Er zijn aanwijzingen dat farmaceutische bedrijven in deze tijd van de corona-crisis niet zullen ophouden met het oprijven van prijzen voor medicijnen en doorgaan met het op spel zetten van levens voor hun eigen financieel gewin – tenzij we regeringen ertoe dwingen deze sector aan strengere regelgeving te onderwerpen.
In een Gallup-peiling van 2019 werd Big Pharma gerangschikt als de meest gehate industrie in Amerika. Eén van de oorzaken daarvan is het feit dat grote insulineproducenten de prijzen opdreven om de portemonnee van de aandeelhouders te vullen, waardoor veel diabetici in gevaar kwamen van nierfalen, blindheid en zelfs de dood doordat ze het zich niet konden veroorloven de torenhoge bedragen voor de medicijnen op tafel te leggen.
Bij de huidige corona-crisis hopen sommigen en denken velen dat farmaceutische bedrijven stoppen met het geven van prioriteit aan winst boven het menselijk leven, vooral ook omdat zij miljarden krijgen toegeschoven van regeringen. In ons artikel gisteren hebben sommigen de indruk gekregen dat het vooral Bill Gates’ stichting is die uit is op gewin (en vaccinatie), maar dat is niet onze visie: we hebben niet de illusie dat de farmaceutische industrie zichzelf ineens goed gaat presenteren aan de wereldbevolking, na decennia van misbruik, variërend van prijsopdrijven tot belastingontduiking. Er zijn tekenen dat Big Pharma op zoek is naar een uitbuiting van de huidige volksgezondheidscrisis en activiteiten ontplooit die kunnen voorkómen dat burgers de medicijnen en behandelingen krijgen die ze nodig hebben… tegen prijzen die ze kunnen betalen. Dat Bill Gates enorme belangen heeft in de farmaceutische industrie, en dat het hem óók gaat om geldelijk gewin (hij bezit nog niet voldoende, kennelijk) moge duidelijk zijn.
De VS zijn er op gebrand dat een vaccin in eigen land wordt geproduceerd. Het is niet voor niets dat president Donald Trump Duitse wetenschappers “een miljard dollar” bood voor exclusieve rechten op een coronavirusvaccin dat “alleen voor de VS” zou worden gebruikt. Het zou de Amerikaanse farmaceutische industrie vanwege de wetgeving in de VS en het daarbij behorende farmaceutische winstmodel vele tientallen, misschien wel honderden miljarden dollars kunnen opleveren. Over dat winstmodel zometeen meer.
In een recent artikel in het tijdschrift Fortune werd gesteld dat de farmaceutische industrie “een kans heeft om te schitteren als nooit tevoren en het vertrouwen heeft gewonnen van een publiek dat woedend is over jaren van stijgende medicijnprijzen.” Maar hoe deze industrietak omgaat met deze crisis is al alarmerend, met lobbyisten die het vermogen van regerineng om betaalbare prijzen voor behandelingen af te dwingen, blokkeren en bedrijven die dubieuze winstgevende acties ondernemen uit de mainstream media te houden.
Gezien het verleden is het zaak beducht te zijn voor bedrijven die behandelingen en vaccins voor Covid-19 ontwikkelen. Veel van de bedrijven die vooroplopen bij de ontwikkeling van geneesmiddelen voor Covid-19 zijn met miljarden aan belastinggeld gefinancieerd, wat evenwel niet betekent dat ze in de eerste plaats gericht zijn op het maken van medicijnen, maar historisch gezien vooral hun aandacht richten op activiteiten die aandeelhouders en senior bedrijfsleiders verrijken, zoals het verhogen van aandelenkoersen door het terugkopen van aandelen.
Dus zonder tussenkomst van regeringen zullen beslissingen over de prijsbepaling van de medicijnen sterk worden beïnvloed door de belangen van aandeelhouders. Ceo’s, met hun op aandelen gebaseerde beloningen, zijn niet geïnteresseerd in wat het best is voor de onderneming, maar wel hoe zij het maximale bedrag voor henzelf uit het bedrijf kunnen halen. Ervan uitgaan dat de dingen anders zullen zijn, dat ze zich “moreel” zullen gedragen in het licht van een pandemie, is een sprookje en in feite een misleiding.
Zo hebben we de afgelopen weken kunnen lezen dat de farmaceut Gilead een speciale regelgevende status zocht voor een medicijn om het virus te behandelen. Dat zou de concurrentie hebben beperkt en het bedrijf de voorkeur hebben gegeven met een aanmerkelijke belastingvermindering. Gilead trok zich terug na een publieke verontwaardiging.
We hebben Gilead al zien proberen de status van weesgeneesmiddel voor Remdesivir te verwerven – een status die in het verleden door bedrijven is gebruikt om toegang te krijgen tot financiële subsidies en marktexclusiviteiten die oorspronkelijk bedoeld waren voor geneesmiddelen die zeldzame ziekten behandelen – zelfs als hun medicijn niet in deze categorie valt. De status van weesgeneesmiddel geeft bedrijven meer controle over de prijs van een medicijn voor een langere periode – het is een manier om de winst te maximaliseren tegen hogere kosten voor patiënten en de overheid.
Het is geen toeval dat Gilead ook één van de meest gefinancierde farmaceutische bedrijven is – in de twee jaar nadat de winst van Gilead steeg uit de verkoop van zijn beruchte, hooggeprijsde hepatitis-C-geneesmiddelen, Sovaldi en Harvoni, keerde het bedrijf 4,3 miljard dollar uit aan aandeelhouders als contant dividend. Bovendien kocht het bedrijf voor 21 miljard dollar weer eigen aandelen op.
De Amerikaanse insuline-industrie is een ander voorbeeld. Een studie heeft aangetoond dat tussen 2009-2018 – een periode waarin de catalogusprijs van insuline met meer dan 200% steeg – de drie fabrikanten die de insulinemarkt domineren, 122 miljard dollar aan aandeelhouders uitkeerden in de vorm van contante terugkoop van eigen aandelen en dividenden. We moeten niet vergeten dat voor veel mensen in de Verenigde Staten het op deze manier verhogen van de prijs van insuline levensbedreigend was. Dit was – en is nog steeds – hun crisis op het gebied van de volksgezondheid. Patiënten met diabetes type 1 hebben insuline nodig om te overleven. Uit verschillende rapporten van zowel onderzoekers op het gebied van volksgezondheid als patiëntenorganisaties bleek dat, zoals verondersteld kon worden, hogere prijzen van invloed zijn op het vermogen van veel patiënten om insuline te gebruiken.
De liefdadigheidsinstelling voor diabetes T1International heeft talloze tragische gevallen van patiënten die stierven na een poging om hun insulinerecept te rantsoeneren, gedocumenteerd. Maar dit weerhield de farmaceuten er niet van om de catalogusprijs te verhogen. Uitkeringen aan aandeelhouders gingen ook gewoon door. Er is geen reden om aan te nemen dat farmaceutische bedrijven anders zullen reageren op de nieuwe corona-crisis, tenzij ze daartoe gedwongen worden.
En dat is waar we goed op moeten letten, want het is de vraag of regeringen hier wel voldoende inspanningen voor leveren. De terugslag die Gilead kreeg na het zoeken naar de status van weesgeneesmiddel van patiëntenorganisaties, groepen voor patenthervorming, wetgevers, academici en sommige mainstream mediakanalen is een positieve opsteker voor het groeiende bewustzijn dat bestaat over de prijsstelling en regulering van geneesmiddelen in de Verenigde Staten en daarbuiten. Maar het blijft een kwestie van opletten.
Ontwikkeling, goedkeuring, patentering en prijsstelling van geneesmiddelen worden door het ontwerp gecompliceerd en dat maakt het voor het publiek moeilijk om het systeem goed te onderzoeken. Maar meer mensen leren over de tekortkomingen ervan en leren wat de aandeelhouders die rijk worden feitelijk doen – en dat is niet veel als het erop aankomt. Meer mensen stellen de status-quo ter discussie, en hopelijk zal dat het moeilijker maken voor bedrijven die Covid-19-geneesmiddelen ontwikkelen om de prijzen fors op te poetsen.
Enkele van de meest zorgwekkende mazen en tekortkomingen in goedkeuringsprocessen voor geneesmiddelen die bedrijven in de verleiding kunnen brengen om oneerlijke of abnormale winsten te oogsten, zijn vooral te danken hoe het systeem is ontworpen om te functioneren. We hebben de weesgeneesmiddelenwet al genoemd en het is zeer waarschijnlijk dat andere bedrijven die corona-geneesmiddelen ontwikkelen, óók zullen proberen de status van weesgeneesmiddel voor hun medicamenten te krijgen.
Maar zelfs zonder dat geeft het ontbreken van prijscontroles in het Amerikaanse gezondheidssysteem de bedrijven effectief de vrije hand over het bedrag dat ze voor hun producten in rekening kunnen brengen. Zelfs in therapeutische gebieden waar meerdere, vergelijkbare behandelingen bestaan, betekent “concurrentie” niet dat de prijs daardoor laag zal zijn. In feite zijn er in het afgelopen decennium een aantal behoorlijk verrassende gevallen geweest waarin bedrijven die soortgelijke merkproducten voor een therapeutisch gebied produceren, de prijzen van hun medicijn bijna synchroon verhogen. Dit wordt “schaduwprijsbepaling” genoemd en we hebben het met name gezien bij insuline-medicijnen en medicijnen voor multiple sclerose. Als er ooit een reden was om het vrije-marktmechanisme als een misvatting te verwerpen, dan hoeft u niet verder te zoeken dan bij de farmaceutische industrie!
Op elke manier waarop we het ook benaderen, de grootste bedreiging om de pandemie van Covid-19 in de wereld te overwinnen zodra een behandeling of vaccin is ontwikkeld, is het ontbreken van prijscontroles. Een vaccin moet toegankelijk zijn voor iedereen die het kan gebruiken om effectief te zijn. Zelfs als er meerdere bedrijven zijn die een behandeling of een vaccin produceren – zelfs als er “concurrentie” is – zal de prijs van de medicijnen onvermijdelijk hoog zijn omdat het systeem het toestaat. We zullen eindigen met een paar (waarschijnlijk Amerikaanse – want Bill Gates) bedrijven en hun aandeelhouders die meevallende bedragen uit een pandemie halen, in een tijd waarin vele miljoenen mensen hun baan hebben verloren en moeite hebben om rond te komen.
Er zijn mensen die beweren dat farmaceutische bedrijven het verdienen om grote winsten te maken wanneer ze innoveren. Maar anderen hebben erop gewezen dat het publiek al lang farma-innovatie financiert via de steun van de National Institutes of Health (NIH), de openbare universitaire onderzoeken en dat Big Pharma in toenemende mate zèlf weinig innoveert. Welk innovatiesysteem hebben we nodig om de prijzen op een beheersbaar niveau te houden? Hierbij is het belangrijk het antwoord te weten op de vraag: wie creëert daadwerkelijk waarde in innovatie en wie neemt de risico’s op zich die inherent zijn aan innovatieprocessen?
Het is duidelijk dat de aandeelhouders van farmaceutische bedrijven eigenlijk een relatief minimaal risico nemen in vergelijking met regeringen, die bijna altijd verantwoordelijk zijn voor de initiële financiële investeringen in basiswetenschappen die de basis vormen van de ontwikkeling van geneesmiddelen. Die investeringen doen in een vroeg stadium is ongelooflijk riskant, omdat maar heel weinig van de onderzochte verbindingen daadwerkelijk tot geneesmiddelen zullen worden ontwikkeld.
Onderzoekers van de Bentley University in Massachusetts konden echter vaststellen dat in de VS elk van de 210 nieuwe geneesmiddelen die tussen 2010 en 2016 door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) in de VS waren goedgekeurd, op enig moment in hun ontwikkeling door de NIH (National Institutes of Health) was gefinancierd, wat in totaal op een bedrag uitkomt van meer dan $ 100 miljard. We hebben het dan alleen nog over de VS!
Covid-19 heeft ook scherp in beeld gebracht hoeveel risico werknemers nemen wanneer ze besluiten bij een bedrijf te gaan werken. Veel landen in de wereld zijn nu op weg om sinds de Grote Depressie ongeziene niveaus van werkloosheid te bereiken. Dus als je erover nadenkt nemen aandeelhouders van farmaceutische bedrijven, die in een laat stadium in het proces komen wanneer hen vrijwel kan worden gegarandeerd dat ze dividenden zullen ontvangen en de kans groot is dat hun aandelenwaarde zal stijgen, niet echt veel risico lopen.
Maar we vragen ons af wat in de farma-industrie eigenlijk innovatie is: als patiënten geen toegang hebben tot medicijnen vanwege de abnormaal (onterecht) hoge prijzen, hoe kunnen we dan zeggen dat een medicijn innovatief is? Innovatie moet worden gemeten aan de hand van de daadwerkelijke impact in de wereld, en als patiënten geen toegang hebben tot een medicijn, heeft het geen impact en is het geen innovatie. We zouden dus kunnen stellen dat elk gezondheidszorgsysteem dat de risico’s beperkt voor patiënten die toegang hebben tot hun behandelingen óók het meest innovatief is – en een farmaceutische innovatie is slechts zo goed als het zorgsysteem waarin het wordt geleverd.
Onlangs verscheen er een artikel over een arts voor infectieziekten bij de Yale-universiteit die probeerde een klinische proef te starten voor een medicijn om het virus te behandelen. Hij kreeg een dreigmail van een groot farmaceutisch bedrijf. Het vermogen van deze bedrijven om een onevenredig grote grip op de ontwikkeling van geneesmiddelen te verkrijgen, wordt fundamenteel mogelijk gemaakt door een wettelijk regelgevende infrastructuur die is opgezet om bovenal het winstmotief in de ontwikkeling van geneesmiddelen te beschermen en om ceo’s en hedgefondsmanagers in staat te stellen die winst voor hun eigen persoonlijk voordeel zo groot mogelijk te maken.
Door regeringen gefinancierde onderzoekers die zijn verbonden aan universiteiten, non-profitorganisaties die medicijnen ontwikkelen en andere organisaties die ongelooflijke expertise consolideren maar uiteindelijk niet veel geld ter beschikking hebben, zijn gewoon niet opgewassen tegen wetten die zijn ontworpen om de macht van de farmaceutische industrie te ondersteunen – wetten waar deze bedrijven vaak hard voor lobbyden – en de duurbetaalde juridische teams die ze ter beschikking hebben.
Misschien worden mensen zich er meer dan ooit van bewust dat binnen het huidige systeem hun leven mogelijk afhangt van het gedrag van grote farmaceutische bedrijven. Het was een wake-up call, die steeds meer motiveerde om te leren hoe de ontwikkeling van geneesmiddelen werkt, hoeveel de overheid er financieel aan bijdraagt en het onrecht van winstbejag van iets dat velen nodig hebben om te overleven. De publieke verontwaardiging als reactie op de poging van Gilead om toegang te krijgen tot de status van weesgeneesmiddel is een indicatie dat de tijden kunnen veranderen. Maar regeringen moeten (blijvend) onder druk worden gezet om de prijzen voor vaccins laag te houden – wat zij ook kunnen eisen gezien de 7,5 miljard euro die onlangs bij elkaar is geveegd op de donorconferentie (maar die waarschijnlijk vooral in het voordeel van de famiie Gates lijkt uit te pakken).
We zien ook dat er bij het grote publiek een grotere bekendheid bestaat over het terugkopen van eigen aandelen door bedrijven en hun rol bij de vermeerdering van aandeelhouderswaarde – niet alleen in de Verenigde Staten, waar ze in maart en april de krantenkoppen haalden, maar ook in Europa. De Deense regering kondigde zelfs aan dat het tijdens de corona-pandemie geen financiële steun zou verlenen aan bedrijven die dividenden uitkeren, hun eigen aandelen terugkopen of in een belastingparadijs zijn geregistreerd. Dit soort interventie om het algemeen belang te beschermen en ervoor te zorgen dat enkelen niet kunnen profiteren ten koste van de rest van ons, is ongekend. Hopelijk zien we er meer van.
Eigenlijk zou er een winstmotief bij wet verboden moeten worden als het gaat om een pandemie met een aanzienlijke omvang, vooral als we bedenken hoe de winsten tegenwoordig door farmaceutische bedrijven worden gebruikt. In de afgelopen decennia zijn steeds minder winsten van deze bedrijven geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling of verdeeld onder arbeiders die het medicijn ontwikkelen. Winsten komen steeds meer in de eerste plaats om de belangen van aandeelhouders te dienen. Als de winsten uit de verkoop van geneesmiddelen werden geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling en andere productieve gebieden van het bedrijf die innovatie bevorderen en als beloning voor hun werk aan werknemers worden uitgekeerd, is er misschien een argument voor winst in farmaceutische producten.
Maar dan moeten we ons ècht afvragen waarom de inkomsten uit de verkoop van medicijnen, die mensen nodig hebben om te overleven, zelfs de financieringsbron zouden moeten zijn voor de ontwikkeling van toekomstige medicijnen. Nogmaals, insuline is een interessant voorbeeld. Eén van de farmaceutische bedrijven die insuline vervaardigt, Novo Nordisk, wordt weliswaar zwaar gefinancierd, maar behoudt ongeveer 25% van haar aandelenkapitaal via een houdstermaatschappij, die vervolgens de opbrengsten hiervan gebruikt om in onderzoek en ontwikkeling te investeren. Maar er zijn nog twee grote problemen met een winstgedreven model waarbij winst wordt gebruikt voor onderzoek en ontwikkeling. De eerste is dat er heel weinig publieke controle is over welke medicijnen het bedrijf kan onderzoeken en ontwikkelen. Dit betekent dat bedrijven kunnen beslissen om geneesmiddelen te ontwikkelen op basis van hun winstgevendheid alléén, in plaats van op hun gevolgen voor de volksgezondheid. Geneesmiddelen voor veel voorkomende aandoeningen zijn daarom een populaire keuze voor bedrijven – kijk maar eens hoeveel verschillende medicijnen er zijn voor een depressie.
Ten aanzien van het geneesmiddelenbeleid zijn we er van overtuigd geraakt de kosten van het ontwikkelen van nieuwe medicijnen te socialiseren en een openbare optie te creëren voor de productie van levensreddende medicijnen. Dat is veel logischer dan een systeem waarbij burgers in wezen een groot deel van de rekening betalen voor collectieve medicijnontwikkeling – en nog eens extra worden gepakt als de farmaceutische industrie die medicijnen te duur op de markt brengt.