven naar publiek geld zonder verplichtingen en strengere monopolieregels voor octrooien, zou de verlanglijst van de industrie de toegang tot COVID-19-medicijnen en vaccins kunnen beperken, waardoor de pandemie in naam van winst kan worden verlengd.
Controle over prijzen en toegang mag ons inziens niet in particuliere handen worden gelaten: gezondheid is een mensenrecht.
Het door Follow the money aangehaald Corporate Europe Observatory heeft in een van haar rapportages melding gemaakt van het achterhalen van tientallen documenten (via verzoeken om vrijheid van informatie) – inclusief minuten van wekelijkse telefoontjes tussen de farmaceutische industrie en de Commissie tijdens de pandemie – die laten zien hoe de industrie winst stelt bóven een effectieve pandemische reactie.
De farmaceutische industrie gebruikte haar speciale toegang aanvankelijk om te lobbyen tegen de gezamenlijke aanbesteding van behandelingen in Europa, een instrument dat bedoeld was om te voorkomen dat lidstaten strijden om medicijnen en zo de prijzen opdrijven. Big Pharma heeft ook argumenten gebruikt die rijke landen tegen elkaar opzetten (terwijl de landen met beperkte middelen achterblijven) om lucratieve vooruitkoopovereenkomsten voor potentiële nieuwe vaccins te sluiten, zonder dat de nodige voorwaarden van algemeen belang aanwezig zijn (dit is het soort gezamenlijke aanbesteding dat het graag wil). Nederland is in dit proces méégegaan, net als de meeste landen in de Europese Unie (en de apenrots in Brussel óók). Maar de op angst en schaarste gebaseerde argumenten van de industrie – het aanwakkeren van vaccinnationalisme, het opleggen van strengere controles op intellectueel eigendom – zijn afhankelijk van het aanvaarden van het gebrekkige monopolie-winstmodel dat het wil beschermen en dat de pandemie feitelijk dreigt te verlengen door veel landen niet in staat te stellen behandelingen of vaccins te betalen.
In 2019 onthulde Corporate Europe Observatory hoe de farmaceutische industrie probeert een regulerend en intellectueel eigendomsregime (IP) te behouden dat haar aandeelhouders verrijkt, maar dat leidt tot hoge prijzen en de toegang tot medicijnen beperkt. Dit regime stuurt geneesmiddelenonderzoek en -ontwikkeling (O&O) naar wat het méést winstgevend is, terwijl minder financieel interessante gebieden zoals armoedegerelateerde ziekten en voorbereiding op pandemieën worden verwaarloosd.
Aangezien COVID-19 wereldwijd inmiddels honderdduizenden doden veroorzaakt, verdient de lobby van de farmaceutische industrie – die een sleutelrol speelt bij de ontwikkeling van behandelingen en vaccins – nauwlettend onderzoek. Vragen over macht en winst zijn zelfs nog belangrijker tijdens een wereldwijde noodsituatie op het gebied van de gezondheid, omdat de antwoorden op wie IP, prijzen en toegang controleert, in (verloren gegane) levens kunnen worden vertaald. De pandemie heeft een grotere impact gehad op lagere sociaaleconomische groepen en minderheden en de ziekte (en de maatregelen die zijn genomen om deze te bestrijden) verergeren de bestaande ongelijkheden; Het is van vitaal belang dat behandelingen en vaccins voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn – niet alleen in Europa, maar over de hele wereld.
Veel farmaceutische bedrijven hebben beloofd wereldwijde gezondheid bóven winst te stellen tijdens de pandemie, maar uit documenten die na lange vertragingen zijn vrijgegeven aan het Corporate Europe Observatory, blijkt dat de European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA) heeft gelobbyd tegen een tool die is ontworpen om eerlijke toegang en prijzen voor pandemische behandelingen in Europa te ondersteunen.
Na de uitbraak van de varkensgriep in 2009 heeft de EU een gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst gesloten als reactie op de ongelijkheid in het vermogen van de lidstaten om pandemische vaccins en medicijnen te verkrijgen. Het beoogt te zorgen voor meer “rechtvaardige toegang tot specifieke medische tegenmaatregelen… samen met meer evenwichtige prijzen”. In wezen was het de bedoeling dat samen onderhandelen farmabedrijven ervan zou weerhouden de prijzen te verhogen door lidstaten tegen elkaar uit te spelen. In juli 2020 heeft het Europees nepparlement een resolutie aangenomen waarin werd opgeroepen tot “EU-gezamenlijke aanbesteding voor de aankoop van COVID-19-vaccins en behandelingen, en voor een systematischer gebruik ervan om te voorkómen dat lidstaten met elkaar concurreren en om gelijke en betaalbare toegang tot belangrijke medicijnen en medische hulpmiddelen te verzekeren”.
Maar de transcipt van een telefoongesprek op 9 maart 2020 (een wekelijks gebeuren tijdens de pandemie door EU-gezondheidscommissaris Kyriakides en EU-internemarktcommissaris Breton met de farmaceutische en medische hulpmiddelenindustrie) onthude dat EFPIA zei dat het “deze nieuwe behandelingen zou willen blijven aanbieden via hun gebruikelijke kanalen en niet door gezamenlijke aanbesteding”. De ‘gebruikelijke kanalen’ zijn prijs- en vergoedingsonderhandelingen op nationaal niveau, waardoor farmaceutische bedrijven hogere prijzen kunnen eisen, zonder transparantie over wat door andere landen wordt betaald. Dus de Big Pharma-vereniging gebruikte haar speciale toegang om te lobbyen tégen een mechanisme dat ontworpen is om de rechtvaardige toegang en prijsstelling van pandemische behandelingen in Europa te verbeteren.
Maar als het gaat om potentiële COVID-19-vaccins is gezamenlijke aanbesteding niet zo onaantrekkelijk voor de industrie (zoals EFPIA-subgroep Vaccines Europeaantoont) – zolang het gekoppeld is aan koopovereenkomsten die farmaceutische bedrijven ongelooflijk gunstige voorwaarden bieden.
Dankzij tactieken uit de farmaceutische industrie die zijn ontworpen om de angst aan te wakkeren om min of meer uitgesloten te worden, gecombineerd met de destijds agressieve ‘America First’-benadering van Trump om potentiële COVID-technologieën veilig te stellen (bijvoorbeeld het opkopen van het wereldwijde aanbod van Gilead’s antiviraal geneesmiddel remdesivir), begonnen eerst verschillende EU-lidstaten, en daarna de Europese Commissie, met onderhandelingen over koopovereenkomsten met farmaceutische bedrijven voor miljoenen doses vaccins die al dan niet succesvol blijken te zijn. Over deze lucratieve deals wordt achter gesloten deuren onderhandeld en wordt overheidsgeld gebruikt om financiële risico’s en – zeer zorgwekkend – aansprakelijkheid van farmaceutische bedrijven die COVID-19-vaccins proberen te ontwikkelen, weg te nemen, zonder overeenkomstige voorwaarden van algemeen belang, bijvoorbeeld met betrekking tot prijzen en beschikbaarheid. De farmaceutische industrie blijkt daarin bijzonder geslaagd te zijn.
In augustus 2020 onthulde The Financial Times inderdaad dat Vaccines Europe lobbyde bij de EU voor bescherming tegen rechtszaken en andere claims als er problemen zouden zijn met nieuwe COVID-19-vaccins. Een uitgelekte memo van Vaccines Europe toont aan dat de lobbygroep een “compensatiesysteem” en een “vrijstelling van burgerlijke aansprakelijkheid” eiste. EU-woordvoerders bevestigden dat ze openstonden om vaccinbedrijven te helpen aansprakelijkheidskosten te dekken als er iets misgaat met een COVID-19-vaccin, als onderdeel van de Advance Purchase Agreements (APA’s) waarover werd onderhandeld met farmaceutische bedrijven. Met deze APA’s betalen regeringen vooruit voor vaccins die nog niet volledig zijn ontwikkeld, waardoor mogelijke verliezen worden gedekt.
UIteraard schept een vrijstelling van burgerlijke aansprakelijkheid “een gevaarlijk precedent” en heeft het “het vertrouwen van mensen in vaccins ondermijnd. Overheden hadden de druk van de farmaceutische industrie moeten weerstaan en transparant zijn geweest tegenover haar burrgers. De Europese Commissie had al een deal gesloten met AstraZeneca op het moment dat zij onderhandelde met Johnson & Johnson, CureVac, Moderna, GSK, Sanofi en anderen. We weten inmiddels wàt voor vaccin dat van AstraZeneca is.
Ook in augustus 2020 onthulde een Belgische krant dat voormalig EFPIA-directeur Richard Bergström één van de zeven leden is van het EU-team dat onderhandelt over deze vaccinovereenkomsten met farmaceutische bedrijven. Door Bergström – die al jaren een vooraanstaande lobbyist in de farmaceutische industrie is en momenteel betrokken is bij twee bedrijven (Hölzle Buri & Partner Consulting en PharmaCCX) die diensten verlenen aan Big Pharma – in staat stellen te onderhandelen over deze vaccinovereenkomsten (die de gezondheid van honderden miljoenen burgers aantasten) lijkt een recept voor belangenconflicten. De namen van de zes andere onderhandelaars van de EU-vaccinovereenkomsten met Big Pharma worden angstvallig geheim gehouden.
En nu hebben we dus Emer Cooke, de grote farma-lobbyist, als hoofd van de EMA. Een vrouw die jarenlang lobbyist was voor die farmaceutische bedrijven die nu goedkeuring van hun vaccins aanvragen en er succesvol mee zijn! De vraag rijst dan ook hoe geloofwaardig het Europees Geneesmiddelenbureau überhaupt is – en hoe objectief de vaccins zijn beoordeeld.
Het gebrek aan transparantie over de vaccinonderhandelingen en de overeengekomen contracten – met name wat betreft prijs, het intellectuele eigendom, aansprakelijkheid en andere voorwaarden – is een kwalijke zaak, net als de belangenverstrengelingen van personen en posities binnen de Europese Unie: het algemeen belang moet voorrang krijgen op ‘commerciële vertrouwelijkheid’ tijdens een wereldwijde pandemie, omwille van de patiëntveiligheid, het vertrouwen van het publiek en algemeen vertrouwen in vaccins. Maar dat is niet alles: Europa – door toe te geven aan argumenten die vaccinatie-nationalisme en concurrentie tussen staten voeden – zal de pandemie alleen maar langer laten duren en leiden tot méér verlies aan mensenlevens.
De geschiedenis van het gedrag van de farmaceutische industrie met betrekking tot onder andere hun prijsstelling voor hiv/aids-behandelingen geeft weinig reden tot optimisme dat ze aan hun lot overgelaten kunnen worden in een volksgezondheidscrisis. Winsten worden door hen hoger gewaardeerd dan mensenlevens.
Zo kwamen antiretrovirale middelen voor de behandeling van hiv en aids halverwege de jaren negentig beschikbaar in rijke landen, maar het duurde een decennium van politiek activisme – en miljoenen levens – voordat deze levensreddende behandelingen beschikbaar waren in armere landen. De reden? Dankzij patentmonopolies waren farmabedrijven in staat – en kozen daar bewist voor – ze zó hoog te prijzen (bijvoorbeeld ongeveer € 7.200 per persoon per jaar) dat veel van de zwaarst getroffen landen ze niet konden betalen.
Er is een goed gedocumenteerde geschiedenis van rijke landen die handels- en intellectueel eigendom-regels vormgeven in het belang van hun farmaceutische bedrijven, en ten koste van de toegang tot medicijnen in de arme delen van de wereld. Tenzij een eerlijke toegang tot medicijnen vroegtijdig in steen worden gebeiteld zullen talloze mensen sterven als gevolg van een systeem waarin evenveel kosten in rekening worden gebracht als op de rijkste markten.
Het bedrijfsmodel van Big Pharma met maximale monopoliewinst is eigenlijk een deel is van de reden waarom laden niet beter voorbereid waren in de basiswetenschap rond (coronavirus)vaccins. De waarschijnlijkheid van dit soort pandemieën werd al langere tijd voorspeld, maar de farmaceutische industrie had weinig interesse om zich erop voor te bereiden: onzekere winsten van een toekomstige ziekte-uitbraak kunnen niet concurreren met gegarandeerde winsten uit blockbuster-medicijnen en ‘evergreening’ octrooipraktijken. En het zijn deze strategieën die de winst voor aandeelhouders van farmaceuten maximaliseren (en laten we niet vergeten dat veel farmaceutische bedrijven méér geld uitgeven aan het terugkopen van aandelen en dividenden dan aan onderzoek en ontwikkeling).
Dit is de reden waarom bedrijven (en regeringen) na een eerste onderzoek in de vroege jaren 2000 naar andere uitbraken van het coronavirus – SARS en MERS – hun interesse verloren naarmate de gevallen in aantallen daalden en een winstgevende markt onwaarschijnlijk leek. Daarom bestaat er tot op heden geen (niet-genetisch gemanipuleerd) vaccin (zonder bijwerkingen) voor deze coronavirussen.
De COVID-19-pandemie is een wereldwijde crisis en gezondheid is een universeel mensenrecht. Succesvolle, veilige en effectieve behandelingen en vaccins voor COVID-19 moeten een publiek goed zijn, dat voor iedereen beschikbaar en betaalbaar is. De beloften van farmaceutische bedrijven om het juiste te doen, moeten politici met een flinke korrel zout nemen: zoals uit de voortdurende lobby-inspanningen van de farmaceutische industrie op EU-niveau blijkt gaan particuliere belangen en winsten bóven de volksgezondheid, zelfs tijdens een pandemie.
Er zijn ook signalen dat de farmaceutische industrie wil dat de flexibiliteit van de regelgeving die tijdens de huidige crisis is ingevoerd, en de grotere politieke toegang ervan, de nieuwe norm wordt. EFPIA roept de Europese Commissie op om een forum op hoog niveau voor betere toegang tot gezondheidsinnovatie op te richten. EFPIA zegt dat het forum een “analyse van de grondoorzaken van ongelijke toegang tot en verstrekking van medicijnen voor patiënten” mogelijk zou maken en – in een duidelijk signaal van wiens belangen het zou bevorderen – dat “een analyse zal aantonen dat een effectieve, gerichte het antwoord op de uitdagingen op het gebied van toegang en beschikbaarheid niet ligt in het verminderen van prikkels voor innovatie”.
De (lidstaten van de) Europese Unie laat (bewust?) veel te veel de oren hangen naar Big Pharma, wat ondermeer blijkt uit het feit dat men alleen “gelooft” in de heilzame werking van – genetisch gemanipuleerde – vaccins bij de bestrijding van het coronavirus, terwijl de inzet van bestaande geneesmiddelen die inmiddels ook hun werkzame uitwerking ruischoots hebben bewezen (o.a. ivermectine) niet is toegestaan, zelfs niet objectief wordt onderzocht – waarschijnlijk omdat het middelen betreffen die vrij zijn van patenten en weinig kosten (wat het winstmodel van de farmaceuten ondermijnt). Daarnaast speelt er een verborgen agenda: Big Pharma wil het genetisch manipuleren op mensen (wat tot corona niet was toegestaan) vèrder uitbreiden, en wordt daarbij ruimhartig geholpen door de Europese Commissie, die het “Big Reset” plan van het WEF in sneltreinvaart wil doordrukken.