De grote pensioenfondsen zijn nog lang niet uit de gevarenzone. Veel kleintjes trouwens ook niet. Ze hebben volgens de strenge Nederlandse regels niet genoeg geld in kas om aan hun verplichtingen op termijn te kunnen voldoen. Of om het in de boeventaal van de pensioenwereld te zeggen: hun dekkingsgraad is te laag.
De geste van Wouter Koolmees blijkt dus mogelijk onvoldoende. De minister van Sociale Zaken beloofde een paar weken terug dat pensioenkortingen volgend jaar achterwege konden blijven bij fondsen waarvan de dekkingsgraad eind dit jaar 90 in plaats van 100 procent bedraagt. “Kortingen van tafel,” kopten de kranten destijds opgelucht.
Koolmees deed zijn toezegging toen de onderhandelingen over een grootscheepse hervorming van het pensioenstelsel nog liepen. Iedereen, en zeker de vakbonden die bij dat proces nauw betrokken waren, kon op dat moment beseffen dat het bij heel wat fondsen foute boel was. Maar de bonden hielden zich muisstil. Ze wilden hoe dan ook hun ‘pensioenakkoord’ binnenhalen. Daarbij paste geen zwartkijkerij.
Inmiddels ligt het pensioenakkoord er. Straks zullen niet de dekkingsgraden bepalen of er al dan niet moet worden gekort, maar de positie van de fondsen op de financiële markten. Eerder noemde de vakcentrale FNV een dergelijk systeem nog smalend een ‘casinopensioen’, maar nu heeft ze er toch mee ingestemd. En de andere bonden ook.
Het nieuwe pensioenstelsel treedt echter pas in 2026 in werking. Tot dan toe blijven de dekkingsgraden de doorslag geven. Een heel wat pensioenfondsen staan er – vooral door de coronacrisis – nog steeds beroerd voor.
Iedereen schreeuwt moord en brand over de dreigende kortingen volgend jaar, maar de vakbonden doen er vooralsnog het zwijgen toe. Dat zullen ze naar verwachting niet eeuwig kunnen volhouden. Het rumoer in de media is te groot.
Waarschijnlijk zullen de bonden verklaren dat de dekkingsgraden pas in december bepalen of de pensioenen al dan niet omlaag moeten, en dat er dus nog alle hoop is. Of ze zeggen dat het kabinet de pensioenen toch niet durft te verlagen in een jaar dat er verkiezingen zijn.
Of de financiële situatie van de pensioenfondsen voldoende zal herstellen in de komende maanden blijft inderdaad afwachten. Maar de jammerende taal van hun bestuurders doet het ergste vermoeden. En of het kabinet echt niet durft te korten als er verkiezingen voor de deur staan is al evenmin zeker.
Gepensioneerden zullen dus tot het eind van het jaar op het puntje van hun stoel moeten blijven zitten. En is de uitkomst negatief, dan hebben ze gewoon pech gehad. Net als in een echt casino.