Prinses Christina is vrijdagochtend op Paleis Noordeinde in Den Haag op 72-jarige leeftijd overleden aan botkanker. Dat meldt de Rijksvoorlichtingsdienst. Prinses tegen wil en dank heeft ze zichzelf genoemd. Het liefst was prinses Christina anoniem door het leven gegaan.
Met het uitbrengen in 2000 van een eigen kerst-cd kwam voor prinses Christina, een klassiek geschoold zangeres, een langjarige droom uit. Als gasthoofdredacteur van weekblad Margriet vertelde ze bij die gelegenheid waarom dat zo belangrijk voor haar was. ‘Nu kan ik laten zien wie ik ben, in plaats van alleen maar wat ik ben.’
Met wat zij is, worstelde de vrijdag op 72-jarige leeftijd aan botkanker overleden Christina heel haar leven. Ze was de vierde en jongste dochter van oud-koningin Juliana en prins Bernhard, tante van huidig koning Willem-Alexander. Prinses tegen wil en dank, maakte ze bij herhaling kenbaar. Als lid van de koninklijke familie lag publieke aandacht altijd op de loer, terwijl zij naar eigen zeggen het liefst anoniem door het leven
Dat lukte ook in 2019 niet – nu door eigen toedoen. Zij liet een waardevolle tekening van Peter Paul Rubens (1577-1640) onder de hamer komen. Het kunstwerk maakte deel uit van twee veilingen uit koninklijk bezit die begin dit jaar werden gehouden bij Sotheby’s in Londen en New York. Tot de stukken behoorden Chinees porselein, servies, glas- en zilverwerk en tekeningen – waaronder ook een kopie van een verloren gegaan werk van Leonardo da Vinci, kort daarvoor nog geëxposeerd in Teylers Museum. Het vermarkten van de kostbare kunststukken leidde in de museale wereld tot veel gefronste wenkbrauwen.
Christina is altijd liever haar eigen gang gegaan, sinds ze zich losmaakte van de bedillerige omgeving waarin ze als ‘de zielige prinses’ opgroeide. Ze werd geboren als Marijke op paleis Soestdijk in Baarn op 18 februari 1947. Al snel bleek zij een ernstige oogafwijking te hebben, gevolg van de ziekte rodehond die Juliana tijdens de zwangerschap opliep. Tot de ingeroepen hulptroepen behoorde ‘gebedsgenezeres’ Greet Hofmans.
Voor Christina kon Hofmans weinig doen, maar voor Juliana werd zij van grote spirituele betekenis. Het leidde tot spanningen aan het hof en zelfs een dreigende echtscheiding van Juliana (1909-2004) en Bernhard (1911-2004), totdat Hofmans in 1956 door een politieke interventie geen toegang tot het paleis meer kreeg.
Intussen werd Marijke als zorgenkindje omringd door bedienend personeel opgevoed, wat haar matig beviel. Geleidelijk aan ging het beter met haar en ontdeed zij zich van de betutteling. Na de middelbare school trok zij in bij een bevriende familie in Amersfoort. Aan sociale academie De Horst in Driebergen oriënteerde zij zich op haar toekomst. Ze legde haar naam Marijke af (‘te zoet, te kinderachtig’) en liet zich voortaan noemen naar haar tweede naam, Christina.
Conservatorium
In 1966 begon zij een studie pedagogiek aan de Universiteit Groningen. Zij woonde op kamers bij hoogleraar en rector magnificus Frederik van Os, vader van de latere directeur van het Rijksmuseum Henk van Os. Maar onvrij bleef het leven in Nederland en, mede gevoed door de sinds haar 6de ontwikkelde muzikale interesse, ging zij een conservatoriumopleiding volgen in het Canadese Montreal. Ze haalde een master muziekpedagogiek, waarna ze zich vestigde in New York en een baan vond als zangpedagoog in het onderwijs.
In haar in 2016 verschenen Juliana-biografie schreef onderzoeker Jolande Withuis: ‘Om wat ze ondanks haar handicap had bereikt, was haar jongste dochter Juliana’s grote trots. Zij had het door haar ‘sterke persoonlijkheid’ in het leven ‘helemaal zelf gemaakt’. Dat zij een ‘echt talent’ had, betekende ‘een grote levensvervulling’. Juliana’s bezoeken aan Christina in Canada en de VS waren de ‘feestmomenten’ in haar bestaan.’
Jorge Guillermo
In New York ontmoette Christina in 1972 de Cubaanse, katholieke balling Jorge Guillermo, met wie zij zich in februari 1975 verloofde. Bij die gelegenheid zei ze tegen weekblad Elsevier: ‘Ik wil gewoon leven in een heel simpel flatje, zonder huisbedienden. Ik ben meer dan zes jaar geleden uit Nederland vertrokken, omdat ik minder publieke belangstelling wilde hebben. Dat is aan de overkant van de oceaan wel gelukt. In Amerika leef ik veel vrijer dan hier.’
Het huwelijk werd op 28 juni 1975 in Baarn voltrokken, op huwelijkse voorwaarden. De kerkelijke inzegening, een oecumenische dienst, was dezelfde dag in Utrecht. Op haar verzoek liet het kabinet een toestemmingswet achterwege, waardoor Christina niet langer lid was van het Koninklijk Huis. Ze stond op dat moment negende in lijn voor de troonopvolging.
Tegen Henk van der Meyden van De Telegraaf zei ze later in een terugblik op deze afweging: ‘Dan sta je toch wel heel ver van de troon af om lid te blijven van het Koninklijk Huis met al die verplichtingen en dat protocol dat daar nu eenmaal bij hoort. Ik verlangde naar vrijheid. En die kreeg ik op deze manier.’
Niettemin keerde Christina midden jaren tachtig terug naar Nederland. Inmiddels was zij moeder van drie kinderen: Bernardo (1977), Nicolás (1979) en Juliana (1981). Het gezin nam zijn intrek in de speciaal gebouwde villa De Eikenhorst op landgoed De Horsten in Wassenaar – toen nog eigendom van Juliana (inmiddels van Willem-Alexander, die er de afgelopen vijftien jaar ook heeft gewoond). Christina ontving als ‘gewone’ Oranje nooit een uitkering van de staat en was dus altijd afhankelijk van familiekapitaal en eventuele eigen inkomsten.
Geen ‘simpel flatje’
In 1988 maakte zij, voor zover bekend, voor het eerst bezittingen via een veiling te gelde. Hoewel Juliana veel van het koninklijk kunstbezit in stichtingen onderbracht – fiscaal voordelig en een garantie dat collecties bij overerving niet uit elkaar vallen, bleven sommige stukken daarbuiten. Christina bracht een collectie munten en penningen onder de hamer, afkomstig van haar grootmoeder, koningin Wilhelmina.
Het huwelijk met de onbestemde Guillermo hield geen stand. Christina zette in 1994 de procedure voor een echtscheiding in gang, die uiteindelijk in 1996 werd afgerond. Een ‘simpel flatje’ bleek De Eikenhorst ook qua inrichting niet te zijn geweest, toen in november 1996 een groot deel van de inboedel bij Sotheby’s in Amsterdam op de veiling kwam. Op foto’s was te zien dat de dit jaar geveilde Rubens er aan de muur hing. De tekening bleef toen nog buiten de veiling. Christina verhuisde met haar kinderen terug naar New York. In Den Haag hield zij de beschikking over een appartement boven de Koninklijke Stallen achter paleis Noordeinde.
Guillermo verdween uit de publieke aandacht, Christina niet. In 2009 bleekt uit publicaties in de Volkskrant dat Christina, in de jaren voordien naar Londen verhuisd, het van haar ouders geërfde vermogen onderbracht bij een brievenbusfirma op het Kanaaleiland Guernsey. De prinses betaalde hierdoor in Groot-Brittannië geen vermogensbelasting. De trust werd vanuit paleis Noordeinde bestuurd.
Ook hier gold: niet verboden, wel moreel betwistbaar. Belastingontwijking via fiscale vrijhavens was ook toen al een heikel politiek thema. Volgens toenmalig premier Jan Peter Balkenende, in antwoord op Kamervragen, was de paleisroute bedacht ‘om redenen van bescherming van de persoonlijke levenssfeer’.
Botkanker
Christina woonde vervolgens afwisselend in Rome en Porto Ercole, de Italiaanse kustplaats waar vroeger de (nu afgebroken) vakantievilla van Juliana en Bernhard stond. In 2018 maakte de Rijksvoorlichtingsdienst bekend dat Christina aan botkanker leed. ‘Zij beschouwt haar ziekte als een chronische conditie waar zij goed mee kan leven’, aldus de RVD toen.
Bij het vijftigjarig bestaan in 2017 van het naar haar vernoemde Prinses Christina Concours formuleerde ‘de zingende prinses’ haar ‘levensvervulling’ – ze zong tijdens de uitvaart van haar beide ouders – tegen RTL Nieuws nog zo: ‘Zang is het instrument dat uit jezelf komt. Dat is het persoonlijkste instrument.’