De ochtend na haar H.J. Schoo-lezing was het al op verschillende plekken te horen: als Dilan Yeşilgöz deze lijn volhoudt, is zij de perfecte opvolger voor Mark Rutte. De inhoud van haar betoog gaf daar alle aanleiding toe. Haar woorden waren zalf op de wonden van de gezeten burgers, die hun zekerheden zien verwaaien in de ene maatschappelijke storm na de andere.
Het ging Yeşilgöz niet om de verarming, de oorlogen en de geruchten van oorlogen. Dat zijn vervelende onderwerpen waar je als VVD’er geen garen mee kan spinnen. Bovendien richt de partij zich van oudsher tot mensen die er warmpjes bij zitten of naar buiten die indruk willen wekken.
Liever leid je met zulk kiesvolk de aandacht af in de richting van onderwerpen die het aan de stamtafel al sinds jaar en dag goed doen: de tanende eerbied voor gezagsdragers, boze boeren en burgers die bij ministers aan de deur rammelen, wappies, wokies en drugsgebruikers. Daar kun je gemakkelijk een negatieve mening over vormen. Die kun je zonder moeite geselen vooral als je geen namen noemt.
Het is een oude truc. Je brengt mensen gemakkelijker bij elkaar tegen vijanden dan voor oplossingen. Wijs een diffuse vijand aan. Definieer die als de grote bedreiging. Noem geen namen want als je namen noemt krijg je weerwerk: ¨de¨ wokies, ¨de¨ cocaïnesnuivers. Het model is in de negentiende eeuw ontdekt en door veel politieke entrepreneurs met succes toegepast.
Dilan Yeşilgöz noemde twee namen wel: Thierry Baudet en Wybren van Haga. Daar is het gemakkelijk tegen schoppen. Die zijn volledig gediscrediteerd. Zij hebben zich als serieuze aanvallers van de VVD op rechts door hun eigen gedrag buiten spel gezet. Over Eerdmans en Wilders zwéég de minister. Tegelijk bewees zij lippendienst aan het falen van de overheid op het gebied van het Groninger aardgas en het toeslagenschandaal.
Nu was de weg vrij voor het aanvallen van Bürgerschreck I en Bürgerschreck II, de drugs en het antiracisme. Yersilgöz schetste het beeld van een Nederland dat uiteindelijk door drugsgebruikers tot een narcostaat wordt gemaakt. Zij creëren immers de vraag.
Zo zette de minister een eerste stap naar het criminaliseren van honderdduizenden Nederlanders die gemakkelijker in de kraag zijn te vatten dan de Taghi´s op deze wereld: de gebruikers met een paar grammetjes voor eigen neus op zak. Dat mensen nu eenmaal geneigd zijn tot het gebruik van genotsmiddelen en dat een verbod een zegen is voor misdaadorganisaties, zal tot haar en haar aanhang nooit doordringen. Zij zullen nooit toegeven dat de war on drugs allang is verloren en dat voortzetting vooral leidt tot maatschappelijke ontwrichting.
Juist het verbod op drugs maakt Nederland tot een narcostaat. U en ik snappen dat, minister Yeşilgöz niet. Integendeel, zij baseert een politiek verdienmodel op deze verloren oorlog. Aan dit front laat zich een perfect vijandbeeld schetsen.
Dan zijn er de wokies. Deze wokies maken deel uit van een imaginaire beweging die volgens velen op rechts een politiek correcte dwangstaat willen vestigen. Daar is geen sprake van. Het komt wel eens voor dat radicale studenten het vocabulaire van een docent willen veranderen, maar daar gaat men al gauw schouderophalend aan voorbij.
Je ziet wel eens schrijvers en professoren op bepaalde media klagen over het feit dat ze tegenwoordig niks meer mogen zeggen en dat hun vrijheid van meningsuiting in gevaar is gebracht maar dat is gewoonlijk inbeelding, veroorzaakt door het feit dat er in de collegezaal een groeiend aantal studenten zit met een andere kleur en/of een andere culturele achtergrond dan zijzelf. Ze stellen om zo te zeggen een nieuw soort vragen, waar het zittende docentencorps nog niet aan gewend was.
Ze willen weten hoe je nu precies de afbeeldingen op het statievoertuig des konings moet zien. Er ontstaat soms wel eens onbegrip. En er vinden debatten plaats, bijvoorbeeld over de oorsprong van Zwarte Piet. Iedereen die Joop al langer volgt, weet hoe ik daar persoonlijk in sta. Dat levert heel veel weerwoord op maar bij dit alles wordt niemands vrijheid van meningsuiting bedreigd.
Toch heerst er aan vele stamtafels en in menig huiskamer angst voor dit soort ontwikkelingen. De gezeten burgers verliezen het monopolie op hun levensstijl. Die is niet langer de maatstaf voor iedereen. Als zij hun straat uitlopen zien zij misschien de toren van een kerk. Onder de preekstoel zitten zij al lang niet meer maar het is toch een vertrouwd beeld. Nu kan het gebeuren dat ze een minaret zien. Dat komt toch anders over als je er niet van kindsbeen af aan gewend bent.
Dilan Yeşilgöz vertelde precies wat de gezeten burgers wilden horen. En dan is zij nog allochtoon ook. ¨Zie je wel¨, klinkt het aan de stamtafels en in de huiskamers: ¨Zij zegt het zelf ook. Ze is geweldig. Zie je wel dat wij geen racisten zijn.¨
Niet voor niets begon Yeşilgöz de H.J. Schoo-lezing met een relaas over de vlucht van haar ouders voor de Turkse junta van 1980. Als klein kind kwam zij zo in Nederland terecht, waar je toen nog niet naar Ter Apel moest om in de regen voor de deur te slapen. Zij behoort tot de categorie immigranten die de deur het liefst achter zich dicht trekken als zij zelf eenmaal binnen zijn. De VVD heeft er wel meer van in de gelederen, zoals vader en zoon Elian of Malik Asmani. In de ogen van de gewone partijleden zijn zij het zout der aarde.
Dilan Yeşilgöz is inderdaad de ideale opvolger van Mark Rutte.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.