Voor alle duidelijkheid, ik heb niks tegen de monarchie. Een president is ook niet alles. Maar de Oranjes doen met regelmaat hun best om het volk tegen zich in het harnas te jagen.
Met kerst is alles koek en ei; dan leeft de koning met ons mee, vertolkt hij onze gedachten en voelen we ons door hem en zijn familie vertegenwoordigd. Maar een paar dagen later gebeurt er weer iets, dat zich het best laat omschrijven als de arrogantie van de Oranjes. Dan hebben ze lak aan ons.
Neem nu de ophef over het plan van een Oranje-prinses om kunst te veilen; die had zo makkelijk voorkomen kunnen worden. Het begint met de Rijksvoorlichtingsdienst die weigert te zeggen om welke prinses het gaat. Stel je voor dat we dát zouden weten! Hoe erg zou dat zijn? Nou, helemaal niet. Maar met die geheimzinnigdoenerij wekt de RVD de indruk dat er iets heimelijks aan de hand is, dat iemand beschermd moet worden. Onzin. Bovendien is het niet moeilijk om te achterhalen wie de prinses is.
Maar wat interesseerde Nederland haar? Ze woonde tientallen jaren in het buitenland. En ze ging wel vaker haar eigen gang; belastingontwijking via een postbus op Guernsey vindt ze normaal.
De kunstvoorwerpen komen uit de erfenis van prinses Juliana, verdeeld onder haar vier dochters Beatrix, Irene, Margriet en Christina. Als voormalig koningin en kunstliefhebber weet Beatrix hoe gevoelig het kan zijn om Nederlandse kunst zonder overleg aan het buitenland te verkopen. Ook Margriet, die op verzoek van Beatrix haar hele leven in dienst heeft gesteld van het koningschap, zal zo’n fout niet maken. Bomenknuffelaar Irene heeft niet veel op met aardse zaken; dus blijft Christina over. NRC heeft haar deze week ontmaskerd als de kunstverkoopster.
Tot de kunstvoorwerpen behoort een tekening van de schilder Peter Paul Rubens, die musea graag voor Nederland zouden willen behouden. Hoe moeilijk is het om de tekening met een geschatte waarde van ongeveer drie miljoen euro aan een van de musea hier te verkopen? Aan het Rijks of Boijmans van Beuningen? Maar daar had Christina lak aan. Wat interesseerde Nederland haar? Ze woonde al tientallen jaren in het buitenland. En ze ging wel vaker haar eigen gang; belastingontwijking via een postbus op Guernsey vond ze normaal.
Wijlen Christina was weliswaar geen lid van het Koninklijk Huis, maar wel van de koninklijke familie. Ze is opgevoed met het gevoel van verantwoordelijkheid voor haar bijzondere positie. Maar dat is ze vergeten. Het deerde haar niet dat ze zichzelf en haar familie in opspraak brengt. Wat anderen van haar gedrag vinden, was haar een rotzorg. Het is een familiekwaaltje. Bernhard junior, bezitter van honderden woningen in Amsterdam, heeft er geen moeite mee om landgenoten uit te melken. Naamgenoot-opa vulde als prins-gemaal zijn zakken bij Lockheed, tegen alle regels in. En zelfs de koning had geen idee van de gevoeligheden in dit land toen hij de rol van zijn schoonvader tijdens het militaire regiem in Argentinië openlijk verdedigde.
Ze zouden zich wat vaker en beter bewust moeten zijn van hun bijzondere positie. Een positie bij de gratie Gods volgens Kees van der Staaij, maar volgens de rest van Nederland bij de gratie van het volk.
Soms worden de Oranjes door de politiek tot de orde geroepen, zoals Friso en Mabel toen zij logen over Mabels verleden. D66, altijd kritisch op de handel en wandel van het koningshuis, kaartte de kunstverkoop van Christina aan. Maar hier stond het kabinet machteloos; net als elke andere burger had Christina het recht haar bezittingen te verkopen aan wie dan ook. En omdat zij niet tot het Koninklijk Huis behoorde, was er ook geen enkele minister politiek verantwoordelijk voor haar daden.
De verkoop van de voorwerpen is misschien niet zo vreselijk belangrijk – kunstliefhebbers zullen daar anders over denken – maar toch is hier opnieuw sprake van een onhandige en onnodige actie van de Oranjes, die zich op die manier vervreemden van de bevolking. Ze zouden zich wat vaker en beter bewust moeten zijn van hun bijzondere positie. Een positie bij de gratie Gods volgens Kees van der Staaij, maar volgens de rest van Nederland bij de gratie van het volk.