Een meerderheid van Britten vindt het gebruik van geweld tegenover politici gerechtvaardigd indien dat hen toelaat hun doel te bereiken. Dat is de conclusie van een onderzoek van de universiteiten van Cardiff en Edinburgh bij meer dan 4.000 kiezers in Engeland, Schotland en Wales. Hoewel dit soort peilingen best met een korrel zout worden genomen, lijkt het er toch op dat het Verenigd Koninkrijk in de aanloop naar de brexit een meer gewelddadige plek is geworden.
In de drie landen vindt zowel een meerderheid van brexiteers als remainers dat het gebruik van geweld tegenover politici gerechtvaardigd is als daarmee het einddoel bereikt kan worden. De ondervraagden gaven niet aan dat ze zelf geweld zouden gebruiken om hun doelstelling te bereiken.
Wales (47%) uitgezonderd denkt een meerderheid Engelsen (52%) en Schotten (61%) ook dat de brexit uiteindelijk tot het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk zal leiden.
Ook gevorderde maatschappijen kunnen dus ten prooi vallen aan geweld en dat geweld begint altijd met opruiend taalgebruik. Duitsland was bij het begin van vorige eeuw een van de meest ontwikkelde naties ter wereld op zowel cultureel als technologisch vlak. Hetzelfde geldt voor Groot-Brittannië. In zulke beschaafde landen leek het gebruik van geweld in de maatschappij ondenkbaar. Maar in Groot-Brittannië wordt nu de politie ingezet om politici of straat te beschermen (foto).
Rusland en Turkije hebben verkiezingen, maar zijn daarom geen democratieën
De Turkse schrijver Elif Shafak trekt in een opiniestuk op de website van Politico een interessante parallel.
“Democratie is veel kwetsbaarder dan algemeen wordt aangenomen. Het is een delicaat ecosysteem van ‘checks and balances’. Referendums en verkiezingen, hoe cruciaal ook, volstaan niet om de democratie te handhaven. Laten we niet vergeten dat Rusland verkiezingen heeft. Ook Turkije heeft verkiezingen. Geen van beide is een democratie. Naast de stembus gaat democratie over de rechtsstaat, de scheiding van machten, vrije media, academische onafhankelijkheid, mensenrechten, vrouwenrechten en rechten van minderheden.“
Shafak ondersteunt zijn stelling met wat in zijn eigen land is gebeurd. De regering Erdoğan kwam er aan de macht door hervormingen, vrijheid en pluralisme te beloven. Hij deed exact het tegenovergestelde. De media werd gemuilkorfd, academici en journalisten belandden in de gevangenis, burgerbewegingen werden monddood gemaakt. Ooit kandidaat voor toetreding tot de EU, parkeerde Erdogan zijn land in een mum van tijd in de marge van het Europese project.
‘Wij tegen zij’ en ‘het volk tegen het establishment’
Aan de origine van dit traject: de giftige taal van de verdeeldheid. ‘Wij tegen zij’ en ‘het volk tegen het establishment’, aldus Shafak. Erdogans AKP deed zich voor als de enige vertegenwoordiger van het volk. “Wij zijn het volk”, zei Erdoğan. “Wie zijn jullie?”
Wie de regering bekritiseert heeft als gevolg daarvan kritiek op het volk. Waarbij elke oppositie wordt gedwarsboomd in de naam van het volk. Volgens Shafak verschilt wat in Hongarije en Polen aan de gang is trouwens niet veel van wat in Turkije gebeurt.