Wall Street probeert wanhopig omhoog te krabbelen, na de rampzalige beursdag, gisteren. De grote megabanken spelen zoals zo vaak een grote rol op de beurs, en het feit dat het hele financiële systeem op die vijf pijlers rust, zou toezichthouders (en beleggers) moeten alarmeren. Maar de overheid laat het ook op dit punt afweten.
Toen op Wall Street gisteren de “closing bell” een einde maakte aan de grote uitverkoop, sloot de Dow Jones Industrial, dat ’s middags meer dan 900 punten was gedaald, met een verlies van 767 punten of 2,90%. De 500-index van Standard and Poor’s sloot nog dieper in het rood met een verlies van 2,98%.
Maar die verliezen zagen er mild uit vergeleken met wat er gisteren gebeurde met vier van de grootste banken op Wall Street. Bank of America, moeder van de gigantische retailbankenketen Merrill Lynch, sloot af met een verlies van 4,42%. Morgan Stanley, dat in december toen de bankenaandelen ook in de uitverkoop gingen ook een flink pak slaag kreeg, verloor 3,87%, terwijl Goldman Sachs niet ver achterbleef met een verlies van 3,67%.
De bank met de meeste buitenlandse exposure en een monsterbailout in 2008, Citigroup, wat in een eerlijke en efficiënte markt tot forse dalingen van de bankaandelen zou hebben geleid, verloor 3,59%. (JP Morgan Chase, wiens CEO, Jamie Dimon, heeft geprobeerd de markt te hersenspoelen met de mantra dat de bank een “balans zo solide als een fort” heeft, kwam precies overeen met de S&P 500 en verloor 2,98%.)
Opmerkelijk is dat twee van de verzekeringsmaatschappijen die volgens het Office of Financial Research (OFR) via derivaten onderling verbonden zijn aan de megabanken van Wall Street, hebben gisteren ook grote verliezen geleden. Lincoln National verloor 3,75%, terwijl Ameriprise Financial 3,58% kwijtraakte.
Het Office of Financial Research is opgericht onder de financiële hervormingswetgeving van Dodd Frank van 2010 om het roekeloze gedrag van Wall Street aan te pakken (het gedrag dat leidde tot de financiële crash van 2008), de grootste economische omwenteling sinds de Grote Depressie. Het doel is om “een licht te laten schijnen in de duistere hoeken van het financiële systeem om te zien waar risico’s naartoe gaan, om te beoordelen hoe groot een dreiging kan zijn die ze kunnen vormen, en beleidsmakers te voorzien van financiële analyse, informatie en evaluatie van beleidsinstrumenten om die risico’s te verminderen.”
Blijkbaar houdt de Trump-administratie deze hoeken van het financiële systeem liever in het duister omdat ze de begroting van de OFR heeft uitgehold en haar personeel heeft ontslagen.
Het “Financial Stability Report 2017” (PDF hier) van de OFR uitte toen nog de volgende waarschuwing naar de markten:
… een aantal van de grootste verzekeringsmaatschappijen hebben via derivaten uitgebreide financiële connecties met Amerikaanse G-SIB’s [Global Systemically Important Banks – wereldwijd belangrijke systeembanken]. Voor sommige verzekeraars is het moeilijk om deze connecties op basis van openbare gegevens te evalueren. Verzekeringsholdingmaatschappijen rapporteren hun totale derivatencontracten in geconsolideerde algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). Verzekeraars zijn verplicht om uitgebreidere details over de derivatencontracten van de dochterondernemingen van hun verzekeringsmaatschappijen te rapporteren in wettelijk gedeponeerde documenten, inclusief gegevens over individuele tegenpartijen en het type derivatencontract. Maar derivaten kunnen ook worden gehouden in andere gelieerde ondernemingen die niet aan deze wettelijke bekendmakingen zijn onderworpen, wat resulteert in aanzienlijk minder informatie over de derivaten van sommige gelieerde ondernemingen dan vereist is in de wettelijke rapporteringen van verzekeraars.
De eenvoudige vertaling van de bovenstaande paragraaf is dat een herhaling van de implosie van een gigantische verzekeringsmaatschappij als gevolg van het feit dat het de zondebok wordt van Wall Street vanwege de blootstellingen van alle grote banken aan derivaten, zoals AIG in 2008 gebeurde, nog steeds mogelijk is. AIG ontving een bailout van $ 185 miljard, waarvan de helft de achterdeur uitging om zijn derivatenschulden en de overeenkomsten voor het uitlenen van effecten aan mega-banken in Wall Street (en hun buitenlandse tegenpartijen) af te lossen.
Wat er met deze megabanken van Wall Street gebeurt, is van cruciaal belang voor de financiële gezondheid van de Amerikaanse economie. Dat komt omdat het CONgres er (bewust) niet in is geslaagd deze banken in beheersbare stukken op te splitsen. Ze beheersen nu de overgrote meerderheid van gevaarlijke derivaten, terwijl ze tegelijkertijd de overgrote meerderheid van de federaal verzekerde / door de belastingbetaler “gedekte” deposito’s bezitten, die de spaargelden en pensioenen van de doorsnee-Amerikanen vertegenwoordigen.
Om te benadrukken hoe geconcentreerd dit risico is, schreven onderzoekers van het Office of Financial Research het volgende in een rapport van februari 2015 (PDF hier):
Hoe groter de bank, hoe groter het potentiële overloop-effect als het concern over de kop gaat; hoe hoger de hefboomwerking, hoe gevoeliger het is om in gebreke onder stress te blijven; en hoe groter haar connectiviteitsindex, des te groter het deel van het bankroet dat in het bankensysteem stroomt. Het product van deze drie factoren biedt een algehele maat voor het besmettingsrisico dat de bank voor het financiële systeem vormt. Vijf van de Amerikaanse banken hadden bijzonder hoge besmettingsindexwaarden: Citigroup, JP Morgan, Morgan Stanley, Bank of America en Goldman Sachs.
Volgens het Office of the Comptroller of the Currency (OCC) (PDF hier) zaten de bankholdings van diezelfde vijf banken per 31 maart 2019 op ondenkbare niveaus van derivaten: in notionele (nominale hoeveelheid) derivaten had JPMorgan Chase $ 58,7 biljoen; Citigroup had $ 51,5 biljoen; Goldman Sachs Group had $ 50,8 biljoen; Bank of America hield $ 37,9 biljoen aan, terwijl Morgan Stanley op $ 35 biljoen zat. Zoals u weet is een biljoen gelijk aan duizend miljard. Deze vijf banken vertegenwoordigden 86% van alle derivaten die in handen zijn van de meer dan 5.000 federaal verzekerde banken in de VS.
En er is een groeiende bezorgdheid dat er niets nuttigs of productiefs wordt gedaan met deze derivaten, maar dat ze worden gebruikt om onsmakelijke winsten te bieden en om kapitaalvereisten bij de grote banken te manipuleren.
In een ander rapport van de OFR in 2015 (PDF hier) toonden onderzoekers Jill Cetina, John McDonough en Sriram Rajan aan hoe de megabanken in Wall Street met hun kapitaalvereisten speelden door derivaten te gebruiken als “kapitaalverlichtingstransacties”. Het rapport leidde tot het nieuws dat de activiteiten van JPMorgan Chase’s beruchte London Whale-traders, die voor $ 6,2 miljard aan door cliënten ingelegde gelden verloren met transacties in derivaten met een hoog risico, gewoon een poging tot een kapitaalverlichting was die mislukte.
De onderzoekers schreven toen:
De verliezen van JPMorgan Chase & Co. in de London Whale-zaak in 2012 waren het resultaat van het gebruik van CDS (Credit Default Swaps) dat werd ondernomen om gereguleerde kapitaalvermindering te verkrijgen op posities in het orderboek.
Op 24 juni van dit jaar hebben voorzitter Jay Clayton van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC), voorzitter J. Christopher Giancarlo van de Amerikaanse Commodity Futures Trading Commission (CFTC) en CEO Andrew Bailey van de Britse Financial Conduct Authority (FCA) de volgende gezamenlijke verklaring afgegeven met betrekking tot de kredietderivatenmarkten:
Het voortdurende streven naar verschillende opportunistische strategieën op de markten voor kredietderivaten, met inbegrip van – maar niet beperkt tot – die welke “gefabriceerde kredietgebeurtenissen” worden genoemd, kan de integriteit, het vertrouwen en de reputatie van de markten voor kredietderivaten nadelig beïnvloeden, evenals markten meer in het algemeen. Deze opportunistische strategieën roepen verschillende problemen op onder effecten-, derivaten-, gedrags- en fraudebestrijdingswetten, evenals bezorgdheid over het openbare beleid.
Ofwel: toezichthouders in de VS en aan de andere kant van de vijver zijn zich ervan bewust dat kredietderivaten worden gebruikt om bedrijfsstandaarden te produceren teneinde meevallende betalingen te innen door kopers van kredietderivaten. Omgekeerd blokkeren financiële instellingen die kredietderivatenbescherming hebben verkocht, het begin van een dreigend bankroet tot nà het verlopen van het derivatencontract – om te voorkómen dat er betalingen moeten worden gedaan. In beide situaties is er een sterke aanwijzing dat er sprake is van frauduleuze marktmanipulatie en dat de persoon aan de andere kant van de derivatenhandel wordt bedrogen.
Vorige maand heeft de Amerikaanse Commodity Futures Trading Commission (CFTC) de ongekende stap gezet om een YouTube-video te plaatsen (zie hieronder), waaruit blijkt dat het op de hoogte was van meerdere methoden die kopers en verkopers van Credit Default Swaps (CDS) gebruikten om de markt te manipuleren. De CFTC-sprekers waren zich zó goed bewust van de gebruikte tactieken dat ze zelfs afbeeldingen plaatsten waarin “de zwendel” stapsgewijs werd uitgelegd.
CFTC-voorzitter J. Christopher Giancarlo verklaart dit als volgt in de video: “In de afgelopen twee en een half jaar hebben we 14 strategieën geobserveerd, waarvan er zeven in slechts het afgelopen half jaar hebben plaatsgevonden.”
We zien hier een onthutsende degeneratie van overheidstoezicht. De federale regelgeving van Wall Street is kennelijk teruggebracht tot het plaatsen van een YouTube-video om financiële schurken te waarschuwen dat de overheid weet watzij aan het uitspoken zijn, in plaats van de personen die de markt manipuleren daadwerkelijk te arresteren en te vervolgen.
Het is al tientallen jaren bekend dat er een draaideurprobleem bestaat in de Verenigde Staten, maar de omvang hiervan werd pas volledig duidelijk na de financiële crisis. Voor degenen die van dit fenomeen nog niet gehoord hebben: het verwijst naar de “draaideur”-beweging van wetgevers en regelgevers, tussen de regelgevende instanties en bedrijven en organisaties die zij reguleren.
Een voorbeeld zou zijn als u voor de Security and Exchange Commission zou werken en op een dag uw baan opzegt en wordt aangenomen bij Goldman Sachs, een dan voor u voormalig bedrijf dat u aan het controleren was. Dit lijkt op het eerste gezicht misschien oké, maar als we echt de effecten ervan op de hele industrie onderzoeken, dan wordt het duidelijk hoeveel corruptie er is op Wall Street (en buiten de VS).
Het grootste probleem is verreweg hoe de draaideur-praktijken bedrijven de mogelijkheid bieden om de regulering als geheel in de industrie te beïnvloeden. De meeste mensen die bij de toezichthoudende instanties werken, verdienen geen salarissen die ook maar in de buurt komen van de salarissen van de bedrijven in de particuliere sector, wat het verleidelijk maakt om er gezellig bij te horen.
Er is een enorme “de ene dienst is de andere waard”-mentaliteit onder toezichthouders die met de Big Five-banken werken, in de hoop dat als ze de andere kant opkijken of bepaalde problemen onder de radar houden, ze op een dag een baan aangeboden binnen het bedrijf.
We zien dat heel vaak binnen de politiek, ook in ons land, en het meest aansprekende voorbeeld was wel de “vakbondsman” Wim Kok.
Wall Street-bedrijven beweren dat het niet gebeurt, maar de realiteit is dat dit gebruikelijk is bij banken en andere grote Wall Street-bedrijven, waarbij enkele jaren geleden Opensecrets.org meldde dat er toen meer dan 6.000 werknemers waren overgestapt van toezichthouders naar de particuliere sector of vice versa.
Het hele punt is: een regelgevende instantie is er rvoor om te zorgen dat bedrijven het systeem niet misbruiken, wat onmogelijk wordt gemaakt wanneer de mensen die naar deze bedrijven zouden moeten kijken in wezen in hetzelfde team zitten. De laatste jaren is Goldman Sachs zo’n grote speler geworden dat na een groot onderzoek werd ontdekt dat de Federal Reserve-geheimen naar een Goldman-medewerker werden gelekt.
Goldman verloor alle mogelijkheden om de Federal Reserve te raadplegen voor de nabije toekomst, maar heeft nog steeds twijfelachtige wervingspraktijken. De afgelopen tijd is het zo erg geworden dat de Federal Reserve eerder al had aangekondigd dat het consultants van de banken die het onderzoekt, naar verschillende kantoren zou verplaatsen, zodat ze verder weg van de regelgevende medewerkers zouden komen te staan. U weet toch nog wel dat Mario Draghi gewerkt heeft bij Goldman Sachs, dat Griekenland met frauduleuze praktijken de eurozone heeft binnengesjoemeld?
De wervingspraktijken van banken, met betrekking tot het inhuren van voormalige toezichthouders, zijn in wezen een vorm van wettelijk toegestane omkoping. Er is officieel geen lijn die niet wordt overschreden als dit meer winst of minder regelgeving voor de banken betekent. We hebben dit ook gezien in de hoeveelheid lobbywerk die banken doen om boetes die hun winstmarge bedreigen, omlaag te halen.
Het is dan ook niet gek om te denken dat de wetten die nu worden gecreëerd in de nabije toekomst weer zullen worden ingetrokken.
Het valt niet mee iets te verzinnen hoe je dit soort situaties kunt aanpakken. Er zijn radicale dingen die we zouden kunnen doen, zoals wetten maken die toezichthouders verbieden te gaan werken voor de organisaties die ze reguleren, gedurende een bepaalde periode na het opgeven van hun oude baan, maar dit soort wetten zullen niet worden aangenomen. De reden dat dat niet gebeurt, is omdat de banken er collectief belang bij hebben dit soort wetten niet in te laten voeren en ze zullen lobbyen totdat ze worden ingetrokken. Bovendien zijn veel van de wetgevers die via het partijkartel worden uitgekozen om dit soort wetten te maken vaak ook de grootste gebruikers zullen zijn van het draaideurfenomeen.