‘Society‘ journalist Jort Kelder, en ‘Internetondernemer‘ Alexander Klöpping hebben een sfeervol programma waarin de ‘Technologische Revolutie‘ het centrale thema is.
Sfeer is belangrijk, anders kijkt er niemand. De verpakking van een boodschap is al geruime tijd veel belangrijker voor de ‘kijkcijfers‘, of de ‘opkomst‘, of de ‘oplage‘, dan de inhoud. En de inhoud dient ‘politiek correct‘ te zijn, terwijl de ‘styling‘ van de presentator eerder ‘opzichtig‘ moet zijn. Of anders moeten (enkele van) de ‘gasten‘ excentriek zijn om het programma ‘smoel‘ te geven.
De ‘signature‘ glimlach van Rutte, het geblondeerde haar van Wilders, de bretels van Kelder, de ADHD van van Nieuwkerk, de elitaire teksten van Thierry, het woeste kapsel van Boris Johnson, en de oranje uitstraling van Trump. De ‘anti-helden‘ Sjef van Oekel en Barend Servet waren hun tijd ver vooruit.
Dat brengt mij terug bij het programma van Kelder en Klöpping, waar de ‘Internetondernemer‘ het publiek voorhield dat veel banen in de ‘dienstverlening‘ zouden gaan verdwijnen. Het was Kelder een (gespeelde?) gruwel. In de productie was door de ‘automatisering‘ al geen werk meer te vinden, in de distributie is het ook ‘over-en-sluiten‘. En wat moeten al die mensen dan gaan doen met hun leven als ook de werkgelegenheid in de dienstverlening eraan gaan?
Klöpping zag als laatste ‘aanlegplaats‘ de ‘creatieve beroepen‘. Maar hoeveel sfeervolle programma’s zijn er nog nodig? En wie gaat dat betalen? En hoe lang nog, voordat iedereen ziet dat een stel aan elkaar geknoopte zilverkleurige ballonnen geen miljoenen waard is, als je ze bij AliExpress kunt bestellen voor minder dan dertig Euro. En innovatief is het ook niet, want ver voordat Koons geboren werd maakten ze op de kleuterschool al beesten van ballonnen. Die hele kunstwereld is een loterij. Je zet een eigenaardige bril op, trekt opzichtige kleding aan, leest je een beetje in om op de hoogte te zijn van de ‘namen‘ die de ronde doen, leert wat jargon uit je hoofd, en je bent ‘kunstkenner‘. Als je vervolgens een netwerk opbouwt van ‘kunstkenners‘ en mensen met geld, kun je daarna je eigen kunstenaars een ‘kontje‘ geven, en wordt het een vorm van broodwinning.
Zelf houd ik van wijn, kunst, muziek, reizen, persoonlijke ontwikkeling, houtbewerking, en constructie, en nog een hele waslijst met activiteiten die ervoor zorgen dat ik mij niet verveel. Op geen van die gebieden ben ik een ‘specialist‘, al kan ik geïnteresseerde medemensen in veel gevallen wel wegwijs maken, en inspireren. Tegelijk erken ik dat er mensen zijn die op al die terreinen mij nog een hele hoop kunnen leren. Maar ik weet ook dat ‘duur‘ als regel ‘gebakken lucht‘ is. Naarmate je je smaak ontwikkelt kun je vaak niet meer genieten van de ‘eenvoudige‘ dingen, en zie je wat er ‘mis‘ is op een niveau dat ver af staat van functionaliteit. Ik ben er niet zeker van dat zo’n zelf geconstrueerde gevangenis, of blikvernauwing, een verrijking is. Voorbij een bepaald punt is het erg eenzaam, aan de ‘top‘. Dat zoveel begaafde mensen zo kort leven, of op enig moment ‘doorgesnoven‘ raken, of van zichzelf een ‘kunstwerk‘ maken door hun oor af te snijden, of ergens vanaf te springen, lijkt mij een propositie die je je kinderen niet snel voor zal willen zetten als een te bereiken ideaal.
Overigens ben ik het in zoverre met Klöpping oneens, dat we volgens mij al veel langer in die toekomst leven, zonder dat we ons er bewust van zijn. Hoewel de spectaculaire groei van ‘entertainment‘ zonder veel problemen in kaart te brengen is, vrees ik dat ook daar de automatisering weinig heel zal laten van die ‘industrie‘ als ‘virtual reality‘ binnenkort ‘user oriented‘ wordt via de decodering van hersengolven, en ‘acteurs‘ en ‘actrices‘ die ‘on demand‘ worden geschapen op basis van gemeten impulsen, waardoor we 24/7 in een weelderige roes kunnen leven, gevuld met romantiek, of dystopische avonturen, al naar gelang, heel sfeervol ingekleed door een computer. Naar wens aangevuld met fysieke ervaringen. (Zie HIER en HIER. En HIER voor actuele militaire toepassingen). De enige vraag is dan: Wie gaat dat betalen?
Op de één of andere weinig intelligente wijze vluchten we voor die vraag uit. Maar waar het met de ‘Kunst‘ versus ‘kunst‘ nu al zo is dat het in feite een loterij is, waardoor je puissant rijk wordt van gefröbelde ballonnen, of ingepakte gebouwen, omdat de donateur graag gezien wil worden als ‘mecenas‘, in een wereld waarin imago alles is, valt die geldstroom weg als we permanent ondergedoken zitten in onze privé-wereld, die zoveel bevredigender is dan de realiteit, waar we door ‘MeToo‘, ‘actiegroepen‘ en ‘Identity Politics‘ op de huid worden gezeten. En dat laatste fenomeen, dat ons ‘ondergronds‘ jaagt, is het product van de eerdere ‘oplossing‘ voor het probleem van de automatisering: Meer regelgeving. Meer bestuurlijke lagen. Meer ‘BullShit‘-banen.
De opkomst van de ‘Gedachtenpolitie‘, waar ik in mijn vorige bijdrage enige woorden aan wijdde, is de doodsstrijd van die sector, die met de moed der wanhoop probeert zichzelf ‘werk‘ te verschaffen. Dat ‘werk‘ werd al gedragen door overal belastingen over te heffen, verpakt als ‘tarieven‘, ‘accijnzen‘, en verplichte ‘adviezen‘, of ander juridisch geneuzel, waardoor China (en andere exporteurs) de rekeningen betaalden voor onze ‘LifeStyle‘, maar dat is over. Dus wat nu?
In DIT artikel legt de auteur Godfree Roberts, die in Thailand woont, nog even fijntjes uit hoe dat ook alweer zit met ‘5G‘, en waarom een land dat vooraan loopt met de ontwikkeling een beslissende voorsprong heeft. En waarom Duitsland economische zelfmoord pleegt als het Huawei buiten de deur zet. Het is daarbij van belang om u te realiseren dat niet slechts het ontwikkelen van de ‘vraag‘ de doorslag zal geven, maar veel eerder de visie van de bestuurders, en de beschikbaarheid van fondsen om die ontwikkeling op gang te houden. Vanuit de Nederlandse telecom- en internetbedrijven is ruim voldoende aandacht. Maar die is er op gericht ‘klanten‘ te bedienen. De vraag waar die klanten het geld vandaan gaan halen om ervoor te betalen blijft onbeantwoord. We kunnen niet allemaal bestuurder of presentator worden, of ‘frutsels‘ gaan maken en ons excentriek uitdossen in de hoop dat we opgemerkt worden door een miljardair die van gekkigheid niet weet wat hij met zijn geld moet doen.
Overigens is de ‘bijvangst‘ van een teveel aan regelgeving, die neiging om onder te duiken en je af te wenden van de samenleving die steeds bedreigender wordt voor je originele ‘zelf‘, volkomen contraproductief waar het ons vermogen betreft om oplossingen te bedenken voor dit soort toch wel érg belangrijke vragen. Tevens is de op ‘sfeer‘ leunende ‘klimaatdiscussie‘ in deze vorm ook alles behalve gunstig voor het kanaliseren van de steeds schaarser wordende middelen om ons ervan te verzekeren dat er nog leven is na de automatiseringsgolf. Hoogste tijd dat we ons herpakken, en die hersenen weer gaan gebruiken voor wat logisch denkwerk, voor het niet meer hoeft. ‘Cut the crap!‘