Kinderen kunnen wel eens net zo besmettelijk zijn als oudere leeftijdsgroepen en het coronavirus dus even makkelijk verspreiden. Dat stelt een Duitse onderzoekgroep onder leiding van topviroloog Christian Drosten in een nieuwe studie. Drosten is een belangrijke adviseur van de Duitse regering.
De onderzoekers waarschuwen expliciet tegen volledige heropening van scholen en kinderdagverblijven. Ze benadrukken de noodzaak om verspreiding van het virus maximaal te beperken omdat een groot deel van de bevolking vatbaar is.
Vandaag vergaderen de ministers van Onderwijs van de Duitse deelstaten met bondskanselier Merkel over het geleidelijk heropenen van scholen. Op 4 mei gaan veel scholen weer open voor hun examenklassen. Die krijgen geen les maar wel steun bij de examenvoorbereiding. Duitse leerlingen moeten gewoon examen doen.
In Nederland gaan basisscholen, kinderdagverblijven en speciaal onderwijs op 11 mei weer open. Voor basisscholen gelden nog beperkende maatregelen. Zo gaat maar de helft van de leerlingen tegelijkertijd naar school. Onderwijspersoneel komt straks in aanmerking voor laagdrempelig testen op corona.
In zijn advies aan het kabinet van vorige week benadrukte het Outbreak Management Team dat er veel onzekerheden kleven aan de heropening van de scholen, maar dat dier alles wikkend en wegend toch mogelijk is.
Het is moeilijk om te onderzoeken wat kinderen bijdragen aan de verspreiding van het coronavirus. Door alle beperkende maatregelen, zoals sluiting van scholen, is het lastig om dat in kaart te brengen.
Bewijzen
De Duitse onderzoekers hebben bij ruim 3700 covid-patiënten monsters afgenomen om de hoeveelheid virusdeeltjes te meten. De patiënten waren verdeeld in leeftijdsgroepen van tien jaar. Er waren 49 patiënten bij onder de tien jaar oud en 78 die tussen de 11 en 20 jaar waren. Er bleken geen relevante verschillen te zijn in de hoeveelheid virus die bij patiënten uit verschillende leeftijdsgroepen werd gevonden.
Kinderen met een covid-infectie zijn over het algemeen minder ziek. Daardoor hoesten ze minder en omdat ze kleiner zijn komen daar ook kleinere hoeveelheden lucht aan te pas. Dat kan een argument zijn om te zeggen dat kinderen minder besmettelijk zijn, schrijven de onderzoekers. Aan de andere kant zijn kinderen actiever en hebben ze vaak nauwere sociale contacten. De onderzoekers bepleitten meer onderzoek, maar ze trekken ook een heldere conclusie,
“In onze studie vinden wij geen enkel statistisch bewijs dat de hoeveelheid virusdeeltjes in kinderen met een covid-infectie anders is. Daarom moeten wij waarschuwen tegen een ongeclausuleerde heropening van scholen en kinderdagverblijven in de huidige situatie met een grotendeels bevattelijke bevolking en de noodzaak om de besmettingsgraad laag te houden door niet-farmaceutische maatregelen. Kinderen zijn mogelijk even besmettelijk als volwassenen.”
Goed monitoren
Drostens Nederlandse collega Marion Koopmans, hoogleraar en hoofd virologie aan het Erasmus MC, vindt twee zaken opvallend aan Drostens studie. “Er zitten maar heel weinig kinderen tussen alle in Berlijn positief geteste personen”, zei ze in het NOS Radio 1 Journaal. “Maar bij de kinderen die covid hebben, vind je een vergelijkbare hoeveelheid virus als bij anderen.”
Dat zegt volgens Koopmans niet alles over besmettelijkheid. “Om iemand te besmetten heb je ook symptomen nodig”, zegt ze. “Alles bij elkaar lijken kinderen toch echt minder bij te dragen aan de verspreiding van het virus.”
Geen reden dus om de heropening onder voorwaarden van basisscholen, kinderdagverblijven en speciaal onderwijs te heroverwegen, vindt ze. “Elke versoepeling die je doorvoert zorgt voor verspreiding van het virus. Daarom moet je dat stap voor stap doen en heel goed monitoren.”
Kinderen buiten beeld
Reizigers die het virus meebrachten uit besmette gebieden veroorzaakten de eerste clusters van covid-patiënten in Europa. Dat maakt het volgens de Duitse onderzoekers minder waarschijnlijk dat kinderen het virus introduceerden binnen gezinnen.
Er zijn weinig kinderen opgenomen in studies naar het coronavirus. Dat komt doordat kinderen meestal heel milde of zelfs geen ziektesymptomen hebben. Daardoor worden er maar weinig kinderen getest en blijven ze onder de radar.
Onderzoekers van een kinderziekenhuis in Wuhan schatten in een eerdere studie dat er duizenden besmettingen bij kinderen onopgemerkt bleven. Ze baseerden dat op de honderden ernstige zieke kinderen met covid die destijds in hun ziekenhuis lagen. Op dat moment waren er nog maar tienduizend bevestigde covid-infecties.
Ook enkele andere kleine studies in Duitsland en China concludeerden dat kinderen net zo vaak geïnfecteerd raken door SARS-CoV-2 als volwassenen.
Een studie in het Italiaanse dorp Vó waarbij 80 procent van de bevolking twee keer getest werd en twee weken gevolgd, liet zien dat de helft van de bevolking besmet was zonder ziektesymptomen. Die groep had evenveel virusdeeltjes bij zich als mensen met covid die wel ziekteverschijnselen hadden.
Verschillen in aanpak van corona in Duitsland en Nederland
Welke rol spelen jonge kinderen bij de verspreiding van het corona-virus? Nederland en Duitsland nemen bij deze vraag diametraal verschillende posities in. Het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) meent dat het risico dat kinderen corona verspreiden zeer gering is, maar het Duitse Robert Koch Institut (RKI) ziet in kinderen juist een belangrijke ‘vermenigvuldiger’ van het virus.
Dit verschil in opvatting heeft een direct gevolg voor de aanstaande heropening van scholen in beide landen. In Nederland openen vanaf 11 mei alle basisscholen, maar in Duitsland geldt de versoepeling vanaf 4 mei vooralsnog alleen voor de examenklassen en het laatste jaar van de basisschool. Daarna zullen stapsgewijs – en nauwlettend gemonitord – de andere klassen weer openen. (Dit artikel is aangepast op 25/3 om toe te voegen dat ook het afsluitjaar van de basisschool (Grundschule) op 4 mei weer naar school gaat in de meeste deelstaten)
Het verschil in opvatting over de rol van kinderen bij de virusverspreiding werd afgelopen week bij persconferenties in beide landen over de komende versoepelingen duidelijk. Volgens RIVM-directeur Jaap van Dissel spelen ‘kinderen onderling mogelijk niet zo’n grote rol bij de verspreiding van Covid’, zei hij op 21 april bij zijn persconferentie met Mark Rutte. En volgens Rutte blijkt ‘uit alle gegevens die inmiddels zijn verzameld in Nederland en daarbuiten dat jonge kinderen minder snel besmet raken en dat het ziekterisico voor deze groep gering is.’ De basisscholen kunnen daarom open: ‘We menen dat dit besluit verantwoord is.’
Het RIVM baseert zich op de uitkomsten van internationaal en eigen onderzoek. Allereerst zou daaruit volgens het RIVM blijken dat het aantal kinderen tot tien jaar dat ziek wordt door het corona-virus wereldwijd relatief gering is, en dat de ziekte meestal niet ernstig verloopt. Ten tweede zijn deze kinderen in gezinnen waarin corona voorkomt nooit de zogeheten ‘bronpatiënt’, dat wil zeggen: degenen die als eerste ziek worden en daarna de rest van de familie aansteken. ‘In de gevallen dat kinderen in een familie besmet zijn geraakt, zijn het steeds de ouders geweest die de kinderen hebben aangestoken en niet andersom’, zegt Van Dissel.
In Duitsland, dat tot nu toe internationaal opvalt door een succesvolle crisisaanpak, ziet men dit anders. Lars Schaade, adjunct-directeur van het Duitse Robert Koch Institut, het adviesorgaan van de bondsregering, ging bij zijn persconferentie op vrijdag 24 april zelfs expliciet op de Nederlandse positie in. Recent onderzoek in Nederland had laten zien dat aan kinderen als verspreiders ‘geen grote rol’ worden toegekend, zei Schaade, maar het RKI staat daar sceptisch tegenover: ‘Er zijn ook andere onderzoeken die een andere richting op wijzen’.
Hoewel jonge kinderen inderdaad weinig met corona-klachten bij een dokter komen, blijkt volgens Schaade uit een analyse van de contactonderzoeken die worden uitgevoerd als in Duitsland iemand besmet is, dat zeven procent van de kinderen in deze contactonderzoeken besmet is (geweest) met het virus – ongeveer net zoveel als volwassenen. Ze hebben nauwelijks symptomen als hoesten of koorts, maar ze dragen het virus wel met zich mee. Schaade vergelijkt het corona-virus wat dat betreft met de griep, die ook vaak door kinderen wordt overgedragen.
Het RKI adviseert daarom dat juist de jongere jaargangen van de basisschool thuis moeten blijven. Ook blijven de meeste Kindergärten – waar kinderen tot en met zes jaar heen gaan – tot 1 augustus dicht, behalve voor alleenstaande ouders en ouders uit ‘systeemrelevante beroepen’. Deze jonge kinderen kunnen zich niet aan de hygiëne-maatregelen houden, zoals afstand houden en handen wassen. In Duitsland mogen de deelstaten zelf beslissen hoe ze hun onderwijs geven, maar tot nu toe zijn deze aanbevelingen overal overgenomen.
De vraag is natuurlijk hoe twee buurlanden een diametraal andere positie bij een dergelijk cruciaal thema in kunnen nemen. Baseren beide landen zich op verschillende onderzoeken?
Volgens RIVM-woordvoerder Loes Hartman is dat niet het geval. Volgens haar heeft het verschil ermee te maken dat er eigenlijk nog maar beperkt informatie over het virus bestaat, en dat verschillende landen die verschillend interpreteren. Nederland en Duitsland maken met dezelfde gegevens een ‘andere maatschappelijke afweging’, zegt ze. Je zou het een cultuurverschil kunnen noemen: het Duitse RKI gaat met dezelfde hoeveelheid informatie ervan uit dat het ‘glas half leeg is, en het RIVM halfvol’.
Lars Schaade van het RKI bevestigt dat er geen ‘eenduidige gegevens’ zijn, en volgens de Duitse onderzoeker is het daarom veiliger ervan uit te gaan dat kinderen wel voor overdracht kunnen zorgen. De Nederlandse onderzoekers zien ‘op dit moment geen reden’ om daarvan uit te gaan, zegt Hartman. Sterker: volgens de Nederlandse onderzoekers is de schade voor de kinderen groter als ze thuisblijven dan als ze naar school gaan. Als blijkt dat het allemaal toch anders verloopt, worden de maatregelen weer teruggedraaid, zegt ze.
Alleen; dat betekent niet dat Nederland nu per se minder voorzichtig zou zijn dan Duitsland, zegt Hartman. In de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen bijvoorbeeld, zitten nu al de laatste jaargangen van de middelbare school weer in de klas – omdat de centrum-rechtse regering daar snel terug naar de normaliteit wil. In Nederland zijn de middelbare scholen nog niet open. Daar geldt de grootste voorzichtigheid juist de tieners, zegt Hartman.
Dat gaat er niet om dat ze hun handen niet zouden wassen, maar dat ze vaker reizen om naar hun school te komen. Hun scholen liggen vaak verder weg van hun ouderlijk huis, en ze nemen vaker de bus of de trein. Mochten deze leeftijdsgroepen toch verspreiders blijken te zijn, dan verspreiden ze het virus over een geografisch veel grotere schaal. Maar hoe het de komende weken allemaal zal verlopen, weet niemand nog precies, zegt ze: ‘We varen op zicht’.
Bronnen: NOS.nl, duitslandinstituut.nl/