Nederland zou met zijn “chronische begrotingsoverschot” veel meer moeten investeren. Door de hand minder strak op de knip te houden, zou Den Haag economische groei kunnen aanjagen.
Dat betoogde Christine Lagarde, de aanstaande president van de Europese Centrale Bank (ECB), in een interview op de Franse radio.
Landen met fiscale ruimte hebben “niet de nodige actie ondernomen” op het vlak van investeringen, zei de Française op radiozender RTL. “Daarbij denken we natuurlijk aan landen met chronische begrotingsoverschotten als Nederland en Duitsland”, lichtte ze toe. “Waarom zou je het fiscale overschot niet investeren in infrastructuur, onderwijs of innovatie om een betere balans aan te brengen?”
Econoom Kees de Kort vindt dat Lagarde, die deze week aantreedt als voorzitter van de centrale bank voor de eurozone, haar boekje te buiten gaat. “De ECB heeft precies één taak: inflatie”, zegt hij tegen BNR. “En groei, dat hoort gewoon niet bij de taken van de ECB.”
In Lagardes oproep klinken opmerkingen van haar voorganger Mario Draghi door. Onder zijn bewind kwam de ECB met veel monetaire stimuleringsmaatregelen als renteverlagingen en opkoopprogramma’s van obligaties.
Het gewenste resultaat werd maar deels behaald. Het is daarom aan overheden om een duit in het zakje te doen, betoogde de onlangs afgetreden ECB-preses meermaals.
Lagarde vindt dat er in de muntunie te weinig solidariteit bestaat. Een gemeenschappelijk begroting voor eurolanden zou volgens haar een goed middel zijn om meer eenheid te creëren tussen de eurolanden. Over de reikwijdte van zo’n eurozonebegroting wordt in Brussel veel gesteggeld.
Nederland voldoet aan de Europese begrotingseisen
De Nederlandse overheid ontving in de eerste helft van 2019 bijna 14 miljard euro meer dan zij uitgaf. Het begrotingsoverschot van de Staat kwam daarmee uit op 1,8 procent van het bruto binnenlands product. De overheidsschuld als percentage van het bbp komt halverwege 2019 uit op 50,9 procent, tegenover 52,4 procent eind 2018.
Nederland voldoet daarmee ruimschoots aan de Europese eisen, waarbij het begrotingstekort niet groter mag zijn dan 3 procent van het bbp en de staatsschuld maximaal 60 procent van het bbp mag bedragen.
De Europese Commissie uitte eerder dit jaar ook kritiek op het Nederlandse begrotingsoverschot. Ze spoorde Den Haag in februari nog aan meer te investeren in niet alleen tastbare zaken maar ook bijvoorbeeld in intellectueel eigendom en onderzoek en ontwikkeling.
Brengt Lagarde ons spaargeld in gevaar?
Spaarders zijn gewaarschuwd. Onder leiding van Lagarde gaat de ECB een andere koers varen, waarbij de koopkracht van uw geld van ondergeschikt belang is. Dat blijkt uit verschillende uitspraken die de kersverse centraal bankier van de eurozone heeft gedaan. Ze is nog maar net begonnen, maar gaat nu al grenzen over die Draghi niet durfde te passeren.
Bijna twee maanden geleden schreef ik dat Lagarde de onpartijdigheid van de ECB in gevaar brengt. Dat vermoeden wordt nu bevestigd. Niet alleen wil ze meer sturing in het opkoopprogramma van de centrale bank (de ECB moet zogeheten green bonds opkopen), ook voert ze de druk op landen op om meer fiscaal te stimuleren. Deze week zei ze dat Nederland en Duitsland meer geld moeten uitgeven om de economie te stimuleren:
“Diegene die ruimte hebben om te manoeuvreren, die een overschot op de begroting hebben, zoals Duitsland en Nederland, waarom gebruiken die hun overschot niet om te investeren in infrastructuur? Waarom investeren ze niet in onderwijs? Of in innovatie, om een betere herbalancering mogelijk te maken.”
Lagarde leest landen de les
Het is zeer ongebruikelijk voor de president van de ECB om landen bij naam te noemen. Deze heeft namelijk alleen het mandaat om in het belang van de eurozone als geheel te handelen. Landen aanspreken op hun begrotingsbeleid hoort daar niet bij, zeker niet als het gaat om landen die hun begrotingsbeleid wél op orde hebben. Waarom immers kwamen Griekenland, Italië en Spanje tijdens de eurocrisis wel in de problemen en Nederland en Duitsland niet?
In de Keynesiaanse economieboeken staat dat overheden een anticyclisch beleid moeten voeren en geld opzij zetten in hoogconjunctuur. Nederland en Duitsland vervullen daarin juist een voorbeeldfunctie. Lagarde echter denkt dat er niet genoeg solidariteit is. “We delen een munt, maar we delen nog niet zoveel begrotingsbeleid”.
De vraag is dan wat Lagarde precies verstaat onder solidariteit. Hoe solidair is het om Nederland en Duitsland de les te lezen, terwijl de zuidelijke landen met onverantwoord fiscaal beleid het voortbestaan van de euro bedreigden? En hoe solidair is het naar de bevolking toe om de staatsschuld verder op te laten lopen? Zeker nu de geluiden over een aanstaande economische crisis aanwakkeren en we juist meer buffers moeten opbouwen…
Spaargeld van ondergeschikt belang
Door de extreem lage rente staan pensioenfondsen onder druk en levert sparen niets meer op. Het is de erfenis van Draghi, maar wel één waar Lagarde achter staat. In een gesprek met de Franse radio RTL zei ze dat het creëren van werkgelegenheid belangrijker is dan de veiligheid van ons spaargeld.
“Hadden we anders niet in een situatie met veel hogere werkloosheid en een veel lagere groei gekregen? En hebben we uiteindelijk niet het juiste gedaan door voorrang te geven aan banen en economische groei in plaats van de bescherming van spaarders? We moeten ons gelukkiger prijzen dat we werk hebben dan dat ons spaargeld beschermd is.”
Als dit Lagarde’s prioriteiten zijn, dan bent u als spaarder gewaarschuwd. Formeel heeft de ECB uitsluitend het mandaat om prijsstabiliteit te bewaken, maar nu sluipt er langzaam een tweede mandaat bij in. Net als de Federal Reserve, die dit mandaat wel heeft, lijkt ook de ECB zich nu te gaan bekommeren om werkgelegenheid.
Een zorgelijke ontwikkeling, want uit de woorden van Lagarde kunnen we afleiden dat deze twee niet altijd samen gaan. En als Lagarde nu al zegt dat de veiligheid van spaargeld van ondergeschikt belang is, dan is het oppassen geblazen. Was het bovendien niet het IMF onder leiding van mevrouw Lagarde dat in 2013 met het idee kwam van een superheffing op spaartegoeden?