In de Financial Times van gisteren verdedigen de eerste ministers van Denemarken (Mette Frederiksen), Nederland (Mark Rutte) en Zweden (Stefan Lofven) en de Oostenrijkse kanselier (Sebastian Kurz) het ondertussen bekende standpunt van de ‘frugal four’ (letterlijk: het spaarzame viertal, maar vaak ook minder vleiend aangeduid als de ‘vrekkige vier’).
“De EU heeft al drastische maatregelen genomen om met ongeziene massa’s geld de economie en de tewerkstelling te ondersteunen. En wij, de ‘spaarzame vier, willen nog meer doen.” Immers: “Werknemers van Volvo in Zweden en van Philips in Nederland hangen af van de economische ontwikkeling in Griekenland en Slowakije. Hoe sterker de Italiaanse en Spaanse economie, des te beter voor Denemarken en Oostenrijk. En vice versa.”
Maar daarbij mogen belangrijke principes niet overboord gegooid worden, schrijft het viertal. “Hoe zou het plotseling verantwoord kunnen zijn om 500 miljard euro geleend geld uit te geven en de rekening naar de toekomst te verschuiven?” Geen sprake van subsidies dus, maar landen die er nood aan hebben moeten zelf een deel van deze 500 miljard lenen en terugbetalen “in line with sound economic principles”. Boven de partijpolitieke grenzen heen blijven de vier dus verenigd in hun verzet tegen de Commissievoorstellen; Frederiksen en Lofven zijn sociaaldemocraten, Kurz een christendemocraat en Rutte een liberaal. Het blijft uitkijken met welke compromisvoorstellen Europees ‘president’ Charles Michel zal komen om de Europese eensgezindheid weer te doen zegevieren.
Michel moet niet dezelfde fout begaan als de gewezen Griekse minister van financiën Varoufakis, die probeerde zijn collega’s te overtuigen met economische argumenten. Van een aantal elementaire feiten is het viertal blijkbaar niet op de hoogte. Hun bewering “there is no such thing as new or fresh money. Money spent will also have to be earned and paid back — by taxpayers” wordt haast dagelijks tegengesproken door de Europese Centrale Bank, die al duizenden miljarden euro ‘nieuw en vers’ geld creëerde voor zijn quantitative easing (QE) initiatief, waar hoofdzakelijk de bankwereld van profiteert.
Dit commentaar verscheen eerder op Ander Europa.