De afgelopen dagen zag menigeen weer spoken, bruine spoken. Vooral in Duitsland zelf. De extreemrechtse Alternative für Deutschland (AfD) had de christendemocratische CDU en liberale FDP op het verkeerde been gezet. In de deelstaat Thüringen had ze met haar stemmen een onbeduidende liberaal aan het premierschap geholpen. En meteen vlogen de waarschuwingen je om de oren.
De Duitse democratie was in gevaar. Misschien nog niet acuut maar zo was het ‘toen’ ook begonnen. Met democratische partijen die zich hadden verkeken op de nazi’s. En dat de AfD haar eerste grote politieke succes in uitgerekend Thüringen had geboekt, moest helemaal te denken geven. Daar was men ‘toen’ als eerste bezweken voor de louche charmes van A. Hitler. En over wat er volgde hoeven we het niet meer te hebben, toch?
De makke van analogieën is dat ze zelden kloppen. De geschiedenis gaat vrijwel nooit op herhaling. De AfD is zeker geen frisse club. De nazitijd was volgens partijleider Alexander Gauland ‘slechts een vogelpoepje op duizend jaar succesvolle geschiedenis’. De holocaust wordt niet ontkend maar wel gebagatelliseerd. Antisemitisme en vreemdelingenhaat staan niet in het partijprogramma maar vormen wel vaak de praktijk. En de leider in Thüringen, Björn Höcke, is zo extreem dat de kameraden hem bijna uit de partij hadden gezet.
Dat is, kortom, een gezelschap waar je als democraat beter geen zaken mee doet. Vergeleken met de AfD zijn de PVV en Forum naaikransjes. Maar dat wil nog niet zeggen dat de AfD sterk genoeg is om de democratie te bedreigen.
De angst van de Duitsers voor een reprise van 1933-’45 zit diep. Het mag nooit meer voorkomen. De bijpassende mantra’s zijn ‘Nooit meer’ en ‘Wees altijd op je hoede’. In geen enkel ander land te wereld is men zich zo bewust van zijn criminele uitwassen. Boete doen is onderdeel van het staatsceremonieel. En vaak schiet men in een kramp als er iets gebeurt dat zou kunnen herinneren aan de slechte oude tijd.
Die dingen gebeuren ook met enige regelmaat. Rassenhaat en islamofobie steken vooral in het oosten, de voormalige DDR, maar daar niet alleen, met verontrustende regelmaat de kop op. De AfD is in sommige deelstaten goed voor een kwart van de kiezers. Ze is in de Bondsdag de grootste oppositiepartij. Maar dat komt niet alleen of vooral door de nazistische inborst van haar aanhang. De AfD is net als de PVV en Forum in de eerste plaats een protestpartij. Maar wel één met een dikke bruine rand.
Het extreemrechtse populisme kent vele nationale variaties. Maar één ding hebben ze gemeen: hun kiezers voelen zich in de steek gelaten door de gevestigde partijen. En die partijen hebben daar vaak nog geen afdoende oplossing voor gevonden. De vuistregel dat centrumrechtse partijen de rechter flank moet afschermen en de opkomst van extreemrechts moet voorkomen, blijkt vaak niet meer op te gaan. Het onbehagen is vaak onbestemd maar daarom niet minder groot. In dit troebele water gooien de populisten graag hun netten uit.
Duitsland is dus niet uniek. Als iets opvalt aan de situatie bij de oosterburen is dat het lang geduurd heeft voor het rechtse populisme zich liet zien. De Fransen hadden al heel lang de familie Le Pen en in de polder hadden we Pim Fortuyn en Geert Wilders al lang voor de AfD opdoemde. Van tijd tot tijd doken er wel extremistische clubjes op maar ze ontstegen zelden het niveau van de splinter. Pas na de vluchtelingencrisis van vijf jaar geleden begon de partij echt, en dan ook snel, te groeien.
Iedereen is erover eens dat het gat op rechts zo snel mogelijk gedicht moet worden. De partij die daarvoor als eerste in aanmerking komt is de CDU van Bondskanselier Angela Merkel. Maar de CDU is onder Merkel een pragmatische middenpartij geworden. In het midden viel de winst te halen maar daardoor haakten veel conservatieve kiezers af. De discussie bij de christendemocraten spitst zich nu vooral toe op de vraag: hoe halen we na het tijdperk-Merkel die veelal naar de AfD weggelopen kiezers weer terug?
Net als bij ons in de polder is het antwoord steevast: hun zorgen serieus nemen. Dat klinkt aannemelijk maar blijkt in de praktijk toch lastig. Het vertrouwen dat de gevestigde partijen hebben verspeeld, winnen ze niet één-twee-drie weer terug. Dat kost tijd. En je moet er de juiste mensen en het juiste beleid voor hebben.
In Thüringen lukte het niet omdat de CDU daar een gedemoraliseerde club is met een aangeslagen leider. De christendemocraten waren altijd de grootste, 20 jaar geleden zelfs met de absolute meerderheid, en nu zijn ze kleiner dan de AfD. Dat knaagt en ondermijnt. Dan doe je soms gekke dingen en laat je je door de AfD in de luren leggen. Wie met de AfD een politicus van het kaliber dorpspomp tot premier kiest, is vooral een amateur. Het is een taboebreuk, zonder meer, maar één uit onbenul en niet uit sinistere berekening. De blunderborsten werden snel tot de orde geroepen. Het bruine monster is echt niet van de ketting.
De AfD is een probleem, zeker in de voormalige DDR. En de gevestigde partijen moeten aan de bak. Maar de democratie met haar instituties, onafhankelijke rechtspraak, vrije pers, actieve vakbeweging en mondige burgers, kan ook in Duitsland een stootje hebben. Wie zich met reden zorgen wil maken over de democratie, kan beter naar de VS van Donald Trump kijken.
Wir schaffen dass heeft alles veranderd.