De Europese Commissie wordt vanaf vandaag geleid door de Duitse Ursula von der Leyen. Binnen die Commissie is er – zegt men – eenheid en vastberadenheid, vooral op het gebied van militarisering. EU als militaire grootmacht: het stond van tevoren al vast, immers: je kunt Ursula von der Leyen wel uit het ministerie van Defensie krijgen, maar het ministerie van Defensie niet uit Ursula von der Leyen.
De ambtstermijn van Ursula von der Leyen als Duits minister van Defensie werd gekenmerkt door het feit dat ze veel kleurrijke ballonnen had met absurde ideeën had opgelatem die meestal uiteengespat zijn – bijvoorbeeld parttime werk, óók voor leidinggevenden, of haar “nieuwe” personeelsconcept. De oorzaken voor haar falen lagen altijd bij anderen – de voorkeur van hun voorgangers of de verantwoordelijke soldaten, waarvan ze hen publiekelijk heeft beschuldigd van gebrek aan geschiktheid en efficiëntie.
Von der Leyen heeft in haar thuisland menselijk en professioneel gefaald. Ze heeft geen competente staf kunnen opbouwen. Ze heeft nooit begrepen hoe soldaten zich voelen en denken. Nu heeft ze – met dank aan Merkel – een nieuw speelveld in de schoot geworpen gekregen…… arme EU!.
Sinds Ursula von der Leyen in juni op het nippertje werd verkozen tot voorzitter van de Europese Commissie, is de aandacht van het publiek gericht op de samenstelling van haar toekomstige commissie. Zoals u eerder kon lezen werden drie van de commissiekandidaten vervangen vanwege hun belangenconflicten en technische incompetentie.
Tijdens het proces werd duidelijk dat voorgeprogrammeerde belangenconflicten zich ook zullen voordoen bij nieuw bevestigde commissarissen. Verschillende miljonairs stoeien in de gelederen, zoals B. Thierry Breton, die in de toekomst als industrieel commissaris en het nieuwe directoraat-generaal Defensie-industrie en ruimtevaart de leiding krijgt en aldus feitelijk commissaris voor bewapening wordt.
Hij zal ook een besluit nemen over de toewijzing van de middelen van het “Europees Defensiefonds” (EOF), waarvoor 13 miljard EUR is gereserveerd voor de volgende EU-begroting. Hiervan is ten minste vijf tot tien procent ingesteld voor “disruptieve verdedigingstechnologieën”. De leider in deze technologieën is toevallig de IT-groep Atos, die dicht bij de wapenindustrie stond en wiens baas tot nu toe….. Thierry Breton was. En dat is slechts één voorbeeld van hoe het in Brussel reilt en zeilt.
Inhoudelijk beloofden Ursula von der Leyen en de commissiekandidaten hun afgevaardigden wat ze wilden horen. Sleutelwoorden zoals “minimumloon”, “groene” deal, “vrede” of “digitalisering” waren bedoeld om een koerswijziging over te brengen, een vertrekpunt, maar de bloemrijke woorden leidden alleen af van het idee dat het zou moeten doorgaan als voorheen.
Bezuinigingsbeleid in plaats van een offensief sociaal beleid van armoedebestrijding, geen ambitieus klimaat- en milieubeschermingsbeleid, geen rechtvaardig belastingbeleid. En hoewel de EU een “vredesproject” zou moeten zijn – dat is ons althans wijsgemaakt, investeert ze massaal in militaire herbewapening – en natuurlijk in neoliberale handelsovereenkomsten.
Omdat Ursula von der Leyen sterk, snel en ambitieus wil zijn. Maar op dat snelle valt wel wat af te dingen…
Ursula von der Leyen, moeder van zeven kinderen (dat moet er in artikelen meestal worden bijgezegd), die vanaf vandaag in functie is, wil een “echt geopolitieke commissie” houden in Brussel. Europa moet “de taal van de macht” leren. Wat volgens ons alleen maar kan betekenen: als de EU het heeft, is het er om er gebruik van te maken.
Met welk doel en waar? Overal? En last but not least – hoe? Door de uitgebreide machtsprojectie van een militaire EU en op voorwaarde dat geopolitiek groot machtsdenken nu belangrijker dan ooit is voor de EU?
Een beetje geïnspireerde, zo niet te zeggen, herstellende benadering, die is gebaseerd op patronen waarvan momenteel de Verenigde Staten zich in het Midden-Oosten proberen te bevrijden. Als von der Leyen deze aanpak volgt, zou men verder moeten vragen: Kent de nieuwe voorzitter van de Commissie de staat van de EU? Is het geschikt om het te presenteren als een wereldwijde speler die zijn economische en commerciële macht vèr te boven wil gaan?
Al geruime tijd is de 27-landenregering allesbehalve een monolithische krachtpatser die geostrategische ambities zou kunnen nastreven. Een onvoltooide Brexit is niet alleen een permanent onderwerp, maar is goed voor een aanhoudende crisis. Pas onlangs heeft de afwijkende mening over een mogelijke EU-toelating van Albanië en Noord-Macedonië tegengestelde standpunten onthuld over een voortdurende uitbreiding naar het oosten.
Frankrijk en Duitsland, EU-kernstaten, stellen immers uiteenlopende veiligheidsprioriteiten als het gaat om de toekomstige richting van de EU. President Macron wil dat Frankrijk als Europese macht geopolitiek effectief wordt door te vertrouwen op Europese militaire macht – in de eerste plaats een EU-defensie-unie. Het moet zichzelf vrijmaken van transatlantische beperkingen en grotendeels onafhankelijk van de NAVO opereren. Duitsland daarentegen wordt beschouwd als een toonaangevend Europees land met geopolitieke relevantie, zonder af te wijken van de NAVO. Merkel daarentegen – waarschijnlijk ook als reactie op Macron – beschouwt de transatlantische verankering meer dan ooit als de basis van het Duitse buitenlands en veiligheidsbeleid. Op 27 november deed ze hierover een absolute bekentenis aan de Bondsdag.
Waar wil Von der Leyen zichzelf positioneren met een dergelijke polarisatie in haar “machtstaal”? Op een derde manier, als een derde kracht? Er bestaat twijfel dat de Commissieleden haar ambitie wel allemaal delen.
Het is duidelijk dat de nieuwe voorzitter van de Commissie één doel nastreeft: een einde maken aan het achterblijvende positie van de EU. Vanaf dat moment moet het in staat zijn voordelen en invloedssferen te bieden in het Nabije en Midden-Oosten en in de regio Azië-Pacific. De Duitse minister van Defensie Kramp-Karrenbauer heeft soortgelijke dingen aanbevolen met betrekking tot Duitsland. Men moet deelnemen aan de verhitte rivaliteit tussen de VS en China. Ja ja, binnen de nieuwe EU en haar lidstaten zijn het de vrouwen die het hardst op de oorlogstrom slaan.
Het valt nog te hopen dat Von der Leyen, met haar “echt geopolitieke commissie”, ook bang moet zijn dat Brussel duidelijk is wat dat betekent – waar ze aan beginnen. De EU zou niet aanwezig zijn als een neutrale speler in de Indo-Pacific, maar als een partner van de VS, als een partij in een conflict met een naar boven toe oplopende escalatieschaal.
Nogmaals, het laat zien welke vorm van Leyens concept van geopolitiek al als Duits minister van Defensie had. Het geeft de voorkeur aan een ruimtelijke dimensie, het zoeken naar interventiegebieden en operationele gebieden voor een primair militair engagement wereldwijd. Even terugzappen naar hun verschijning voor de Veiligheidsconferentie van München eind januari 2014, toen werd gezegd dat Duitsland bereid moest zijn eerder, vastberadener en wezenlijker dan voorheen aan het buitenlands en veiligheidsbeleid bij te dragen. Uiteraard moet dit nu ook gelden voor een EU die zich aan de stelregel houdt: meer geopolitiek riskeren betekent politiek effectief zijn.
Waarom niet, na alle ervaringen met geopolitiek in de twintigste en eenentwintigste eeuw, liever geen benadering kiezen die vrij is van de wil tot heerschappij en van politieke macht? Waarom geen wederopbouwprogramma voor Syrië opzetten dat géén randvoorwaarden heeft en alleen de bevolking van dit land ten goede komt, gezien het mislukte Syrische beleid van de EU? Terwijl toch steeds weer beweerd wordt volgens de mensenrechtenwetgeving onverslaanbaar te willen zijn. Waarom geen vredesinitiatief initiëren voor Jemen, dat Saoedi-Arabië beperkt en deelneemt aan de matiging van het conflict door de Verenigde Naties?
In plaats van te raaskallen over een “taal van de macht”, zou Von der Leyen van toon kunnen veranderen. Hoe zit het met een besef van wat “geopolitiek denken” van de grote mogendheden tot op heden heeft gedaan – in Indochina, Irak, Afghanistan, Libië, Syrië, de Balkan, Korea, Oekraïne.
Het idee van Emmanuel Macron om “Europa opnieuw op te richten” ligt ver van Von der Leyen. Wat zij voor ogen heeft is de (hoeveelste?) variant van geopolitiek denken. Wil het met de EU ooit wat worden (en dat gebeurt toch niet) dan is eenheid en vastberadenheid op het gebied van militarisering een harde voorwaarde.
Het nieuwe directoraat-generaal van Breton, met de onopvallende naam van DG Defensie, heeft drie hoofdtaken: militaire ruimtevaartprogramma’s, militaire mobiliteit en de oprichting van een Europese bewapeningsmarkt. Dit laatste vormt ook de sponsachtige juridische basis van miljarden investeringen in de dodelijke industrie. Want volgens Europese verdragen kàn de EU helemaal niet in militaire bewapening investeren. Door allerlei subtiliteiten moet de publieke opinie nu worden misleid.
Terwijl de Europese Commissie dus werkt aan regelingen om de militaire industrie te ondersteunen zonder het te noemen, zijn miljoenen mensen op de vlucht, onder andere voor de wapens van bedrijven die in de toekomst zullen profiteren van EU-wapenovereenkomsten. Mensen sterven in het Middellandse Zeegebied, worden tot slaaf gemaakt in Noord-Afrika, belanden in Griekse hotspots of in Bihac aan de Kroatische grens.
Precies daar is het waar Ursula von der Leyen’s herhaaldelijk geprezen “Values of Europe”, elke dag opnieuw, worden afgebroken.