Principieel gezien, ben ik een republikein. Onze samenleving heet een meritocratie te zijn: je krijgt in onze samenleving een functie en loon naar aanleiding van je kunnen, en je wordt beloond naar aanleiding van je verdienste. Een dergelijke samenlevingsvorm is niet alleen eerlijk, maar bovendien nuttig, want het haalt het beste in onze samenleving én de mensen in deze samenleving naar boven.
Zo’n meritocratie wordt dan idealiter aangevuld met een goed vangnet, zodat mensen niet van honger hoeven om te komen, niet vast komen te zitten in hun schulden, en niet worden geblokkeerd hun talenten te ontwikkelen. En tenslotte is onze samenleving een democratie: wij kiezen mensen in hun functies.
Zo is de theorie, en in theorie leven we daarom dan ook in een perfecte samenleving. Het idee van een koningshuis, waarin de hoogste functie van de staat geërfd wordt, staat daar haaks op, en past zodoende niet bij onze samenleving. Het is bij uitstek vreemd voor het land waar nota bene ooit de fundamenten voor de moderne republiek gelegd werden. Maar… hebben we het afschaffen van het koningshuis als symbool ook wel echt verdiend?
Geen meritocratie
Is onze samenleving in praktijk ook wel zo ingericht als wij denken? Goed, dat vangnet, daar mankeert van alles aan. Maar los daarvan, ook aan de stelling dat we in een meritocratie zouden leven, valt nogal veel af te doen.
Want nog steeds wordt heel veel in onze samenleving bepaald door waar je wieg staat en wie je ouders zijn, veel meer dan mensen beseffen. Het meeste kapitaal in ons land begon als geërfd kapitaal. En kapitaal groter maken is makkelijker dan het begin verdienen. Een bedje van kapitaal kan ook iemand met middelmatig talent goed dienen als springplank (en vangnet), die anderen missen. Je elitaire netwerk vult dat verder aan.
Succesvolle mensen geloven natuurlijk gráág dat ze het allemaal zelf gedaan hebben, dat ze zo uitzonderlijk zijn, en de meeste andere mensen kijken tegen hen op. Maar dat is voor een groot deel niet terecht. Wie je bent en wordt, wordt ook in onze samenleving nog steeds in zeer hoge mate door je omgeving bepaald, ook al zijn we geneigd dit te vergeten – misschien wel juist daarom.
Zeker, we hebben nu meer mobiliteit tussen standen en klassen dan in vroeger tijden. Het is erger geweest. Maar een pure meritocratie, daar staan wij als samenleving nog mijlenver vanaf, en het grootste deel van de mensen is daar stekeblind voor.
Discriminatie
Dit effect wordt nog versterkt door discriminatie. Onafhankelijke onderzoeken wijzen keer op keer uit dat functies niet alleen afhangen van talenten, en wat op je cv staat, maar ook van je huidskleur, je geboorteplaats of je geslacht. En in plaats van dat de publieke opinie hier telkens als een onderzoek dat uitwijst verontwaardigd op reageert, wordt het doorgaans gebagatelliseerd, wordt goedgepraat wat krom is, of wordt schouderophalend gereageerd met een: dan compenseer je dat toch gewoon door nóg wat beter je best te doen?
Er worden excuses gezocht. Bij allochtonen zou een verkeerde cultuur de schuld zijn: plotseling is het dan niet meer gek dat je omgeving bepalend is voor je kansen, en niet je inzet, talent of prestaties. Bij vrouwen is het helemaal duidelijk: zij kiezen toch voor kinderen in plaats van voor een carrière? Alsof het normaal is om mensen te bestraffen als ze voor onze samenleving hoog nodige zorgtaken op zich nemen! Ook al verricht je hetzelfde werk, met dezelfde kwaliteit, het wordt normaal geacht dat je een lager uurloon krijgt als je dat niet full time wilt doen – bijzonder raar voor wie er even langer bij stil durft te staan.
Wat ik maar wil zeggen: in onze maatschappij wordt nog altijd heel veel bepaald door het sociale netwerk en de sociale omgeving waar je in geboren wordt, je afkomst en je gender. Sommige mensen krijgen meer en betere kansen dan anderen. Dat is geen fictie, dat is keihard aantoonbaar. In mijn geboortedorp Heemstede moet je echt je best doen om te mislukken. In de wijk waarin ik als student leefde, Bos en Lommer, geldt dat helaas andersom.
Beloning naar waarde
Verder is het een feit dat de beloningen in onze samenleving erg scheef zijn, ook en juist als ‘beloning naar toevoeging van waarde’ het uitgangspunt heet te zijn. Grofweg worden mensen die onderwijs geven, onafhankelijk onderzoek doen, en de rotzooi opruimen, structureel zwaar onderbetaald. Ook van het bewaken van de orde wordt je in onze samenleving niet rijk. Zorgtaken worden mensen nota bene vaak geacht om zelfs gratis te doen. Commerciële functies, management- en beleidsfuncties worden echter zwaar overbetaald.
Maar welke functies leveren nu de meeste toegevoegde waarde? Ligt de samenleving plat als de managers gaan staken? Of als alle verkopers eens een weekje thuisblijven? Of als alle beleidsmakers allemaal tegelijkertijd een lang weekend nemen en de handelaars op de beurs een dagje overslaan? Geenszins. De schoonmakers hebben een paar jaar terug laten zien wat er gebeurt als ze een tijdje thuis blijven. Maar mensen met nog belangrijkere functies kunnen dat niet eens doen, want als alle verplegers en mantelzorgers en moeders een dag hun taak weigeren uit te voeren, dan vindt er massasterfte plaats.
Dus geven wij loon naar toevoeging van waarde? Maak dat de kat wijs. Dat is in onze samenleving nog steeds niet goed geregeld: verre van.
Democratie?
En dan tenslotte het idee dat we in een democratie leven: is dat wel waar? Leven we wel in zo’n mooie democratie? Ik waag het te betwijfelen. Veel functies worden nog altijd benoemd. Maar nog veel belangrijker: we leven in een coalitiesamenleving, wat het mogelijk maakt dat door veel gekonkel maatregelen worden doorgedrukt waar maar een kleine minderheid voor is, waar voor de verkiezingen zelfs niemand over durfde te spreken. We zien het nu weer met de afschaffing van de dividendbelasting. Besluiten worden bij ons achter gesloten deuren genomen en het parlement mag alleen voor de vorm nog wat nablaffen, terwijl de coalitiefracties via druk vanuit het kabinet gedwongen worden standpunten te verdedigen die ze zelf niet onderschrijven. Onderwijl wordt het (raadgevend!) referendum vanwege tegenvallende resultaten maar weer afgeschaft.
Nee, voor echte democratie moeten we naar de Zwitsers kijken, die na de verkiezingen een zakenkabinet samenstellen uit de grootste partijen, en voor wie het parlement verder het beleid bepaalt, out in the open, zonder beperkt te worden door coalitiediscipline om dat kabinet te laten zitten, en dat bijgestuurd of teruggefloten kan worden middels referenda. Dát is echte democratie. Onze vertegenwoordigende democratie met alleen maar verkiezingen eens in de vier jaar, met zijn fractiediscipline en zijn coalitiedruk, is slechts een heel grove benadering van wat een democratie is.
Het koningshuis
Terug naar het koningshuis. Dat is niet meritocratisch, en het is niet democratisch. Dus… weg ermee? Maar beste republikeinen… zouden we ons voordat we ons over dit symbool druk gaan maken niet eerst eens druk gaan maken over onze samenleving? U begrijpt, volgens mij hebben we dat afschaffen nog lang niet verdiend!
Bovendien zitten we nu in een situatie met een koning die ieder jaar in populariteit wint. En laten we eerlijk zijn, ook ik ben gevallen voor de voormalige prins pils. Niet zozeer door zijn huwelijk met de Argentijnse juntadochter (die ik persoonlijk overigens de junta niet kwalijk neem, maar toch), maar vooral door zijn optreden zelf. Hij is sympathiek, zegt steeds minder domme en steeds meer verstandige dingen, oogt soms wat stijf in zijn rol en naar de pers, maar raar genoeg maakt dat hem juist nog meer sympathiek.
Mijn hart heeft deze man met name veroverd door vorig jaar juni erop te staan de vluchtelingenkampen op Sicilië op te zoeken, en zich door burgemeester Orlando van Palermo te willen laten ontvangen, iemand die opmerkelijk afwijkende opvattingen heeft over hoe om te gaan met vluchtelingen, die recht tegen de van links tot rechts brede consensus van denken hierover in durft te gaan. Willem mag geen politiek bedrijven, maar hier gaf hij toch een duidelijk signaal. En hij kwam ermee weg ook.
Populair
Maar veel belangrijker: ik ben duidelijk niet de enige die door de misschien toch-niet-zo-domme Willy om de vinger gewonden is, want als er morgen verkiezingen zouden komen, zou voor een nieuwe koning Willem-Alexander de eerste deze verkiezingen met vlag én wimpel winnen. En dat is op zich een heel goede reden om die verkiezingen nu niet te houden.
Vind ik daarmee het koningshuis perfect? Welnee. De meeste argumenten die koningsgezinden leveren, slaan nergens op. Levert het koningshuis stabiliteit op in ons onrustige politieke landschap? Bullshit. De koning heeft politiek gezien gelukkig niets meer in te brengen, en in het verleden is het koningshuis prima in staat gebleken om juist de politiek de destabiliseren (Greet Hofmans, Lockheed). Wim-Lex blijkt dan wel een geschikte vent, Bernard was een ramp. Beatrix bleek kundig, en heeft de harten van het volk later veroverd, maar Juliana was lief doch bleek uiterst zwak. We zijn met dat koningshuis kortom afhankelijk van een flink stuk toeval, en dat we nu mazzel hebben, betekent niet dat dit zo blijft.
Platte centenkwestie
Helaas echter zijn de argumenten die de republikeinen hier tegenin brengen niet zoveel beter. Men focust zich op de kosten. Het koningshuis zou veel teveel geld kosten, en de koning betaalt geen belasting. Als dat de beste argumenten zijn waar het republikeins genootschap mee kan komen hebben ze een verdomd zwak punt. Want uiteindelijk zijn dat futiliteiten.
Of de koning nu wel of geen belasting betaalt maakt voor een beurs die geheel en al recht uit de staatskas komt niet zoveel uit. We zouden morgen de vergoedingen van de koning met 100% kunnen verhogen en hem dan belasting laten betalen: dan komt het op hetzelfde neer. En de claim dat het koningshuis zo duur zou zijn is zeer relatief. Het paleis op de Dam verkopen? Aan wie? Toch hopelijk niet aan een Amerikaanse investeerder? Maar het aan onszelf verkopen levert echt niets op.
Over de kosten-batenanalyse van het koningshuis lopen vele welles-nietesdiscussies, waarvan de conclusie kan zijn dat die niet zomaar te maken is, met name omdat de indirecte baten, die er zeer zeker wel zijn, niet goed in te schatten zijn, en dat geldt ook voor de indirecte kosten.
Maar het hoort voor het republikeins genootschap mijns inziens veel meer te zijn dan gewoon een platte centenkwestie. Vraag zou moeten zijn: vinden we het het geld waard? En helaas voor de republikeinen is dat gewoon een begrotingsvraagstuk, en iedere keer wordt dat weer democratisch beantwoord met: ja. De mensen vinden het schitterend. En laten we eerlijk zijn: het koningshuis kost hoe je het ook wendt of keert echt niet het leeuwendeel van de begroting.
Republikein in ruste
Zal Nederland nog lang een monarchie blijven? Geen idee. Zoals ik aan het begin van het stuk al stelde: ik ben voor een meritocratie en een democratie. Het koningshuis vloekt daarmee. Maar aan onze meritocratie en democratie ontbreekt mijns inziens een hele hoop meer dan het koningshuis, en dat lijkt mij voor nu even een heel stuk belangrijker.
Van alle problemen die ik in ons land zie, is het koningshuis absoluut niet nummer 1. Helaas voor principiële republikeinen zoals ik functioneert het Nederlandse koningshuis op dit moment meer dan prima. In dat geval ben ik ook niet te lullig om dit gewoon ruiterlijk toe te geven, en vind ik het niet functioneel om nu over afschaffing daarvan te praten. Dus republikeinen, u bent mij kwijt. Hier zit een republikein in ruste.
Misschien als er over een paar decennia weer een stel klungels op de troon komen te zitten, die van schandaal in schandaal rollen en de ene na de andere domme of abjecte uitspraak doen, of als de erfopvolgers gewoon zelf bedanken voor de eer – want dat kan ook nog – dat er dan weer een beter moment komt om over afschaffing te praten.
Maar laten we onze schouders eronder zetten om ervoor te zorgen dat het dan niet alleen maar een symbolisch dingetje zal zijn, maar een kroon op het harde werk voor een échte meritocratie en democratie, dat we van nu af aan tot op dat moment succesvol hebben verricht. Want voordat we onze samenleving zo met recht mogen noemen, moeten we echt nog een hoop aan beloning, discriminatie, belasting en het parlementaire stelsel veranderen. Laten we ons daarop richten.
In naam van Oranje, schaf af die monarchie!
Steeds meer mensen zien in dat de monarchie oneerlijk en ondemocratisch is
Het is de enige verjaardag die ons een vrije dag oplevert. Maar betekent de monarchie verder nog iets nuttigs voor onze samenleving?
Discussie
Het begint bijna op de Zwartepietendiscussie te lijken: eens in het jaar, rond het moment suprême, laait de discussie op. Toch lijken de status quo en haar vertegenwoordigers het er altijd over eens te zijn dat de discussie best gevoerd mag worden, maar natuurlijk niet op dát moment – er is immers een feestje gaande. Met argumenten kom je maar op een ander tijdstip, is de redenatie. Vandaar dat dit artikel ruim voor koningsdag geschreven is.
Nutteloos
Nederland is sinds 1813 een monarchie zoals in haar huidige vorm. Al 206 jaar dus. In al die jaren heeft het koningshuis bar weinig betekend voor ons land, al lijken de Orangisten ons anders doen willen geloven. Desalniettemin kunnen democratie en monarchie niet samengaan. En daarom moet het koningshuis worden afgeschaft.
Napoleon
Laten we bij het begin beginnen. Nadat Nederland niet langer onder de invloed van Napoleon lag, vond een drietal conservatieve en militaristische notabelen het tijd voor iets anders. Ze nodigden Willem Frederik (later Willem I) uit, een ex-veldheer en de eerste koning der Nederlanden, uit om vorst te worden. Hij kwam in 1813 aan op het strand van Scheveningen – volgens menig historicus een zwaar overschatte gebeurtenis. Eenmaal aangekomen in Den Haag mompelde deze kersverse Oranje iets over oude tijden die zouden herleven. En gelijk had hij. De tijd van de Oranjemonarchie zou nog eeuwen duren.
Eenheid
Een aantal koningen en koninginnen later heeft Nederland Willem-Alexander als vorst. Hij wordt geroemd om zijn nuchterheid, en de gedachte dat hij de eenheid van Nederland zou symboliseren. Een koning voor eenheid is een contradictio in terminis. De monarchie is nooit op een democratische manier ingevoerd, nooit heeft een parlement besloten dat we een ongekozene als staatshoofd nodig hebben. Dat is dan ook mijn eerste bezwaar tegen de monarchie: het ondemocratische aspect. Monarch wordt men door middel van erfopvolging, een autoritair instrument om een familie in het zadel te houden. Niemand van buitenaf kan dus direct monarch worden, uiterst oneerlijk gezien alle privileges die een Oranje geniet.
Macht
Dit valt nog veel moeilijker te rijmen als men beseft dat de koning ook nog eens politieke macht heeft. Want we zeggen dan wel dat het feitelijk een ceremoniële functie is, toch dient elke wet die is aangenomen door de Staten-Generaal, ondertekend te worden door de koning. Ook is de koning onderdeel van de regering en kan ministers of staatssecretarissen ontslaan. Weliswaar is het macht die tegenwoordig niet vaak tot problemen leidt, maar wel macht die je een ongekozen, apolitiek figuur niet zou moeten toevertrouwen. Immers, we weten niet wie ooit nog op de troon zal gaan zitten.
Onschendbaarheid
De monarch is politiek onschendbaar. De minister van Algemene Zaken, de minister-president dus, draagt de politieke verantwoordelijkheid voor de koning. Ook dat valt niet te rijmen met de democratie die we willen zijn. Want staatshoofden en andere mensen met macht moeten zich kunnen verantwoorden over dat wat ze doen, ook de koning dus. Maar zonder mandaat hoef je je ook niet te verantwoorden. Daarom is een monarchie inherent ondemocratisch.
Verbinding
Het koningshuis heeft ook op een of andere manier het imago van ‘verbindend’ over zichzelf afgeroepen. Maar wie bepaalt dit? Tuurlijk, op koningsdag zijn er oranjegekleurde menigtes die de straat op gaan. We weten echter niet hoeveel van hen dit puur voor het feestelement doet, of echt vanwege het monarchiële aspect. En een van de grootste groepen wordt helemaal niet in beeld gebracht door de oranjegezinde media: de thuisblijvers, de sceptici, kortweg: de republikeinen. De stille onderstroom. Dus hoe kunnen monarchisten claimen dat een koningshuis verbindend is, als zij het alleen over zichzelf hebben? En waarom slaagt het koningshuis er niet in om ook de alsmaar groeiende groep republikeinen achter zich te krijgen?
Welvaart
Een van de laatste strohalmen van de monarchisten is het welvaartsargument. Immers, dankzij het koningshuis zou Nederland bij staatsbezoeken miljoenenopdrachten binnenslepen. Maar is dit wel waar? Is er een causaal verband tussen of een land een monarchie is en de welvaart in dat land? Nee. Veruit het meeste werk tijdens handelsreizen en staatsbezoeken wordt gedaan door ambtenaren en diplomaten. De functie die de koning heeft, kan prima worden overgenomen door een persoon – president – met een politiek mandaat, met kennis van zaken.
Vrijwillig
Ondanks de privileges, die later zullen worden behandeld, hangt er ook een keerzijde aan de monarchie. De leden van de Koninklijke familie hebben geen keuze over waar zij geboren worden. Of zoals de Beatles zongen: “Her Majesty’s a pretty nice girl, But she doesn’t have a lot to say.” En alhoewel een kroonprins(es) altijd afstand kan doen van het koningschap, hebben ze geen keuze over alle media-aandacht die zij krijgen. Met name voor kinderen kan dit schadelijke gevolgen hebben. Want ondanks mediacodes van de Rijksvoorlichtingsdienst, willen de monarchistische media maar wat graag verslag doen van het wel en wee van de Oranjes. Maar waarom zou het er wel toe doen naar welke school prinses Ariane uit Den Haag (11) gaat, maar niet waar Lucas (12) uit Culemborg zijn diploma gaat halen? Als we zelfs al (terecht) onze bedenkingen hebben over media-aandacht die kinderen krijgen die meedoen aan talentenshows (waar ze dus meestal zelf voor kiezen), dan zouden we geen dubbele maat moeten hanteren als het om anderen gaat.
Majesteitsschennis
Een ander voorbeeld van de dubbele maat die gepaard gaat met het koningshuis, is de majesteitsschennis. Het beledigen van de koning kan je 5 jaar gevangenisstraf opleveren, voor het beledigen van zijn vrouw mag je 4 jaar in detentie. En niet alleen een socialist als Domela Nieuwenhuis kreeg hiervoor een boete, maar ook recent worden er rond en tijdens koningsdag nog altijd boetes uitgedeeld voor het beledigen van de Oranjes. Het is natuurlijk een kwestie van goed fatsoen om mensen niet uit te schelden. Maar waarom zou het beledigen van de koning je 5 vrije levensjaren kosten, maar ‘enkelvoudige belediging’ van je buurman kan je maximaal drie maanden cel opleveren, mits er aangifte wordt gedaan. Van dat laatste is bij de Oranjes eigenlijk nooit sprake. Daarnaast is een belediging van de koning bijna altijd een vorm van het uiten van kritiek op de monarchie, vrijheid van meningsuiting dus. Volgens artikel 1 van de Grondwet worden alle Nederlanders in gelijke gevallen gelijk behandeld. Toch zijn sommige Nederlanders blijkbaar net ietsje gelijker dan anderen.
Kapitaalvernietiging
Ten laatste zijn er natuurlijk nog de kosten van de monarchie. De belachelijke privileges die het koningshuis geniet, variëren van het niet betalen van inkomens-, erf- en schenkbelasting tot het ontvangen van bizarre vergoedingen tot wel 9 ton per jaar (zeg maar bovenmodaal) en enkele miljoenen aan onkostenvergoedingen. De Balkenendenorm wordt dus ruim overschreden, terwijl er alsnog 8% van de huishoudens in armoede leeft. 400.000 kinderen groeien op in armoede, 3% van de huishoudens leeft, ondanks de aantrekkende economie, in langdurige armoede. En wie is het gezicht van het offensief tegen kinderarmoede? Juist. Prinses Laurentien. Een hypocriete PR-stunt van de onderste plank. Als een Oranje niet de moeite neemt om zijn of haar eigen vergoeding bijvoorbeeld in armoedebestrijding te steken, maar wel om te komen praten met kinderen, zijn alle mooie woorden pure schijn.
Hoop
Maar er is hoop. Mensen worden kritischer. Steeds meer mensen zien in dat de monarchie oneerlijk en ondemocratisch is. In 2013 weigerden in totaal 16 leden van de Staten-Generaal trouw te zweren aan de nieuwe koning, tot spijt van de toenmalige Senaatsvoorzitter. De oranjegekte werkte indertijd averechts. Ik durf de hoop uit te spreken dat dit op een dag alle 225 leden zullen zijn en dat Nederland eindelijk een republiek zal worden. Dat Nederland een gekozen president krijgt, met een rechtvaardig salaris en een politiek, ceremonieel mandaat. Dus, in naam van Oranje, schaf af die monarchie!