Dit kan niet. Dit kan niet’, klinkt de wanhopige getuigenis van een executie op klaarlichte dag. Het is geen crimineel die terechtstaat in een middeleeuws gerechtshof, wel een jonge manifestant die weerloos op de grond ligt in een straat in Santiago de Chile. Terwijl de getuige de gruweltaferelen vastlegt met haar gsm, neemt de wanhoop in haar stem toe. ‘Dit kan niet waar zijn.’ Voor haar ogen en zonder weerstand wordt de jongeman doodgeschoten door enkele militairen.
Het hardhandige antwoord van de overheid op de studentenbetogingen laat niemand onberoerd. José, een 28-jarige uitgever uit Santiago, vertelt hoe een vriend van hem in de schouder werd geschoten na een betoging. ‘Toen de betoging afgelopen was, wandelden mijn vrienden naar huis om thuis te zijn voor de avondklok. Terwijl ze afscheid namen en ze zich van de groep verwijderden, namen de militairen hen onder schot. Gelukkig waren het geen echte kogels, maar plastieken kogels. Net omdat ze op dat moment niets deden en plots beschoten werden, vlogen de verhalen van hun ouders over de militaire dictatuur door hun hoofd. Het was alsof ze de geschiedenis van hun ouders herleefden.’
José’s vriend werd gewond in de schouder. ‘Er is zo veel misbruik.’ Andere twintigers beamen dit. ‘De militairen denken dat ze in oorlog zijn, maar ze zijn niet in oorlog, ze staan tegenover het volk, niet tegenover gewapende soldaten,’ zegt de 27-jarige leerkracht Paula.
Chili brandt
Chili brandt letterlijk. Vorige week verhoogde president Sebastián Piñera de tarieven van de metro in de hoofdstad Santiago de Chile waarop studenten massaal en onbetaald de metro’s namen uit protest. De minister van Binnenlandse zaken stelde daarop “een wet van staatsveiligheid” in om de orde te herstellen. Het gevolg daarvan kennen we intussen: de manifestanten voelen zich ongehoord, waarop de protestactie ontspoort. Gewelddadige mensen mengen zich onder de manifestanten en vernielen openbare gebouwen, zoals de metrostations. De overheid besloot soldaten de straten op te sturen met als resultaat verschillende doden en gewonden. Over de precieze aantallen lopen de officiële en officieuze statistieken uiteen.
‘Het is vreselijk wat er aan de hand is in Chili,’ zegt Jonatan, een jonge Argentijn over zijn Chileense buren. ‘De militairen en politie volgen orders. Zelfs als dat betekent dat ze hun eigen volk moeten doden.’ De verklaring voor de slaafse gehoorzaamheid en het buitenproportioneel geweld ligt volgens Angel, een 28-jarige Chileen, bij het feit dat politie en militairen er alle baat bij hebben de huidige regering aan de macht te houden. ‘Zij krijgen gratis gezondheidszorg en gratis onderwijs, terwijl voor de meerderheid van de Chilenen onderwijs en gezondheidszorg onbetaalbaar zijn.’
‘Het gaat niet over die 30 pesos die we meer moeten betalen’
Die economische onrechtvaardigheid en ongelijkheid zet de Chilenen aan massaal op straat te komen. ‘De mensen zijn het moe,’ zegt Paula. De specifieke aanleiding was de verhoging van de metrotarieven, maar de economische druk op de bevolking gaat veel verder. ‘Het gaat niet over die 30 pesos die we meer moeten betalen’, zegt Juan, een 24-jarige Chileen uit Iquique, ‘het gaat over zo veel meer’.
Verschillende grote steden zoals Santiago de Chile, Valparaíso, Concepción, en Iquique staan sindsdien in brandt. Met manifestaties, wegblokkades, en piketten aan de havens. Waarop de overheid dan weer een nachtklok instelde in verschillende steden, terwijl in andere steden een aantal klassen tijdelijk werden opgeschort.
Groeiende ongelijkheid
‘Het protest tegen de verhoging van de metrotarieven zijn slechts het topje van de ijsberg’, zegt de 24-jarige Valeria. Meer dan een kwart van de rijkdom van het land is in handen van slechts 1 procent van de bevolking. Zo staat te lezen in het rapport ‘Panorama Social de America Latina’ van de Comisión Económica para América Latina y el Caribe (Cepal) (oftewel: de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Caraïben).
Piñera sprak over Chili als een oasis in Latijns-Amerika, maar dat geldt alleen voor de welgestelden in het land. Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Organización para la Cooperación y el Desarrollo Económico (OCDE)) is er een enorme kloof tussen de 10 procent rijkste en 10 procent armste Chilenen. Een derde van de Chilenen heeft zelfs geen vaste of officiële job en een op twee Chilenen is laaggeletterd.
Terwijl een Chileense parlementariër tussen 9 en 11 miljoen pesos (11.000 tot 13.670 euro) per maand verdient, verdient de helft van de werknemers in Chili nauwelijks meer dan het minimumloon: minder dan 400.000 pesos (495 euro) per maand. Het minimumloon bedraagt 310.000 pesos (383,5 euro).
Bovendien was het Chileense openbaar ook voor de aangekondigde verhoging van de tarieven één van de duurste systemen in verhouding met de lonen. Zeker als je weet dat in Latijns-Amerika het openbaar vervoer het meest gebruikte vervoersmiddel is (in vergelijking met persoonlijke wagen en andere middelen). Een minder welgesteld gezin spendeert al gauw bijna een derde van het inkomen aan transport alleen.
‘De wachtlijsten in openbare ziekenhuizen zijn zo lang, dat mensen sterven terwijl ze wachten’
Het leven is bijgevolg buitenproportioneel duur voor de meerderheid van de bevolking. Niet alleen het openbaar vervoer, maar ook onderwijs, gezondheidszorg, water en elektriciteit. Terwijl geprivatiseerde diensten onbetaalbaar zijn, zijn de openbare diensten van erbarmelijke kwaliteit. ‘Net zoals in andere landen, sterf je in Chili aan kanker’, zegt José, ‘maar in Chili veel sneller.’ ‘De wachtlijsten in openbare ziekenhuizen zijn zo lang, dat mensen sterven terwijl ze wachten,’ bevestigt Paula. ‘In een openbaar ziekenhuis kan het jaren duren voordat je geopereerd kan worden.’
Veel studenten kunnen hun studies in Chili niet betalen en trekken noodgedwongen naar het buitenland. Juan vertelt hoe het zelfs goedkoper was om in de Verenigde Staten te studeren dan in Chili.
Maar niet alleen studenten en de werkende bevolking worden geplaagd door de economische ongelijkheid, ook gepensioneerden zijn de dupe van het neoliberale systeem. ‘De pensioenfondsen zijn geprivatiseerd,’ legt Paula uit, ‘waardoor de bedrijven erachter wel veel geld verdienen, terwijl ze een erbarmelijk pensioen uitbetalen aan onze ouderen. Dat bedraagt maar de helft van het minimumloon. Veel van de ouderen moeten noodgedwongen blijven werken omdat hun pensioen financieel onleefbaar is.’ Wat nu te zien is, is de geaccumuleerde onrechtvaardigheid van de voorbije decennia die explodeert.
Groeiende protesten
Voor een land dat als het meest stabiele en welvarende land in Latijns-Amerika wordt beschouwd, lijken de plotse opstanden op internationaal vlak een verrassing. Voor de Chilenen is het een logisch gevolg van wat er zich de laatste jaren afspeelde. ‘We zijn niet moe van dag op dag’, zegt José. ‘We zijn moe van het jarenlange wanbeleid en de ongelijkheid. We zijn een voorbeeld van economische stabiliteit in Latijns-Amerika, maar dat geldt alleen voor de rijken.’
Dat het de studenten zijn die op straat komen, is geen verrassing. Ze deden het al eens in 2006 en 2011. Toen klaagden ze met vredevolle acties op zondag de privatisering van het onderwijs aan. ‘Maar er kwam geen verandering. Niets’, vertelt Paula. ‘De regering stuurt dan wel de soldaten in de straten om ons schrik aan te jagen. Dat werkt bij vorige generaties die de militaire dictatuur meemaakten, maar wij hebben geen schrik van hen. Bovendien hebben onze jongeren toch niets te verliezen, want ze hebben niets. Het leven is duur, het onderwijs onbetaalbaar. We kunnen niets anders doen dan de straten innemen.’
‘Mijn generatie, durft wel op straat komen. Omdat we toch niets te verliezen hebben. We zien hoe onze ouders hard werken maar niets verdienen. Stel je voor, een ticket voor de metro kost even veel als een kilo brood, een verhoging van de prijzen van de metro betekent voor een arme familie dus dat ze een maaltijd minder zullen hebben. In de vorige manifestaties werden de manifestanten nog veroordeeld door de publieke opinie, maar vandaag zijn de mensen zo moe en kwaad dat ze het wel toestaan. Er wordt anders toch niet naar hen geluisterd’, vertelt Paula.
Toch verschilt dit protest met alle vorige, legt José uit. ‘Dit is de eerste keer dat alle generaties de straat optrekken. En het is de eerste keer dat er geen specifieke politieke kleur is. Er zijn eisen, maar geen politieke partij die de eisen stelt. We strijden allemaal voor hetzelfde. Ik zie een groeiende tendens tijdens de betogingen van de laatste jaren, waarbij steeds meer verschillende generaties participeren. Natuurlijk heeft iedereen schrik om hun job te verliezen door te staken, maar het is genoeg geweest. Als het nu niet gebeurt, dan zal het nooit gebeuren.’
Militaire dictatuur herleeft
Het beeld van militairen in de straat roept wrange herinneringen op voor vele Chilenen. Van 1973 tot 1990 stond het land onder een militaire dictatuur nadat generaal Augusto Pinochet het regime van president Salvador Allende had omvergeworpen.
De dictatuur claimde het land economisch te zullen heropbouwen, waarop verregaande privatiseringen werden doorgevoerd onder het motto van neoliberalisme. ‘Chili is het enige land waar zelfs het water geprivatiseerd is’, zegt José verontwaardigd. Maar de economische heropbouw werd niet het kenmerk van de dictatuur, wel de systematische onderdrukking en het buitensporig geweld van het leger tegen de eigen bevolking. Tijdens die twee decennia raakten naar schatting meer dan 3.000 Chilenen vermist of werden gemarteld en vermoord, terwijl tienduizenden de vrijheid werd ontnomen en nog eens 200.000 Chilenen in ballingschap gestuurd werden.
Voor veel Chilenen roepen de militairen in de straten dan ook de herinneringen op aan de gruwel van de dictatuur. Het officiële dodental staat op 18 personen, het aantal gewonden ligt veel hoger en een enkel verhaal getuigt van foltering.
‘Ik denk dat er nooit een democratie zal zijn,’ zegt José, ‘President Piñera en de minister van binnenlandse zaken Andrés Chadwick waren beiden deel van de entourage van Pinochet. Voor ons is het erg gruwelijk om te zien hoe de militairen nu terug onze straten innemen. We herinneren ons de gruwel en het misbruik van toen, met als enige verschil dat niet alles verborgen kan blijven dankzij smartphones en internet.’
Presidentiële excuses
Intussen gaf president Piñera toe dat zijn land niet tegemoetkomt aan de sociale noden van zijn bevolking, al legt hij de oorzaak bij de vorige regeringen. ‘Het is waar dat de problemen zich al decennia opstapelen, en dat de verschillende regeringen niet capabel waren om de ernst van de situatie in te zien.’ Waarop hij aankondigde een reeks sociale hervormingen te zullen doorvoeren. Vandaag zit hij halfweg zijn huidige ambtstermijn nadat hij in 2017 werd verkozen. Maar de voorbije twee jaar en tijdens een eerdere ambtsperiode van 2010 tot 2014, creëerde hij geen structurele veranderingen.
De spijtbetuigingen van de president worden daarom op hoongelach onthaald. ‘Als hij echt spijt had, had hij de veranderingen al eerder doorgevoerd’, aldus José. ‘De regering zegt te zullen werken aan bepaalde domeinen, maar er is geen concreet voorstel. Je kan geen veranderingen teweegbrengen op een dag tijd als je het al niet gedaan hebt in de voorbije drie decennia.’
‘We willen een sociaal systeem in plaats van de ver doorgedreven privatisering’
‘Het is absurd dat we nog steeds dezelfde grondwet hebben als tijdens de militaire dictatuur. Als de grondwet niet verandert, kan er geen democratie zijn’, legt José verder uit. ‘We eisen de verandering al jaren, maar er wordt niet over gesproken. Ook nu niet. De grondwet en wetgevende macht houden het huidige neoliberale systeem in stand met ver doorgedreven privatiseringen van alle diensten. En dat houdt de ongelijkheid in stand.’
De betogers eisen daarom verschillende verregaande sociale hervormingen, alsook de hervorming van de grondwet. ‘We willen een verandering van het paradigma van Chili’, zegt Paula. ‘Een sociaal systeem in plaats van de ver doorgedreven privatisering die we nu hebben.’
‘We hebben structurele veranderingen nodig’, beaamt José, ‘En ik hoop dat die er nu gaan komen.’ Ojala.