Het verschil tussen Koningsdag en Prinsjesdag kent Roderik Six, een van onze zuiderburen, eigenlijk niet. Wel vindt hij het ontzettend ondemocratisch om überhaupt een koningshuis te hebben en lijkt hem het ambt van koning al helemáál geen pretje.
Tijdens mijn verblijf in Amsterdam, een paar jaar geleden, ben ik er in geslaagd om tot twee maal toe Koningsdag te missen. Waarschijnlijk moest ik die dag toevallig de stad uit om een belangrijke schrijver te interviewen, of werd ik als belangrijke schrijver zelf geïnterviewd. Het benieuwde me anders wel, vanuit antropologisch perspectief, wat zo’n dag precies inhield. Navraag leverde meestal het volgende relaas op: ‘Wel, ik zwalpte van bierkraampje naar bierkraampje, een sleutelpunt hier, een halfje daar, veel shotjes jenever, en waarschijnlijk heb ik vanop een boot mijn tieten naar het Koninklijk Paleis geflasht, of toch enigszins die richting uit.’
Op Prinsjesdag is het verschil is me niet helemaal duidelijk. Die dag gaat gepaard met allerlei ellenlange nabeschouwingen in kranten en talkshows; politieke observators proberen een belangwekkend zinnetje uit de wollige koninklijke speech te puren, en modespecialisten duiden de baarddracht en de decolleté van respectievelijk vorst en vorstin. In alle ernst. Uren aan een stuk.
Interessant. Koningsdag lijkt dus verrassend veel op de Gentse Feesten, met het verschil dat wij geen royale aanleiding nodig hebben – we hebben echt geen flauw benul waarom we de stad tot een feestzone ombouwen – en ons bacchanaal tien dagen aan een stuk duurt. Qua stamina staan we dus 10-01 voor.
Koning Filip is in het Belgisch huishouden niet meer dan een erfstuk dat sporadisch afgestoft wordt.
In België valt dat soort vorstelijke vieringen nogal tegen. Op de nationale feestdag is er een defilé waar geen kat naar gaat kijken, de vorst geeft een rede die niemand beluistert, en voor de rest blijven de onderdanen lekker een dagje thuis. Beetje in de tuin werken, een barbecue aansteken, eindelijk eens die keukenkast uit rommelen.
Daarnaast hebben we ook nog een Dag van de Dynastie, maar niemand weet wat dat inhoudt. Koning Filip is in het Belgisch huishouden niet meer dan een erfstuk dat sporadisch afgestoft wordt. Hij mag af en toe een lintje doorknippen, bezoekt al eens een ziekenhuis, applaudisseert beleefd als de Rode Duivels Nederland in de pan hakken, en trekt zijn laarzen aan als ergens te lande een beek buiten haar oevers is getreden. Verder biedt hij onderdak aan de regeringsonderhandelaars en prijkt hij op postzegels.
Hier in België zijn vlaggen zeer beladen.
Waarom hebben we die koningshuizen nog?
Het beangstigde me telkens wanneer mijn buren in aanloop naar Koningsdag hun Nederlandse vlag uithingen. Hier in België zijn vlaggen zeer beladen. Hang je een Vlaamse strijdvlag uit, dan associeer je je met collaboratie en racisme. Hang je een Belgische uit, dan denkt iedereen spontaan dat je het kolonialisme van Leopold II goedkeurt. Behalve tijdens het WK voetbal zwaai je beter niet met tricolores.
Misschien is de Nederlandse driekleur niet zo beladen, maar dan nog vind ik het vreemd. Nooit gesnapt waarom iemand trots zou zijn om tot een land te behoren. Toevallig geboren worden binnen een grondgebied kan je geen verdienste noemen. Hoe je daar eigenwaarde uit puurt, is me een raadsel.
Nog vreemder wordt het als je één van die toevallige geboortes als speciaal gaat beschouwen en daar paleizen rond gaat bouwen, en die persoon met uitzonderlijke machten bejegent. Verder mag die persoon rijkelijk op kosten van de staat gedrapeerd in goud en nerts rond paraderen in koetsen terwijl hij ‘zijn’ onderdanen toejuicht, onderdanen die op hun beurt kniebuigingen maken en met kleine vlaggetjes zwaaien. Daarnaast kan hij uitverkorenen ridderen en van titels voorzien die het leven net iets makkelijker maken; salondeuren die vroeger gesloten bleven, gaan op een kier wanneer er plots baron voor je naam staat.
Als staatshoofd leef je in een gouden kooi waarin je grondrechten danig beperkt zijn.
Bizar dat we dat soort middeleeuws, antidemocratisch gedoe nog tolereren én gul financieren.
Ook voor hen lijkt het me overigens geen lachertje. Als staatshoofd leef je in een gouden kooi waarin je grondrechten danig beperkt zijn. Vorsten mogen geen mening hebben, tenzij die gedekt wordt door de regering. Ze mógen gaan stemmen, maar worden geacht dat niet te doen, om hun neutraliteit te bewaren. Je volledige levensloop wordt uitgestippeld en gecontroleerd, hetzij door premiers, hofhoudingen of persmuskieten. Even met de familie gezellig naar Center Parks? Denk het niet. Een avond doorzakken in je favoriete kroeg en van je barkruk kukelen zonder dat het de dag erop in alle tabloids staat? Vergeet het maar. Je wil als prinses burlesque-danseres worden? Koningszoontje wil meedoen aan het Eurovisiesongfestival? Hm.
Vreemd dat wij toestaan dat één van onze medeburgers zo in zijn grondrechten, vrijheid en privacy wordt aangetast. In een democratische maatschappij is het hebben van een koning een schandvlek.
Maar in de 21e eeuw is vooral de affectieve functie van de koning van belang. De koning is als ‘vader des vaderland’ voor velen een rolmodel. Wanneer mensen getroffen zijn door een ongeluk of een natuurramp bijvoorbeeld, putten zij troost uit een bezoek van de koning. Een babbeltje slaan, een handje geven, sympathie tonen. De bevolking raakt gecharmeerd en haalt daar voldoening uit. De leden van de koninklijke familie zijn in dat opzicht eigenlijk symbolen voor de natie.
Je kan je dan natuurlijk de vraag stellen of andere hoogwaardigheidsbekleders die taak niet kunnen vervullen. Waarschijnlijk wel. Maar het verschil bij een monarchie is dat het koningshuis er altijd is. Mocht België een republiek zijn, hoeveel verschillende presidenten zouden wij al niet gehad hebben? Voor velen is een monarchie een houvast.
Is het democratisch verantwoord dat we in 2013 een niet-verkozen instelling als de monarchie laten meebeslissen?
Het is inderdaad zo dat je voor alle functies opleidingen moet volgen en examens moet afleggen behalve voor het koningschap. Maar het werkt langs twee kanten. Wanneer je geboren wordt als troonopvolger heb je geen keuze. Je zal maar een kroonprins zijn die geen koning wil worden. Maar als er richtlijnen zijn vastgelegd en de functie van de koning goed omschreven staat in de Grondwet moet het in een democratie kunnen.
Het blijft echter wel een achterhaalde ondemocratische instelling. De parlementaire democratie neigt steeds meer naar een ceremoniële monarchie. En het aantal tegenstanders groeit. Maar een monarchie gedijt nooit goed in een crisis. Mensen beginnen zich de vraag te stellen of een monarchie wel nog nodig is en worden kritisch over het prijskaartje dat aan een monarchie vasthangt.
Betekent de aanzwellende kritiek op het koningshuis het einde van de monarchie?
Overal komt kritiek op de monarchie, behalve in Engeland en Nederland. Maar dat kan snel veranderen. De populariteit van het koningshuis wordt bepaald door sentiment en schandalen. Spanje bijvoorbeeld. In de jaren ’70 en ’80 werd koning Juan Carlos als redder van de natie beschouwd. Maar dat veranderde snel wanneer zijn misstappen, zoals geldverkwistingen en liefdesaffaires, bekend raakten. In combinatie met een slechte economische toestand is de monarchie in Spanje in vrije val geraakt.
In Nederland gebeurde net het omgekeerde. Willem III, die regeerde van 1849 tot 1890, was een van de meest gehate koningen. De Nederlandse liefde voor de monarchie is het resultaat van de drie koninginnen na hem. Dankzij hun no-nonsens aanpak en het feit dat zij altijd klaar stonden voor het volk veranderde de visie van het Nederlandse volk op de monarchie.
Het einde van de monarchie kan je met andere woorden nooit voorspellen. Het hangt er tegenwoordig allemaal van af hoe de leden van het koningshuis zich verkopen aan de media. Hoe ze overkomen bij het volk. Perceptie speelt een grote rol. Machiavelli zei ooit: “Het gaat niet om het zijn, maar om het schijnen”. En wie goed schijnt, wint het pleit. Het Nederlandse hof is daar bijvoorbeeld zeer goed in, België iets minder. De twijfels over de capaciteiten van prins Filip als troonopvolger bijvoorbeeld. Is kroonprins Willem-Alexander zoveel intelligenter dan kroonprins Filip? Ik weet het niet, maar bij het grote publiek komt het alleszins zo over.