De mate waarin groepsdruk ons individuele gedrag beïnvloedt, is vooral duidelijk in tijden van corona.
De mens als kuddedier
In een van de experimenten die Asch uitvoerde, werden zeven tot negen jonge mannen, allemaal universiteitsstudenten, samengebracht in een kamer voor een “psychologisch experiment” op het gebied van visuele waarneming. De onderzoeker legde uit dat het een kwestie was van het vergelijken van de lengte van de lijnen en presenteerde twee grote witte kaarten aan de deelnemers. De ene toonde slechts één verticale lijn, de standaardlijn, de tweede kaart toonde drie verticale lijnen van verschillende lengtes.
De proefpersonen werd gevraagd de drie regels te noemen die even lang waren als de standaardlijn op het eerste kaartje. Een van deze drie lijnen was eigenlijk exact even lang, terwijl de andere twee afwijkingen van enkele centimeters vertoonden. Er zijn talloze testrondes uitgevoerd, elk met verschillende paren kaarten.
Met uitzondering van één testpersoon waren alle deelnemers vooraf door de onderzoeker geïnstrueerd om op bepaalde punten een foutief antwoord te geven; Voor de niet-ingewijden waren er twee opties: hij kon vasthouden aan zijn perceptie en de mening van de meerderheid tegenspreken of, tegen zijn eigen oordeel, tegen wat hij met eigen ogen zag, zich aansluiten bij de mening van de meerderheid. Het experiment leidde tot een verrassend resultaat: de 123 nietsvermoedende proefpersonen bogen in 36,8 procent van de gevallen waarin de andere deelnemers opzettelijk een verkeerd antwoord gaven en zich bij de meerderheid voegden, voor groepsdruk.
Om de vraag te onderzoeken of de weerstand van het individu tegen groepsdruk afhangt van de mate van verkeerde inschatting van de meerderheid, is het lengteverschil tussen de standaardlijn en de overige lijnen systematisch vergroot. Gehoopt werd dat de meerderheid op een gegeven moment zo duidelijk ongelijk zou hebben dat elke deelnemer zijn of haar eigen mening zou tegenspreken en vasthouden. Het lukte de onderzoekers echter niet: zelfs met een verschil van 18 centimeter tussen de lijnen waren er nog proefpersonen die het eens waren met de mening van de meerderheid.
De meerderheid is niet almachtig
Een ander resultaat van de testreeks is significant met betrekking tot coronafraude: de experimenten toonden aan dat zelfs als het oordeel van de testdeelnemer die aan de meerderheidsdruk wordt blootgesteld door slechts één andere persoon wordt gesteund, de meerderheid een groot deel van hun macht verliest.
“De druk die ze konden uitoefenen op de proefpersoon met het juiste antwoord werd teruggebracht tot een kwart – dat wil zeggen, de proefpersonen antwoordden slechts een kwart zo vaak foutief als onder druk van een unanieme meerderheid” (1).
Dit is waarschijnlijk een van de belangrijkste redenen waarom het Corona-kartel zulke drastische censuur- en sociale uitsluitingsmaatregelen toepast tegen devianten, vooral als ze beroemdheden en bewezen experts zijn.
Bronnen en opmerkingen:
(1) Georg Brunold (red.): Handbook of human knowledge. Conjectures from 2500 jaar, Berlin, Galiani, 2018, page 218.