Decadentie is oorspronkelijk een Frans woord, dat verwijst naar ‘verval’, in het bijzonder de ineenstorting van het machtige Romeinse Rijk.
Decadent Lijvige studies werden geschreven over de oorzaken, waarbij uiteenlopende auteurs verwijzen naar een hele reeks valide argumenten. En in het verleden heb ik al veel aandacht geschonken aan Amy Chua’s tweede imposante boek, ‘Day of Empire: How Hyperpowers Rise to Global Dominance – and Why They Fall’, gepubliceerd in 2007, net voor de ‘kredietcrisis’, waarin ze verschillende ‘wereldrijken’ die kwamen, en gingen, onder het vergrootglas legt, en terugkerende elementen aanwijst.
Uiteindelijk werd ze bekender als iemand die de opvoedkundige traditie van de ‘Tiger Mother’ verdedigde, in contrast met de snel om zich heen grijpende ‘Woke’-praktijk.
Sinds de introductie van het woord heeft het sluipenderwijs een andere betekenis gekregen. In Nederland wordt het gelijkgesteld met ‘verspilling’ in een enge Calvinistische betekenis, als een kritiek op medemensen die zich schuldig maken aan vertoon van ‘Overdaad’. Toch is ‘Pracht en Praal’ als zodanig niet de oorzaak van ‘verval’, of de voorbode van het naderende einde van een cultuur.
Geheel los van het gegeven dat iets wat de één aanmerkt als ‘Overdaad’, voor de ander wel degelijk functioneel is, een bruikbare verrijking, en dus geen ‘verspilling’. Tegelijk, en u zult dat herkennen als een terugkerend punt van kritiek op dit blog, zijn er zekere ‘functies’ die tegen aanzienlijk lagere kosten gerealiseerd kunnen worden, doorgaans door niet toe te geven aan de druk van ‘Green Washing’.
Bij gebrek aan een ‘messcherpe’ definitie van decadentie, hanteer ik als criterium dat het staat voor zinloze destructie, misbruik van schaarse producten of grondstoffen, zinloze activiteiten (‘Bull Shit Jobs’), en het niet onderhouden van functionele systemen, gebouwen en voorzieningen, waardoor die in verval raken, en uiteindelijk moeten worden gesloopt, zonder dat er iets nieuws, en beters beschikbaar is.
Als ik in een rijk aangekleed etablissement een kostbaar gerecht bestel, wat anderen zich niet kunnen veroorloven, of waar ze niet zoveel geld aan uit willen geven, omdat ze andere prioriteiten hebben, is dat niet decadent. Tenzij ik het niet opeet, of het aan mijn hond voer. Dat laatste is meteen al omstreden, maar het voeren van de dieren en de microben in de ‘afvalverwerking’ zie ik in dit verband niet als een ‘dragende activiteit’.
Een jonge vrouw die in het Parijse hotel waar ik verbleef een stoel bijschoof voor haar Chiwawa, om het beest vervolgens te voeren met mensenvoedsel van het ontbijtbuffet, valt in de categorie decadent, wat mij betreft. (In het restaurant waar ik naar link heb ik nog nooit gegeten, maar fraai, als je van die stijl houdt, en het restaurant heeft een ‘naam‘ hoog te houden, en is beslist niet goedkoop! Als die stijl je niet bevalt, en je eet liever ‘Friet van Piet‘, ook goed. Hou je geld over voor andere, voor jou belangrijke dingen.)
De Calvinist zal het niet met mij eens zijn dat een kostbaar gerecht in een exclusief etablissement functioneel is, zolang ik mijn bestelde spijzen en drank ook nuttig. En we hebben een felle discussie vrees ik, als ik de aanschaf van verpakt voedsel, en een deel daarvan weggooien, omdat het teveel is, aanmerk als decadent. Mijn keuze om mijn eigen geld te besteden aan een product en een service waar een reeks andere mensen werk door hebben, staat aan het eind van een functionele keten.
Niet slechts het voedsel wordt door mij betaald, maar eveneens het onderhoud aan dat etablissement, en alles wat daarmee samenhangt. Het is mogelijk dat, buiten mijn controle, verspilling plaatsvindt, maar waar ondernemers hun eigen winst willen optimaliseren, zal dat een drijfveer zijn om die verspilling te stoppen.
Nu introduceren we in die keten de overheid, op voorhand een kostenpost. Zorgt die overheid voor functies en voorzieningen die per saldo kosteneffectief zijn door ‘schaalvergroting’? Dan zijn ze goed bezig. Intervenieert die overheid vanuit een Calvinistisch principe in die keten om die onbetaalbaar te maken, dan kost het eenieder binnen die keten zijn of haar baan, en berokkent de overheid schade aan de belangen van haar burgers.
In het bijzonder als ze die ontslagen mensen vervolgens een ‘Bull Shit Job’ aanbiedt als alternatief. Die Calvinist zet de bijl in de wortels van het imperium, samen met activisten die zich aan kunstwerken en doorgaande wegen vastlijmen, critici het spreken en schrijven onmogelijk maken, en de elite die zich van de overheid bedient om de eigen, individuele, onproductieve macht uit te breiden. De burger die keuzes maakt voor zichzelf, en de ondernemer die inspeelt op de vraag in de ‘markt’, denken niet na over nut en noodzaak. Hun activiteit zorgt ervoor dat de welvaart toeneemt, met gezonde correcties waar de vraag verandert.
Een overheid die hen vrij laat, en hun activiteit ondersteunt door initiatieven die té groot, of té complex zijn voor een onderneming, maar niettemin cruciaal voor de samenleving als geheel, met gemeenschapsgeld te realiseren, geeft die gemeenschap vleugels. De Calvinisten en zendelingen met hun ‘Goede Bedoelingen’ trekken de pennen uit de vleugels, waardoor we ter aarde storten, crashen, opbranden en niet veel meer achterlaten dan ruïnes.
ructieve, parasitaire, verspillende neigingen kruipt op enig moment in een welvarende samenleving. Amy Chua had een punt. De ‘Tiger Mother’ kan overdrijven, maar je moet het geld wel eerst verdienen voor je het uit kunt geven. ‘Woke’ staat daar diametraal tegenover, en kijkt niet naar inkomsten en uitgaven, investeringen of onderhoud. Het heeft als dynamiek ‘vernieuwing’, en als bron van inkomsten ‘We’.
Niet ‘Ik’ kan mij dat veroorloven, maar ‘We’ kunnen ons dat veroorloven. Wát kunnen ‘We’ ons veroorloven? Grote infrastructurele projecten? Meer instellingen ten behoeve van welzijn en zorg? Diplomatie ten bate van de handel met andere landen? Nee. Want dat is ‘geprivatiseerd’ en/of onderworpen aan de grillen van Calvinisten en zendelingen, en de bevliegingen van rechters. ‘We’ hebben geld voor gesubsidieerde fratsen en oorlogen. Tot het op is.
De komende twee dagen, wellicht drie, zult u het zonder mijn bijdragen moeten stellen, omdat ik mij dan overgeef aan het genieten van wat het leven te bieden heeft bezijden deze ‘oefeningen’ in ‘zedelijkheid’. Daarna pak ik de draad weer op.