Over de maskerverplichting in supermarkten, bij demonstraties of andere evenementen waar vooral volwassenen aan meedoen is prima. Kinderen verplichten om gezichtsmaskers te dragen op het schoolplein of in het schoolgebouw buiten het klaslokaal is niet alleen twijfelachtig, het is schadelijk en nutteloos!
De auteur van dit artikel besmet zichzelf in het voorjaar met het coronavirus. Dit is waarschijnlijk een van de redenen waarom hij al heel vroeg artikelen op deze blog schreef, die in contrast stonden met die van zijn vriend en “hoofdredacteur” David Berger, die de meeste van onze lezers zeker zullen zijn ontsnapt. David stond toe dat de artikelen werden gepubliceerd, hoewel een deel van wat ik schreef zijn bloeddruk misschien tot een gevaarlijk niveau heeft gedreven. Dit is hoe echte vrijgevigheid en bereidheid tot spreken werken. Maar nu – in verband met de discussie over beperkingen aan het begin van het schooljaar – barst mijn hoedenkoord, zoals het gezegde luidt.
Weet je wat je de kinderen aandoet?
Gebaren en gezichtsuitdrukkingen zijn natuurlijk ook belangrijk voor volwassenen om de stemming van de ander vast te leggen. De stem – het gesproken woord – brengt alleen in combinatie met gebaren en gezichtsuitdrukkingen over wat je aan de ander wilt uitdrukken. Als deze classificatiemogelijkheid niet meer beschikbaar is, ontstaan er vaak misverstanden. Om belangrijker te zijn voor kinderen. Aan de uitdrukking op je gezicht kun je nog beter zien hoe iets bedoeld wordt dan volwassenen. Of bijvoorbeeld papa of mama het kind een beetje de schuld geven, maar toch goedheid en / of een beetje kattenkwaad in het gezicht verbergt, is vaak doorslaggevend. Dus of iets heel strikt of juist mild bedoeld is.
Dit is ook belangrijk op het schoolplein. Als kinderen niet meer zien wat hun kennissen of vrienden werkelijk bedoelen of verwachten, nemen de misverstanden toe. Deze leiden tot conflicten. Een masker verbergt sowieso een deel van de mens als sociaal wezen. Het schept afstand. Volwassenen (weliswaar niet allemaal) kunnen het beter aan. Wanneer er conflicten ontstaan, wegen ze vaak af en volgen ze niet de eerste impuls of het gevoel van woede of onzekerheid.
Kinderen hebben spontaan nabijheid nodig als het gewoon een krassende neus is. Je hebt geruststelling nodig, het gevoel aardig gevonden te worden. Een knipoog is vaak alleen te begrijpen door een glimlach. Maar ook de mogelijkheid om te erkennen dat u iets doet wat u niet met u wilt doen. Als degenen met wie kinderen communiceren een masker dragen, is dit allemaal verdwenen. Maar bovenal kan het leiden tot misverstanden die een impact hebben op de samenwerking in de maskervrije lesuren of na schooltijd!
Basisschoolkinderen kunnen dat niet
Nabijheid is belangrijk. Het wederzijds wrijven van de neuzen, het strelen door de haren, het wederzijds duwen. De aanmoediging om SAMEN te doen wordt ook vaak gegeven door middel van korte aanrakingen. Basisschoolkinderen zullen geen minimumafstand aanhouden. Zonder een minimumafstand is de vereiste masker echter zinloos. Kinderen kijken elkaar diep in de ogen als ze voor de lol of serieus hun tong uit de ander steken. U zult dus van tijd tot tijd uw masker afnemen.
Kinderen van deze leeftijd verplaatsen zich ook vaak. De maskers zullen wegglijden. Sommigen halen ze met opzet neer. Hoe wil je dat voorkomen? Het voltallige onderwijzend personeel loopt bij elke grote pauze op het schoolplein naar behoren door de rijen en (zonder dat de kinderen de gezichtsuitdrukkingen van de leraren kunnen herkennen) streng vermanen of zelfs bestraffen “beledigende elementen”? Zijn de toiletten ook voorzien van onderwijzend personeel zodat de kinderen niet te dicht bij elkaar kunnen komen bij het handen wassen?
Geen maskers in de klas
Dit toont ook de zinloosheid van de maskervereiste op het schoolplein aan. Zelfs als je terugschakelt naar frontaal lesgeven (de leraar vooraan en de ‘goede’ leerlingen in de banken achter elkaar opgesteld), kan het niet worden voorkomen dat leerlingen zich tot klasgenoten wenden die ongezien en ‘verboden’ zijn als ze iets niet begrepen hebben of misschien ook wil alleen stiekem onder de bank “zinken schepen” spelen.
Als je echter kijkt naar de huidige curricula en studieboeken, dan speelt groepswerk een belangrijke rol op de basisschool (en dat is maar goed ook). Hoe wil je nabijheid vermijden? En hoe zit het met lichamelijke opvoeding? Zal het mislukken totdat er een vaccin is gevonden?
Kijk eerst naar je (onze) kinderen, dan naar jou!
Moet het echt zo gaan: alle kinderen kijken strak naar de leraar en het bord tijdens de lessen, tijdens de pauzes loopt iedereen voor zichzelf over het schoolplein en fluit of speelt met een jojo? Moet dat de nieuwe realiteit van het leven voor onze kinderen vertegenwoordigen?
Als het maar een jaar zo was. De kinderen kregen een afdruk die hun ouders – als ze nog meededen aan hun opvoeding – niet konden compenseren. Een dagelijkse routine tussen door de staat voorgeschreven afstand en toegestane nabijheid thuis of onder vrienden zal niet alleen niet werken, maar zal ons over laten we zeggen tien jaar tienduizenden jonge mensen opleveren die zich niet kunnen verhouden. Niemand kan dat willen … Of toch?
Daarvoor moeten we de straat op. Voor onze kinderen! Voor de toekomst van onze kinderen. Niet in de eerste plaats voor onze vrijheid. Niet poneren voor ons echte of veronderstelde recht om te doen wat we willen. Maar ik ben bang dat dat niet zal gebeuren. Degenen die dit weekend zullen demonstreren voor hun vrijheid (bijvoorbeeld in Stuttgart) denken meer aan hun recht op plezier dan aan de waarschijnlijke behoeften van hun kinderen!
Laatste gedachte
Als ze überhaupt kinderen hebben. En dit is precies waar een ander probleem schuilt: de besluitvormers bij politieke operaties (ik richt me momenteel alleen op de federale en staatsministers van Volksgezondheid en de kanselier, die de leiding heeft) hebben zelden kinderen gedelegeerd of vanwege hun carrière vaak gedelegeerd opvoeding aan derden. Dit is nog een reden waarom sommige beslissingen tegenwoordig zijn genomen op de manier waarop ze werden genomen! De meesten van hen hebben vervaagde herinneringen aan hun eigen jeugd. En het “Onze kinderen moeten het beter hebben!” Is altijd gericht op het materiaal. Bijna niemand kijkt naar de hele persoon (het hele kind)!