De vrijwilligers van de Voedselbank Overvecht deden vorige maand een wanhopige oproep voor meer voedsel. Er was een tekort aan rijst, pasta, potgroenten, olie, melk, vlees, verse groenten en fruit. In de weken erna was er meer om uit te delen, maar dat betekent niet dat de situatie nu is opgelost. De rij wordt namelijk steeds een stukje langer.
Lydia Klomp is een van de vrijwilligers bij Voedselbank Overvecht. Zij trok een aantal weken geleden aan de bel bij onder meer DUIC, omdat er minder voedsel was om voldoende pakketten samen te stellen. Wekelijks worden tientallen pakketten uitgedeeld, maar volgens Klomp groeit de rij. Momenteel zijn er 120 voedselpakketten om uit te delen in Overvecht. “Iedere week wordt de rij weer iets langer”, zucht Klomp.
Eind vorig jaar werden er nog negentig huishoudens geteld in Overvecht die in aanmerking voor een voedselpakket, maar dat zijn er inmiddels een stuk meer. Het zorgt voor een tekort aan veel producten. “Sinds het begin van de zomer hebben we de grootste moeite om een volwaardig pakket samen te stellen. En je wilt de mensen wel wat meegeven natuurlijk.”
Flinke rij
Er heeft zich al een flinke rij gevormd in het oude schoolgebouwtje Burezina aan de Jeanne d’Arcdreef in Overvecht. Het is 14.00 uur en de voedselpakketten zijn gereed. Als de deuren opengaan kunnen de mensen een voor een hun pakket ophalen. “Voor vijf personen!”, roept een vrijwilliger van achter een tafel. Een krat wordt uit de juiste rij gepakt, meegegeven aan een deelnemer die alle boodschappen in zijn meegebrachte tas gooit.
‘Wij willen een pakket uitdelen waar mensen drie volwaardige maaltijden uit kunnen koken’
Sommige mensen geven iets terug omdat ze het product niet gaan gebruiken, maar over het algemeen gaat alles dankbaar mee. De Voedselbank wil wekelijks gezond en gevarieerd eten geven aan mensen die onder een bepaalde grens leven. “Wij willen een pakket uitdelen waar mensen drie volwaardige maaltijden uit kunnen koken”, vertelt Klomp. Dat zijn artikelen als rijst, aardappels of groente, maar ook wat verse artikelen en af en toe wat broodbeleg. “En als de Albert Heijn het aan ons wil geven zijn er ook wel eens verzorgingsproducten. Wasmiddel is heel prijzig, maar denk ook eens aan billendoekjes voor mensen met baby’s. Hartstikke duur en mensen hebben die wel echt nodig.”
De locatie in Overvecht is onderdeel van de stichting Voedselbank Utrecht en draait volledig op vrijwilligers. De vrijwilligers delen iedere donderdag voedselpakketten uit. Er worden producten gedoneerd door leveranciers, maar ook door particulieren. Eind 2018 waren er in totaal 550 Utrechters afhankelijk van het werk van de Voedselbank. “Mensen die in aanmerking willen komen voor een pakket worden helemaal doorgelicht”, vertelt Klomp. “Ze moeten aan van alles voldoen om aan te tonen dat ze een beroep mogen doen op hulp van de Voedselbank. Wij zijn een noodvoorziening en dat betekent dat mensen ook weer uit moeten stromen.”
‘Er moet veel meer aan armoedebestrijding worden gedaan’
Het is een gemêleerd gezelschap in Overvecht op de donderdagmiddag van de uitgifte. “Je ziet er oude en jonge mensen, van Nederlandse en andere afkomst, hoog- en laagopgeleid. De meeste mensen hebben een huur- of zorgachterstand of komen in de problemen doordat er bijvoorbeeld terugvorderingen zijn of te maken hebben gehad met een verslaving of psychische problemen hebben. Honderd mensen, honderd verhalen”, vertelt Klomp.
De meeste mensen bij de Voedselbank zijn doorverwezen door het buurtteam. Klomp vertelt dat veel mensen schaamte hebben om aan te kloppen bij de Voedselbank. “Mensen doen er heel lang over om te komen en dan wordt er soms echt honger geleden. Het is niet iets waar men trots op is, om hier in de rij te gaan staan. Soms hebben mensen al een hele tijd een lege koelkast. Schrijnend.” Bij de Voedselbank proberen ze daarom ook een plek te zijn waar mensen hun verhaal kwijt kunnen. Hulpverleners zijn ze niet, maar door te luisteren naar wat mensen meemaken hopen ze wel een plek te zijn waar mensen zich op hun gemak kunnen voelen. “Er zijn mensen die dit als een tweede huiskamer zien, maar dat hoeft natuurlijk niet. Onze primaire taak is het verstrekken van voedsel en je hoopt dat mensen dan ook wat minder stress hebben.”
Klomp zegt met plezier als vrijwilliger te werken bij de Voedselbank, omdat het zo concreet is. “Dit is echt helpen. Toen ik nog werkte bij a.s.r. verzekeringen dacht ik vaak na over de zinnigheid van mijn werk”, ze glimlacht even. “Dat hoef ik hier nooit. Er zou veel meer aan armoedebestrijding moeten worden gedaan, maar ik ben de boosheid wel voorbij dat een Voedselbank nodig is in Nederland.” Inmiddels is de rij al een stuk opgeschoven en zijn een hoop monden weer een aantal keren gevoed. Klomp kijkt nog even naar de rij en zegt dan: “Het is helaas hoe het werkt.”
Wekelijks worden zo’n vijfhonderd Utrechtse huishoudens, via één van de tien voedseluitgiftepunten in de wijk, voorzien van een pakket. Sinds 2017 vallen de tien Utrechtse voedselbanken onder één stichting, de Stichting Voedselbank Utrecht (SVU). Sinds dit jaar worden de voedselpakketten in een centraal magazijn in Utrecht aan de Arkansasdreef samengesteld. Zo is er geen aparte opslagruimte nodig bij de uitgiftepunten en kan een buurtcentrum worden gebruikt als plek waar Utrechters hun eten kunnen ophalen. De Voedselbank wil armoede tegengaan, maar ook het verdwijnen voedseloverschotten verminderen. Redenen voor aanmelding kunnen zijn: te hoog beslag op toeslagen, betalingsregelingen met schuldeisers waarvan de bedragen te hoog zijn, inwonende kinderen van achttien jaar en ouder die geen kostgeld kunnen betalen, mensen die net een verblijfsstatus hebben maar waarvoor de uitkering en toeslagen nog opgestart moeten worden en verhoging van de normbedragen.