Een dolgedraaide militair zet enkele vragen op scherp. Moeten we meer foute meningen verbieden? Of juist strijden tegen het verbieden van meningsuiting? Hoe woke is onze samenleving? En is kritiek op Van Ranst meteen haatspraak?
Het ritueel
Het is een ritueel geworden: extremisme veroordelen. ‘In onze samenleving is geen plaats voor haatspraak, racisme of oproepen tot haat en geweld, tegen wie ook. Zoiets is onaanvaardbaar en strafbaar.’ Deze keer was het de minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) die de rituele formule uitsprak. Het al even rituele applaus als antwoord kwam van de meerderheid in De Kamer.
We hebben rituelen nodig, maar dit ritueel verbergt een hele verschuiving in onze maatschappij. Er is minder en minder nog aanvaardbaar. Het gaat er niet om of je het eens bent of oneens. Wel dat meer en meer meningen als fout of verboden worden bestempeld.
Foute meme
Wie vroeger een aangebrande mop vertelde op café of onder vrienden, kreeg gelach en verontwaardiging. Vandaag is een foute meme genoeg om je werk te verliezen of carrièreplannen in rook te zien op gaan. Het internet heeft een sterk geheugen en google onthoudt alles.
Zo is het vaste prik geworden bij nieuwe politici. Tegenstanders of journalisten kammen hun tijdlijn op de sociale media uit op zoek naar die ene foute meme, die ene like voor een fout bericht, het lidmaatschap van een foute groep of een foto op een fout feestje of een foute betoging. Voor je het weet ben je een verspreider van haatspraak. Een nieuw containerbegrip waar de vrijheid van mening zonder duwen in past.
Grenzen stellen
Natuurlijk zijn er ook echt strafbare feiten. Maar waar ligt de grens tussen afwijkende meningen en foute en vervolgbare feiten? Die vraag is actueel door de vlucht en klopjacht op Jürgen C. Een zwaarbewapende en goed getrainde militair die met munitie en een duidelijke afscheidsbrief uit de kazerne verdween.
Hoe ging defensie om met de beschuldigde militair? Maar ook, wat kan je doen en wanneer grijp je in? Het probleem is dat je geen tweede kans krijgt om te laat in te grijpen. En grijp je te vroeg in, dan zou je wel eens kunnen raken aan fundamentele vrijheden van de militair.
Fout van defensie
Alles wijst erop dat defensie in deze zaak niet zorgvuldig gehandeld heeft. Ze hadden voorlopige maatregelen moeten nemen. Zoals prof Kenneth Lasoen op Doorbraak zei, iemand die door de ADIV wordt geseind als gevaarlijk geradicaliseerd en bovendien ook op de lijst van het OCAD staat als ‘nauwkeurig in het oog te houden’ zet je tijdens het tuchtonderzoek niet in als de verantwoordelijke voor het wapendepot.
Maar Lasoen wijst ook op een dieper liggend maatschappelijk probleem: ‘Ik wil wel waarschuwen voor het gladde ijs waar we ons potentieel op begeven wanneer we zeer streng gaan zijn ten aanzien van militairen. Het lijkt op dit moment, tijdens dit incident, aantrekkelijk om iedereen buiten te zetten die niet genoeg ‘Belg’ is, die niet volledig in de pas loopt en voldoet aan de ideologische waarden van de Rechtsstaat. Misschien is het in een steeds meer naar extremen evoluerende samenleving aangewezen om zo streng te zijn. Maar hoe lang gaat het duren voor we in een situatie komen waarbij één of andere commandant verdachtmakingen gaat lanceren omwille van een persoonlijke afkeer tegenover een voor het overige voorbeeldige militair?’
Woke leger
Krijgen we straks een woke leger? Een leger waar geen plaats is voor Vlaams-nationalisten of moslims? Of voor wie moppen vertelt die racistisch, vrouwonvriendelijk of homofoob zijn en dito posts op sociale media plaatst? Waar dergelijke regels de poort openzetten naar een verklikkingscultuur met een open deur naar willekeur. Of erger, waar een beschuldiging geldt als veroordeling.
Die vragen gelden niet enkel voor defensie. Het is de tendens om meningen strafbaar te maken die een probleem vormen. Onze maatschappij schuift daar alsmaar verder in op.
Mag je vinden dat er te veel migranten zijn in dit land? Ja, dat mag. Je mag dat ook zeggen. Net zoals je die mening ook verwerpelijk mag vinden. Vandaag wordt geprobeerd om dergelijke mengingen te categoriseren als haatspraak en te verbieden. We hebben geen wetten over haatspraak nodig. Dreigen met of oproepen tot geweld is vandaag al strafbaar. Pas die wetten toe.
Van Ranst
De dolende militair heeft het volgens zijn brief op viroloog Marc Van Ranst gemunt. Onaanvaardbaar natuurlijk. Van Ranst maakt hiervan gebruik om iedereen die kritiek heeft op hem of het beleid dat hij voorstaat, als aanstoker van die bedreiging op te voeren. Van Siegfried Bracke tot Rik Torfs! Dat is even onaanvaardbaar. Hier zie je het principe van haatspraak aan het werk. Elke kritiek op de overheid en haar virologen leidt tot geweld en wordt zo strafbaar.
De container van de haatspraak wordt geopend. Alles wat als bron van geweld kan aangewezen worden, wordt strafbaar. Onze vrijheid van meningsuiting wordt binnen heel nauwe grenzen geduwd.
Weerbare democratie
Onze democratie is er niet op één dag gekomen. Ze zal ook niet zonder slag of stoot blijven. Het is onze taak om onze democratie weerbaar te maken en te houden. Dat thema is verkend door wie een dreiging zag in het moslimfundamentalisme of het populisme. De angst was dat die misbruik zouden maken van democratische vrijheden om die dan later in te perken.
Vandaag zien we dat die democratie wordt uitgehold. Vrijheden, zoals meningsuiting, worden ingeperkt. Je bent het niet meer eens of oneens. Meningen zijn nu goed of fout, toelaatbaar of ontoelaatbaar, goed of strafbaar. Dat is nefast voor het debat en dus voor de democratie. De vraag is of een doorgeslagen militair het gevolg is van de beperkingen of van de vrije meningsuiting? Of is dit een accident dat in een democratie helaas onvermijdelijk is?
Ten slotte
Uiteraard voeg ik daar aan toe: ‘In onze samenleving is geen plaats voor racisme of oproepen tot haat en geweld, tegen wie ook. Zoiets is onaanvaardbaar en strafbaar.’
Applaus.