Pas onlangs gaf de Deense gezondheidsautoriteit groen licht voor het gebruik van de coronatablet Molnupiravir van het Amerikaanse farmaceutisch bedrijf Merck & Co. (MSD). Maar de verwachte rush naar het medicijn kwam niet uit. Naast de risico’s is dit vooral te wijten aan het feit dat huidige studies de effectiviteit volledig in twijfel hebben getrokken.
Nadat het VK in november de Molnupiravir COVID-tablet van het Amerikaanse farmaceutische bedrijf Merck Sharp & Dohme ( MSD; Merck & Co. in de VS en Canada ) had goedgekeurd, volgde Denemarken bijna twee weken geleden en gaf het groen licht voor het gebruik van deze COVID – Medicijnen – ook al heeft het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) het medicijn nog niet goedgekeurd, maar alleen richtlijnen opgesteld voor spoedoperaties. In Denemarken vreesden artsen een stormloop op de “wonderpil”, maar die kwam voorlopig niet.
Molnupiravir was een van de eerste medicijnen die hoogrisicopatiënten konden nemen in de vorm van een tablet als bescherming tegen COVID-19. De eerste veelbelovende onderzoeken kwamen tot de conclusie dat het medicijn ernstige kuren voor een groot deel kon voorkomen. Maar de aanvankelijke hype over molnupiravir is nu merkbaar afgenomen. De door Deense huisartsen gevreesde rush naar het medicijn is niet uitgekomen. Maar niet alleen huisartsen, ook specialisten staan sceptisch tegenover het gebruik van de pil en twijfelen niet alleen aan de effectiviteit, maar waarschuwen ook voor de risico’s. Deze artsen zullen daarom waarschijnlijk verbaasd zijn over de koers van de Deense gezondheidsautoriteiten, aangezien ze hun scepsis over het medicijn al hadden geuit in het vakblad Ugeskrift for Læger .
Een eerste tussentijdse analyse van gegevens tussen mei en begin augustus 2021, waarbij iets meer dan 750 met COVID-19 besmette proefpersonen waren betrokken, toonde een relatieve risicoreductie van bijna 50 procent. Bij een tweede groep van 646 mensen die tussen augustus en oktober 2021 dezelfde behandeling kregen, was de relatieve risicoreductie slechts 30 procent. Ongeveer 80 procent van de deelnemers aan de studie woont in Europa of Latijns-Amerika. Vooral bij de tweede groep was er nauwelijks statistisch significant verschil tussen de proefpersonen die het middel kregen en degenen die een placebo kregen.
De sterk verminderde effectiviteit in het latere onderzoek zou enerzijds kunnen komen doordat de deltavariant van het coronavirus bij de eerste analyse nog niet overheersend was, waardoor het middel mogelijk minder effectief zou zijn tegen de deltavariant. Over de effectiviteit ten opzichte van de nieuwe Omikron-variant is nog niets bekend. Verschillen in demografie en locatie van de onderzoeksgroepen kunnen echter ook van invloed zijn geweest op de onderzoeksresultaten, omdat op het eerste gezicht volgens de artsen niet kan worden aangenomen dat de virusvarianten een rol spelen bij de effectiviteit van het antivirale medicijn. In een subgroep van Europeanen waarvan bekend was dat ze besmet waren met de Delta-variant, De Deense artsen konden in ieder geval geen effect van molnupiravir vaststellen. Daarom komen de medische professionals tot de conclusie:
“In het beste geval is het weggegooid geld. In het slechtste geval kan het hen schaden als patiënten met COVID-19 worden behandeld met een medicijn dat minder effectief is dan de medicijnen die we tegenwoordig gebruiken.”
Professor Jan Gersthof, specialist infectiegeneeskunde bij Rigshospitalet in Kopenhagen, vreest dat een groot aantal van de getroffenen mogelijk behandeld kunnen worden met een medicijn met twijfelachtige effecten. Daarnaast wezen wetenschappers op internationaal niveau al relatief vroeg op de risico’s van het middel van Merck Sharp & Dohme. Molnupiravir introduceert fouten in de genetische samenstelling van het virus terwijl het repliceert. Deze fouten in het nieuw gecreëerde virus hebben dan tot gevolg dat het virus niet meer zou moeten kunnen overleven en zich niet meer kan vermenigvuldigen. Er bestaat echter ook het risico dat de werkzame stof het kopieerproces in menselijke cellen verstoort en daardoor fouten in het menselijk genoom inbouwt. Experts hadden gewaarschuwd dat dit kanker kan veroorzaken en ook de opkomst van nieuwe, resistente virusvarianten kan bevorderen. De werkzame stof mag daarom niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap of bij vrouwen die kinderen willen krijgen. Het medicijn mag ook niet worden gebruikt tijdens het geven van borstvoeding.
Desalniettemin heeft Denemarken een substantiële voorraad van dit controversiële medicijn veiliggesteld: 450 miljoen Deense kronen (ongeveer 60,5 miljoen euro) zal de komende twee jaar in molnupiravir worden geïnvesteerd. Met het oog hierop zei senior arts Hanne Rolighed, die onder meer de Deense gezondheidsautoriteiten adviseert, dat de beslissing “vreemd” was:
“We vinden het heel vreemd dat ons advies in dit geval is genegeerd.”
Ook had ze kritiek op het feit dat nieuwe behandelingen normaal gesproken moeten worden goedgekeurd op basis van goede, solide studies met voldoende bewijs. Ondertussen zit men echter in een heel andere situatie en weet men vaak zo goed als niets van de medicatie en handelt men op basis van persberichten. De gezondheidsautoriteiten zaten in een moeilijke positie, maar ze moesten professioneel handelen.