We leven in een land waar de minister-president uitziet naar een vervolggesprek met de Gele Hesjes, dus we hoeven er niet raar van op te kijken dat landbouwminister en vicepremier Carola Schouten overleg belooft met protesterende boeren. Actiegroepen en belangenbehartigers, waaronder LTO Nederland, hebben elkaar gevonden in een Landbouw Collectief en dat komt nu, geheel in de Nederlandse traditie van polderen, met een plan om de stikstofcrisis aan te pakken.
Dat schiet lekker op, zou je denken. De commissie Remkes kwam in september met een rapport. Daarin staat dat de agrarische sector, en daarbinnen vooral de veehouderij, de bron is van 46 procent van de uitstoot van stikstof. De commissie pleitte voor een “gebiedsgerichte aanpak” om natuur te beschermen. Daar lijkt alle reden toe, want in sommige gebieden is de bio-industrie een groot probleem en in andere gebieden, zoals de kuststrook, de uitgestrekte natuur. De titel van het rapport was “Niet alles kan”. De oplossing zou niet gevonden moeten worden in het versoepelen van regels of verminderen van natuurgebied.
Het kabinet leek de aanbevelingen van Johan Remkes te omarmen, maar inmiddels is besloten tot een algemene “rotmaatregel” om overal in het land overdag op snelwegen de maximumsnelheid te verlagen. En wat het kabinet betreft mag er ook geschrapt worden in het aantal natuurgebieden. Bovendien beloofde Carola Schouten er alles aan te doen om een gedwongen inkrimping van de veestapel te voorkomen.
Het Landbouw Collectief haakt daar gretig op in. Het verbindt aan zijn plan harde randvoorwaarden, zoals vrijwillige deelname, geen generieke krimp, geen inperking van vergunningen, geen inlevering van uitstootrechten of gedwongen opkoop van bedrijven. En ook nog één werkbaar beleid van rijk en provincies, en een herijking van Natura 2000 gebieden. Daarnaast een spoedige invoering van een reële drempelwaarde bij de uitstoot van stikstof zodat ondernemers niet met een onnodige papierwinkel worden opgezadeld.
De boeren willen 2,9 miljard euro van het kabinet voor maatregelen om de uitstoot van stikstof door de landbouw terug te dringen en dat geld mag dan niet uit de begroting van het ministerie van Landbouw komen. Volgens de boeren kan met het eigen stikstofplan de uitstoot al komend jaar met 2,5 tot 4 kiloton worden verminderd op een totale uitstoot door de landbouw van 106 kiloton.
Het rapport wijst erop dat de boeren al veel hebben gedaan om de hoeveelheid stikstof terug te dringen. De ammoniakuitstoot in de land- en tuinbouw is van 1990 tot 2017 met 65% gedaald, Die afname is vooral toe te schrijven aan de periode van 1990 tot 2000. Het rapport schrijft dat toe aan de krimp van de veestapel als gevolg van de quota die toen golden én aan maatregelen als eiwitarm veevoer en emissiearme stallen. Sinds het jaar 2010 is de uitstoot van stikstof ongeveer gelijk gebleven.
Kennelijk vinden de boeren dat de tijd rijp is voor een inhaalslag. Op korte termijn kan de uitstoot omlaag door drie “technische” maatregelen, zoals minder eiwit in veevoer, meer weidegang en het verdunnen van mest met water. Een deel van de gevraagde 2,9 miljard moet daarnaar toe. Het geld is verder bedoeld als innovatiefonds om nieuwe technische maatregelen te ontwikkelen.
De boeren lijken zo het milieuprobleem te willen oplossen zoals ook de werkgeversorganisaties dat altijd dachten te doen: Zet een flinke zak subsidie klaar en slimme bedrijven zullen met de oplossing komen. Dat kon niet voorkomen dat er toch zoiets komt als een nationale heffing op de uitstoot van het broeikasgas CO2. Het rapport van het Landbouw Collectief is onderwerp van overleg, maar het blijft de vraag of de inzet – het voorkomen van een gedwongen inkrimping van de veestapel – haalbaar is.