Boeren Voor de vleesexport zijn veel extra producten nodig, zoals mais en tarwe voor veevoerder. Daarnaast heeft de sector ruwe palmolie uit Indonesië en Maleisië nodig, net als Braziliaanse en Amerikaanse sojabonen. De aanleg van sojaplantages in Brazilië gaat veelal ten koste van tropisch regenwoord. Palmolie uit Indonesië en Maleisië is om dezelfde reden omstreden.
Vleesexport Binnen de Europese Unie is Nederland al jaren de grootste exporteur van vlees en dat was in 2020 weer zo. Aan varkensvlees werd het meest verdiend. Maar rund, kalf en pluimvee werd ook veel in het buitenland verkocht. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Handel buitenland
De vleesindustrie draagt steeds meer bij aan de economie door hun waar te verkopen in binnen- en buitenland. In 2019 droeg de sector 8,7 miljard euro bij aan de economie. In 2015 was dat nog 7 miljard euro. De export speelt daarin een steeds grotere rol. Ongeveer twee derde van wat in Nederland wordt verdiend aan vlees, komt door handel met het buitenland, vooral Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en China.
Om zulke hoeveelheden vlees te exporteren, importeert de sector ook veel. Dat gaat bijvoorbeeld om levende dieren, nog te bewerken vlees of veevoedergrondstoffen. Zo importeerde Nederland in 2019 voor 240 miljoen euro aan pluimvee, vooral uit Duitsland.
Ja er worden miljarden verdient aan de export maar de politiek heeft schijt en ja ik zeg, SCHIJT aan de burger, wij moeten het doen met regels, regels en regels. Jongeren moeten wachten omdat door de stikstof die boeren produceren jaren op de wachtlijst staan, want veel stikstof betekend geen bouw van nieuwe huizen. Maar dit hoor je niemand in dat stapelgekke den Haag zeggen en de boeren houden ook hun mond want de export maakt de Nederlandse boer rijk. O o wat zijn we zielig!!!!
Boer Koos verwoordt hier in Tweede Kamer de wanhoop van vele duizenden (jonge) boeren. Emoties liepen hoog op. Via de Kamervoorzitter kon ik regelen dat Koos één op één gesprek kreeg na het #stikstofdebat met ministers Van der Wal en Staghouwer. Met hen heeft hij 30 min gesproken pic.twitter.com/bjECmqdor1
— Caroline van der Plas (@lientje1967) June 23, 2022
Brabant en boeren
Afgelopen zaterdag fietste ik weer eens door Brabant. Een lentezonnetje en langs de wegen en paden bloeiende stinzenplanten onder de nog kale bomen. Heerlijk. Totdat je langs een stal komt.
En dat wil in Brabant nogal eens het geval zijn. Dan walmt de stank je tegemoet en slaat de lucht je op de longen. Brabant, en dan vooral Oost-Brabant, is één grote veefabriek. Een fabriek die niet alleen voor Nederland produceert, maar vooral ook voor de export.
De Raad voor de Leefomgeving, een adviesorgaan van het kabinet, kwam vorige week met het advies Duurzaam en gezond: Samen naar een houdbaar voedselsysteem. De eindconclusie van de raad is dat de veestapel fors kleiner moet. Anders zal die veestapel in z’n eentje in 2050 alle CO2 uitstoten die Nederland in dat jaar volgens internationale afspraken mag uitstoten. Dat zou stapelgek zijn.
Maar het gaat de raad niet alleen om duurzaamheid. In de titel van het advies staat heel bewust ook het woord gezond. Wat je ruikt in Brabant is niet alleen slecht voor het klimaat, maar ook slecht voor de omwonenden. De uitstoot van fijnstof van de vee-industrie en de ammoniak in de gigantische hoeveelheden mest die al die varkens, koeien, geiten en kippen produceren tasten de longen aan.
Ook is er het risico van een uitbraak van Q-koorts of vogelpest. De uitbraak van Q-koorts van een tiental jaren geleden had ten minste 26 sterfgevallen en vierduizend ziektegevallen tot gevolg. Volgens de databases van de ziekenhuizen waren het echter waarschijnlijk 76 doden. Het is een wrange vergelijking, maar de aardbevingen in Groningen zijn – gelukkig – tot nu toe minder gevaarlijk.
De reacties op het advies waren voorspelbaar. De Land- en Tuinbouworganisatie LTO, de landbouwlobby, liet weten het niet eens te zijn met de conclusie. Die trompetterde: kijk eens wat we al doen, we spelen al in op de maatschappelijke vraag naar duurzamer vlees en we gebruiken al de schone energie van windmolens en zonnepanelen.
In de wandelgang van de Tweede Kamer hoor je dat een oppositiepartij als GroenLinks verheugd is met het advies. De conclusies van de raad voelen voor de GroenLinksers als een steun in de rug. Maar uit de hoek van de partijen die veel agrariërs in hun achterban hebben, uitgerekend de regeringspartijen CDA, D66 en VVD, komen geluiden dat de wetenschappers van de raad buiten de werkelijkheid staan.
Omdat het regeerakkoord al aanstuurt op wat met een mooi woord een warme sanering van de veestapel heet. Omdat als Nederland saneert de vee-industrie in het buitenland zal groeien en daar is die industrie nog vervuilender dan hier. Omdat wanneer als gevolg van de inkrimping van de veestapel het vlees duurder wordt de lagere inkomensgroepen geen vlees meer kunnen eten.
Om met dat laatste te beginnen. Laat het nou volgens het advies van de raad juist de bedoeling zijn dat we veel minder vlees gaan eten. Met z’n allen, dus ook de hogere inkomensgroepen. Dat zij zich dan vaker een duurder geworden biefstuk kunnen veroorloven dan lagere inkomensgroepen is nu ook al zo. Het lijkt me geen valide argument om de veestapel niet forser te saneren dan in het regeerakkoord is afgesproken.
Waarom moet een Nederlander minder vlees eten terwijl 60 procent van het Nederlandse vlees naar het buitenland gaat, laat die boer daar zelf zijn vervuilende vee houden zodat de boer in ons land ons kan bedienen met een eerlijk stuk vlees in plaats met door water geïmpregneerde varkenshaasje duur stukje varken. Als de staat minder vlees exporteert kan de boer voor een beter stuk vlees meer vragen (zonder water) hebben wij minder stikstof door megastallen en meer ruimte om huizen te bouwen voor onze burger die nu jaren moeten wachten, bedankt politiek en boer!!!!
Brink, slager te Utrecht
Het tegenargument dat de productie zich dan zal verplaatsen naar een minder efficiënt producerend buitenland zag de raad aankomen. Ze voorspelt in haar advies dat de klimaatdoelstellingen in dat buitenland dan zullen gaan knellen en er daar dan ook ingegrepen moet worden. Bovendien denkt de raad dat de productie daar zal worden overgenomen door de meest efficiënte, lees schone, bedrijven.
Ik denk dat een bijkomend positief effect van de verplaatsing naar het buitenland kan zijn dat er minder – vervuilend – transport van vee en vlees nodig is. Volgens de Centrale Organisatie voor de Vleessector was in 2016 driekwart van het in Nederland geproduceerde varkensvlees bestemd voor het buitenland. Ook van de kalfsvleesproducten ging het grootste deel de grens over.
De negatieve reacties op het advies vertonen een bekend Haags patroon. Het is verzet tegen veranderingen die onontkoombaar zijn. Gevolg is dat pas wordt ingegrepen als het water aan de lippen staat. Vergelijk het met de verhoging van de AOW-leeftijd. Ook die was gezien de demografische ontwikkelingen onontkoombaar, maar werd decennialang tegengehouden, zodat die verhoging relatief bruut moest worden ingevoerd. Daardoor konden vooral de ouderen onder de werkenden zich er minder goed op voorbereiden.
Ook nu dreigt gevaar als inkrimping van de veestapel niet voortvarender wordt aangepakt. Ten eerste het gevaar dat de LTO juist wil voorkomen: een chaotische, koude sanering van veestapel en bedrijven. Fietsend door Brabant vraag je je af wat er in al die stallen gaat gebeuren als de varkens, kalveren en kippen daaruit dan zonder uitgedacht plan verdwenen zijn. Komen daar dan geiten in? Dat is een groeisector, waarin veehouders momenteel het meest verdienen, mede omdat voor geiten geen quota gelden. Maar stallen met geiten lossen de klimaat- en gezondheidsproblemen niet op.
Of worden die leegkomende stallen illegale drugsfabrieken, een plaag waar Brabant nu al onder gebukt gaat? Dan zou niet tijdig en niet gecontroleerd ingrijpen in de veestapel uiteindelijk gevolgen kunnen hebben voor de toch al dreigende ondermijning van de democratie en de rechtsstaat. Nu al proberen criminelen met drugsgeld invloed in de bovenwereld te kopen en schuwen daarbij bedreiging en geweld niet. Ook dat gevolg van een koude sanering van de veestapel moet worden voorkomen.
Dit zijn de boeren multimiljonairs
De bekende Quote 500-lijst is weer gepubliceerd. De meeste agrarisch ondernemers zijn gezakt op de lijst. Al is het niet zo dat deze ondernemers massaal minder rijk zijn geworden, ze zijn voorbijgestreefd door nog rijkere personen. Uitzonderingen zijn onder anderen Marc en Addy van Rooi. Zij zagen hun vermogen met 30% stijgen naar €390 miljoen. En het vermogen van Jan Anker, grootaandeelhouder van A-ware, neemt met een vijfde toe naar €145 miljoen. Zij stijgen daarmee een plek of dertig op de lijst.
Wijnand Pon is wederom de hoogstgeplaatste uit de agrarische sector. Hij staat op nummer 15. Hoewel zijn vermogen met 10% groeit naar €2,2 miljard, zakt hij twee plekken. Hij is ook niet puur agrarisch ondernemer. Het grootste deel van zijn vermogen vergaarde Pon in de autoindustrie. “De handel in stierensperma en aanverwante zaken voor de vee-industrie is opgegaan in de mobilititsmoloch”, stelt Quote in deze editie.
Ook de volgende ondernemers zijn oude bekenden: de zussen Alicia en Tannetta Fentener van Vlissingen van SHV, het moederbedrijf van onder meer diervoerderfabrikant Nutreco. Zij zakken elf plekken naar plaats 56 en 57. Ook zij zijn niet armer geworden. Hun vermogen groeide met 1,9% naar €810 miljoen. Harold Fentener van Vlissingen staat op nummer 85 (was 74) met €545 miljoen (+0,9%). Als laatste drie bij SVH betrokken familieleden staan Annemiek en Cisca Fentener van Vlissingen en Marthe Fock op nummer 91, 92 en 93 (dat was tien plekken hoger). Van alle drie is het vermogen 495 miljoen (+1%).
Diek Parlevliet en zakenpartner Jan van der Plas van Parlevliet & Van der Plas (visserij) zakken van plek 60 en 61 naar nummer 73 en 74. Hun beider vermogen groeit 2,5% naar €615 miljoen. De volgende op de lijst komt tevens uit de visserij: Annerieke Vrolijk (firma Cornelis Vrolijk) zakt met tien plekken naar 83, met een vermogen van €550 miljoen.
Op plek 88 (was 85) staat Piet Mazereeuw van zaadveredelaar Enza Zaden. Hij is 4,2% meer waard met 500 miljoen. Sebastiaan en Alexander Tesink (diergeneesmiddelen) gaan van 104 naar 95. Hun vermogen is bijna 23% gegroeid. Bert van den Brink uit de pluimveebranche zakt van plek 91 naar 100. Zijn vermogen blijft met 450 miljoen stabiel. De kinderen van Van den Brink: Rik, Willeke en Jolanda, staan gezamenlijk op plek 111 (was 98). Hun vermogen blijft gelijk met samen €400 miljoen. Kees Meijer van Meijer Patato staat met hetzelfde vermogen (maar wel 2,3% gegroeid) op plek 101 (was 96). Erik van Loon van de Brabantse vleeshandel Van Loon Groep staat op plek 103 (was 100) met 435 miljoen (+8,8%).
Marc en Addy van Rooi zijn gestegen, van plek 143 naar 116. Zij wisten hun vermogen in het coronajaar met 30% te verhogen naar €390 miljoen. Ook Andries Verder (mechanisatie) stijgt van plek 134 naar 118 op de lijst, met een vermogen van €385 miljoen. Piet van der Slikke (voeding) maakt een flinke stap naar boven van 169 naar 125, met een vermogen van €355 miljoen.
Ingrid Pon (rundvlees) staat op plek 139 (was 133). Joel en Danny Wyler (graanhandel) staan op nummer 160 (was 146) met een vermogen van €300 miljoen. Wim van der Laar van onder meer conservenfabriek Larco beweegt niet op de lijst en blijft op 163. Zijn vermogen groeide 11% naar €295 miljoen.
Tweelingbroers Iwan en Mark van der Knaap van bloemenveredelaar Anthura zakken van 166 naar 177. Hun vermogen groeit 3,8% naar 270 miljoen. Anton van Doornmalen en Ben Tax van zaadveredelingsbedrijf Rijk Zwaan staan op plek 182 en 183 (was 170 en 176). Van beiden is het vermogen 260 miljoen (+4%). Tax is de afsluiter van de 25 grootste multimiljonairs van de agrarische sector op de Quote-lijst. Vlak daarachter, op plek 185 (was 168), staat Jaap Vreugdenhil van Vreugdenhil Dairy Foods. Zijn vermogen is ook €260 miljoen, maar bleef dit jaar gelijk.
Nieuwkomers
Nieuw op de lijst is Jack Hazenbroek, oprichter van fabrikant van slachtmachines Foodmate dat dit jaar door Duravant werd overgenomen. Hij komt meteen binnen op nummer 188 met een vermogen van €250 miljoen. Ook op plek 365 staat een nieuwe naam: Bart van der Meer, CEO en aandeelhouder van Ausnutria Dairy. Zijn door Quote geschatte vermogen is €150 miljoen. Tevens nieuw op de lijst: Jan en Arend Hardeman, op plek 324 (vermogen 165 miljoen). Zij hebben hun vermogen vergaard met onder meer isolatie en zonnepanelen, maar ook pluimvee en kalveren.Stijgers
Verder vallen op de lijst nog een aantal stijgers op. Frank van Stipdonk (Interfood) gaat tien plaatsen omhoog naar 222. Lara Timmerman en Arwin Vriend (Pop Vriend Seeds) stijgen iets op de lijst naar 231 en 232. Bas en Frank Barenburg (graszaden) gaan van 346 naar 319. Peter en Paul Koppert (gewasbescherming) stijgen van 485 naar plek 437.
Plaats
in 2021Naam Sector Vermogen
in miljoenPlaats
in 202015 Wijnand Pon Melkvee & veefokkerij € 2200,0 13 56 Alicia Fentener van Vlissingen Diervoeder € 810,0 45 57 Tanetta Fentener van Vlissingen Diervoeder € 810,0 46 73 Diek Parlevliet Visserij € 615,0 60 74 Jan van der Plas Visserij € 615,0 61 83 Annerieke Vrolijk Visserij € 550,0 73 85 Harold Fentener van Vlissingen Diervoeder € 545,0 72 88 Piet Mazereeuw Groentezaden € 500,0 85 91 Annemiek Fentener van Vlissingen Diervoeder € 495,0 81 92 Cisca Fentener van Vlissingen Diervoeder € 495,0 82 93 Marthe Fock Diervoeder € 495,0 83 95 Sebastiaan en Alexander Tesink Diergeneesmiddelen € 485,0 104 100 Bert den Brink Pluimvee € 450,0 91 101 Kees Meijer Aardappelen € 400,0 96 103 Erik van Loon Vlees € 435,0 100 111 Rik, Willeke, Jolanda van den Brink Pluimvee € 400,0 98 116 Marc en Addy van Rooi Vlees € 390,0 143 118 Andries Verder Mechanisatie € 385,0 134 125 Piet van der Slikke Voeding € 355,0 169 139 Ingrid Pon Rundvlees € 335,0 133 160 Joel en Danny Wyler Graanhandel € 300,0 146 163 Wim van der Laar Voeding € 295,0 163 177 Iwan en Mark van der Knaap Tuinbouw € 270,0 166 182 Anton van Doornmalen Groentezaden € 260,0 170 183 Ben Tax Groentezaden € 260,0 176 185 Jaap Vreugdenhil Melkpoeders € 260,0 168 188 Jack Hazenbroek Mechanisatie € 250,0 Nieuw 198 Marco en Jaco van Zijverden Bloemen € 250,0 188 208 Gerard, Ad en Mathieu Zijerveld Kaas € 240,0 187 210 Gerrit en Peter Barnhoorn Bloemen € 230,0 192 213 Piet en Frans Kramer Voeding € 230,0 203 222 Frank van Stipdonk Zuivel € 200,0 232 231 Lara Timmerman Zaadveredeling € 220,0 235 232 Arwin Vriend Zaadveredeling € 220,0 238 241 Lex van Hessen Voeding € 210,0 210 249 Joop van Loon Eieren € 205,0 259 267 Huib van de Vecht Pluimvee € 200,0 269 271 Annie en Margriet Beekenkamp Planten € 195,0 255 278 Aldo van der Laan Vlees € 190,0 245 284 Piet de Bruijne Friet € 185,0 242 287 Jos Koster Koffie € 185,0 252 291 Jack Aartsen Fruit € 180,0 288 302 Eddie Perdok Groothandel € 175,0 304 319 Bas en Frank Barenburg Graszaden € 165,0 346 324 Jan en Arend Hardeman (Pluim)vee € 165,0 Nieuw 326 Gerard Kroef Aardappelen € 165,0 286 329 Harrie, Guus en Mark Schippers Groothandel € 165,0 305 331 Arend Smilde Voeding € 165,0 296 340 Simon Groot Zaadveredeling € 160,0 311 343 Rien en Pierre Leeyen Nertsenhouderij € 160,0 312 365 Bart van der Meer Zuivel € 150,0 Nieuw 367 Gerjhan Roerink Zuivel € 150,0 341 369 Jan Anker Zuivel € 120,0 392 377 Piet Brokking Veevoer € 125,0 235 398 Jan van den Heuvel Voeding € 135,0 349 401 Kees, Robert en Suzanne Liet Agrarische Machinebouw € 135,0 369 427 Ronald Boers Tuinbouw € 125,0 377 437 Peter en Paul Koppert Gewasbescherming € 97,0 485 489 Piet Bakker Agrarische groothandel € 110,0 448 491 Hans Buys Veevoer € 110,0 428 496 John van der Klugt Planten € 110,0 453
Families top 50
Plaats in 2021Naam Sector Vermogen
in miljoenPlaats
in 20205 De Heus Veevoer € 1600,0 5 10 Van Drie Kalfsvlees € 1200,0 10 15 Kloosterboer Koelopslag € 900,0 Nieuw 24 Van der Lely Landbouwmachines € 650,0 28 25 De Ruiter Zaadveredeling € 600,0 21 33 Hoogwegt Zuivel € 500,0 30 41 Van der Zwan Visserij € 410,0 36 48 Beemsterboer Zaadveredeling € 300,0 47
Nederland grootste vleesexporteur van de EU
Nederland exporteerde in 2020 voor 8,8 miljard euro aan vlees en was daarmee de grootste exporteur van vlees in de EU. 60 procent van de totale Nederlandse verdiensten aan vleesafzet wordt verdiend met vleesexport en 40 procent met binnenlandse vleesafzet. Dat meldt het CBS in de nieuwste editie van de Internationaliseringsmonitor.
Van de totale vleesexport van 8,8 miljard euro is 85 procent export van in Nederland geproduceerd of verwerkt vlees en 15 procent wederuitvoer of doorvoer.
Ook in exportgewicht is Nederland de grootste exporteur. In 2020 werd 3,6 miljard kilogram vlees geëxporteerd. Nederland is al decennia een grote vleesexporteur. Zo was Nederland al in 2000 de grootste exporteur van de EU, met een export van 2,4 miljard kilogram vlees (5 miljard euro).
Rund en kalf (mld euro) | Varken (mld euro) | Pluimvee (mld euro) | Overig (mld euro) | |
---|---|---|---|---|
Nederland | 2,5 | 2,6 | 2,3 | 1,5 |
Spanje | 0,8 | 5,7 | 0,3 | 1,9 |
Duitsland | 1,0 | 4,2 | 0,8 | 1,3 |
Polen | 1,4 | 0,8 | 2,3 | 0,4 |
Denemarken | 0,3 | 2,7 | 0,1 | 0,5 |
Bron: CBS, Eurostat |
60 procent Nederlandse vleesverdiensten uit export
De productie van en handel in vlees levert toegevoegde waarde op voor de Nederlandse economie. In 2019 verdiende de Nederlandse economie 8,7 miljard euro aan de totale afzet van vlees, waarvan 5,2 miljard euro aan export en 3,5 miljard euro aan binnenlandse afzet. De totale Nederlandse vleesketen is met 8,7 miljard euro goed voor 1,1 procent van het Nederlandse bbp en 1,3 procent van de totale werkgelegenheid in Nederland (omgerekend 98 duizend voltijdbanen).
Sinds 2015 is Nederland meer gaan verdienen aan de productie van, en handel in vlees. In 2015 ging het om 7 miljard euro (1,0 procent van het bbp). Het aandeel van de export in de totale verdiensten aan vlees is gestaag toegenomen van 57 procent in 2015 tot 60 procent in 2019.
Export (mld euro) | Binnenlandse afzet (mld euro) | |
---|---|---|
2015 | 4,0 | 3,0 |
2016 | 4,4 | 3,1 |
2017 | 4,7 | 3,3 |
2018 | 4,7 | 3,4 |
2019 | 5,2 | 3,5 |
Import van levende dieren en veevoedergrondstoffen nodig voor de vleesexport
Voor de Nederlandse vleesexport is import nodig, zoals levende dieren, nog te bewerken vlees of veevoedergrondstoffen. Levend pluimvee is de grootste importcategorie (240 miljoen euro in 2019, vooral uit Duitsland), gevolgd door maïs en tarwe. Maïs (grotendeels uit Oekraïne) en tarwe (met name uit Frankrijk) leveren als veevoedergrondstoffen een indirecte bijdrage aan de Nederlandse vleesexport. Andere veevoedergrondstoffen zijn ruwe palmolie (met name uit Indonesië en Maleisië) en sojabonen (met name uit Brazilië en de Verenigde Staten).
EU (mln euro) | Niet EU (mln euro) | |
---|---|---|
Levend pluimvee | 240 | 0 |
Maïs | 21 | 54 |
Tarwe en mengkoren | 61 | 2 |
Rundvlees zonder been | 27 | 35 |
Levende kalveren tot 80 kg | 60 | 0 |
Karkassen van runderen | 54 | 0 |
Ruwe palmolie | 3 | 47 |
Sojabonen | 2 | 43 |
Vlees van wild varken | 40 | 0 |
Overig varkensvlees | 32 | 0 |