De Franse president Macron heeft aan de krant Le Parisien verteld dat hij ongevaccineerde landgenoten “het leven zuur wil maken: dat is de strategie”. Zijn politieke tegenstanders maakten vervolgens gehakt van dit staaltje ongebreidelde machtswellust. Terecht.
In het 67 miljoen inwoners tellende Frankrijk zijn ongeveer 5 miljoen mensen niet gevaccineerd tegen het coronavirus, een royale 8% van de Franse bevolking. De president wil de ongevaccineerden in het dagelijks leven beperkingen opleggen, onder meer door ze de toegang te ontzeggen tot restaurants, theaters en bioscopen. “De ongevaccineerden, ik wil ze echt pesten. We zullen dat blijven doen tot het eind. Dat is de strategie”, aldus Macron, die ook nadrukkelijk kritiek heeft op antivaxers: “Een onverantwoordelijk persoon is geen burger meer”. Volgens de Franse minister van Volksgezondheid (Olivier Veran) laat de uitspraak slechts Marcons intentie “om het volk te beschermen” zien. Maar dat is echter precies wat Macron totaal niet doet. De Franse president motiveert een sterke tweespalt in de Franse maatschappij en voedt latente sentimenten.
Geesten rijp maken
Ook in ons land – en de landen om ons heen – worden de geesten rijp gemaakt voor de opvatting dat ongevaccineerden geen verantwoordelijke burgers zijn. Het lijkt alsof we gezamenlijk de lichamelijke integriteit van ‘die anderen’ ter discussie stellen; alsof ze onvoldoende oordeelkundig zijn en daarom enerzijds ongeschikt om aan het maatschappelijke verkeer deel te nemen en anderzijds om ‘onszelf’ te beschermen. Een aanwijzing dat het om regionale clustering van gelijkgestemde ongevaccineerden gaat, is – niet onverwacht – onder andere het aantal SGP-stemmers. In hun kringen leven religieuze bezwaren tegen vaccinatie. Het sociale leven (kerk, school, werk en ontspanning) speelt zich grotendeels binnen eenzelfde groep af. Door deze clustering kunnen epidemieën ontstaan: polio in 1978 en in 1992/93; mazelen in 1999/00, 2008 en 2013/14; rodehond in 2004/05 en de bof in 2007 en 2011/12. Op deze ‘SGP-clusters’ ligt in het bijzonder de focus. In Staphorst bijvoorbeeld, is de vaccinatiegraad ruwweg 50%.
Wat vooralsnog opvallend buiten beeld blijft, is het aantal ongevaccineerden van die andere groep strenggelovigen: moslims. Ook hun sociale leven speelt zich vooral binnen gelijkgestemden af en zij vormen niet minder een risicogroep. In moslimrijke steden als Amsterdam bedraagt de vaccinatiegraad b.v. 60%, in Den Haag 60% en in Rotterdam 55%. Die cijfers wijken dus niet spectaculair af van dorpen als Staphorst (50%) of Spakenburg (60%), maar halen de pers of de aandacht van de landelijke politiek niet.
Vergelijkbaar
De huidige situatie in Nederland is vergelijkbaar met die in 1971. Landelijk was de vaccinatiegraad toen 91,5 procent volgens de website ‘medisch contact’. Er zijn indertijd wel telkens campagnes gestart om de vaccinatiegraad onder religieuze mensen op te krikken, maar niet met de massale verbetenheid zoals we die nu zien, laat staan dat zij tot ‘tweede rang’ werden verklaard of voorzien van verplichte stickers of emblemen, opdat de omgeving kon beoordelen of zij ergens binnen mochten of niet. Althans: nu nog niet. Onze overheid (!) overweegt de zogenaamde 2G-maatschappij in te voeren: Gevaccineerd of Genezen. Die gezondheidsstatus moet dan, zo is het voornemen, met een QR-code (vergelijk: een sticker of embleem) kenbaar worden gemaakt en op grond van die status word toegang verleend, of niet. Het roept onwillekeurig toch herinneringen op aan de periode 1933 tot 1937, toen de geesten in Duitsland rijp werden gemaakt voor de uiteindelijke holocaust. In Frankrijk en Italië is het dus al zover, waarbij mag worden opgemerkt dat beide landen over hun handelen in WO2 eveneens geen bewijzen van verdienste kunnen overleggen. Ook ons land niet overigens.
In ons land is het politieke speelveld voldoende versplinterd voor een ‘verdeel en heers’ -achtige overheid. Dat maakt dat de (top) ambtenaren, toch al niet ongevoelig voor juridisch bindende afspraken buiten de politiek om, het vrij gemakkelijk kunnen hebben. Die ‘vierde macht’ beteugelen zou eigenlijk nu de opdracht moeten zijn aan de regering. Aan de Tweede Kamer nu de taak om op dit dossier de rijen te sluiten en gezamenlijk te voorkomen dat onze maatschappij in tribale groepen wordt opgedeeld.
Waar onze bewindslieden kennelijk naar hebben te luisteren en waar dit volksvijandige beleid door wordt beïnvloedt, mag wel eens duidelijk worden. Wie nu in de Kamer wegkijkt en zwijgt, is straks medeschuldig.