De voorlopige hechtenis van EP-leden Eva Kaili en Marc Tarabella, die ervan worden beschuldigd betrokken te zijn bij het geld-voor-gunst-programma dat het Europees Parlement heeft overspoeld, is vrijdag door de Belgische autoriteiten verlengd.
Het Griekse EP-lid Kaili, die begin december werd gearresteerd en gevangengezet, heeft haar detentie met twee maanden laten verlengen, zo maakte het federaal parket vrijdag bekend. Haar Belgische evenknie zal over een maand opnieuw voor rechters verschijnen.
Beiden zijn beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie, corruptie en het witwassen van geld als onderdeel van een onderzoek naar de illegale lobby die Qatar en Marokko zouden hebben gepleegd om de besluitvorming in de EU te beïnvloeden.
Beide landen hebben de claims heftig ontkend.
Tarabella’s advocaat, Maxim Töller, herhaalde in een verklaring dat zijn cliënt “een onschuldige man” is en hekelde zijn aanhoudende detentie als “moeilijk te accepteren”.
Hij verwelkomde echter “als goed nieuws” de beslissing om hem over te plaatsen “naar een gevangenis dichter bij zijn familie”.
Er was geen woord over Tarabelle’a pogingen om de onderzoeksrechter, Michel Claise, uit de zaak te halen wegens vermeende vooringenomenheid.
Drie andere mensen zijn aangeklaagd als onderdeel van het onderzoek.
Dit zijn onder meer Francesco Giorgi, Kaili’s levenspartner en voormalig parlementair medewerker, die vorige week werd vrijgelaten maar onder elektronisch toezicht werd geplaatst; NGO-directeur Niccolò Figà-Talamanca die vorige maand zonder voorwaarden werd vrijgelaten; en voormalig Europarlementariër Pier Antonio Panzeri.
Panzeri, de voormalige baas van Giorgi en voormalig voorzitter van de parlementaire delegatie voor de betrekkingen met de Maghreb-landen en de subcommissie mensenrechten, heeft erkend een van de leiders van het criminele netwerk te zijn en sloot een deal met de Belgische autoriteiten, maar blijft in de gevangenis.
Het Italiaanse EP-lid Andrea Cozzolino, voor wie Giorgi ook werkte en na Panzeri ook voorzitter was van de delegatie voor de betrekkingen met de Maghreb-landen, wordt intussen gezocht door de Belgische autoriteiten, maar vecht de uitlevering vanuit zijn geboorteland aan.