Als je geen fan bent, is Formule 1 een bizarre sport. Want wat is er spannend aan auto’s die rondjes rijden? En dan die termen: Grand Prix, safety car, DRS, de grid, de zachte band… Wil jij dit weekend toch eens de race kijken? Lees dan deze gids, en weet waar je op moet letten.
De Formule 1 gaat na 36 jaar echt los op het circuit van Zandvoort. Trainingen, kwalificaties, en zondag de échte race.
Toegegeven: een Formule 1-race is niet altijd even spannend. En de momenten dat je wél op het puntje van je stoel zit, zitten ook nog eens vol met onbegrijpelijke termen. Maar door een paar woorden te leren kennen, kan ook jij meegenieten van de race. In dit artikel loodsen we je aan de hand van acht belangrijke woorden van start naar finish.
1. Grand Prix
Een Formule 1-wedstrijd heet officieel een Grand Prix, oftewel ‘grote prijs’: dit weekend wordt in Zandvoort de Grand Prix van Nederland gehouden.
Zo’n Grand Prix bestaat uit drie dagen: op vrijdag mogen de coureurs trainen op het circuit, op zaterdag wordt er een kwalificatie gehouden en op zondag is de echte race.
In een jaar worden er zo’n twintig Grands Prix gehouden, over de hele wereld. Bij elke race kunnen coureurs punten winnen. Wie aan het eind van het jaar de meeste punten heeft, is de wereldkampioen.
Red Bull geeft je vleugels… 🎶😁 #DutchGP 🇳🇱 pic.twitter.com/bSew9K66LR
— Oracle Red Bull Racing (@redbullracing) September 3, 2021
2. Coureurs
Aan elke Grand Prix doen tien teams mee, die elk uit twee coureurs bestaan: twintig coureurs dus in totaal.
De coureur om wie het de meeste Nederlandse kijkers gaat, is natuurlijk Max Verstappen. De Nederlander rijdt sinds 2015 in de Formule 1, en gaat sindsdien als een speer. Momenteel staat Verstappen op plek twee in het klassement voor het kampioenschap. Hij rijdt voor het team Red Bull Racing.
Boven Verstappen staat zijn grote concurrent: Lewis Hamilton. De Britse coureur van team Mercedes is zevenvoudig wereldkampioen.
3. Pole position
Andere coureurs om op te letten: Sergio Perez is de teamgenoot van Max Verstappen bij Red Bull, Valtteri Bottas rijdt net als Hamilton bij Mercedes. En ook team Ferrari is beroemd, met coureurs Carlos Sainz en Charles Leclerc. Tot slot gooit ook Lando Norris van team McLaren dit jaar hoge ogen: hij staat momenteel op plek drie in het klassement.
Zoals gezegd wordt er op zaterdag een kwalificatie gehouden. Daarbij moet elke coureur proberen zo snel mogelijk een rondje over het circuit rijden. De kwalificatie bestaat uit meerdere rondes, waarbij de langzaamste coureurs afvallen. Uiteindelijk komt er uit de kwalificatie een startvolgorde.
Bij de uiteindelijke race, op zondag, stellen de Formule 1-auto’s zich op voor de start. Die startopstelling heet het ‘grid’. Wie het snelste rondje heeft gereden, mag vooraan het grid starten. Dat heet pole position, of P1.
Dan is het tijd voor de start. De stoplichten boven de startlijn gaan één voor één aan. Zodra de lichten uitgaan, trappen de coureurs het gas in, en is de race begonnen.
De start is één van de spannendste momenten van de race. Doordat de auto’s nog zo dicht bij elkaar zijn, wordt er veel ingehaald. Dat gaat regelmatig mis: het komt vaak voor dat auto’s al in de eerste bocht crashen, en niet meer mee kunnen doen met de race.
Welke Corona maatregelen 🤣🤣🤣 #Zandvoort #DutchGP pic.twitter.com/cTIq6Sq2Hk
— Vrouwtje Theelepel (@VTheelepel) September 3, 2021
4. Pitstop
De strategie van een Formule 1-race lijkt duidelijk: zo hard mogelijk rijden. Maar zo simpel is het niet. De teams maken namelijk gebruik van verschillende banden, en ook daar komt een uitgebreide strategie bij kijken.
De banden van een Formule 1-auto slijten namelijk enorm snel. Daardoor gaat de auto minder hard. Teams denken er dus goed over na op welk moment ze het beste de banden kunnen vervangen.
Dat vervangen gebeurt tijdens een pitstop. Dat is spectaculair: als alles goed gaat, worden in zo’n twee seconden alle vier de banden verwisseld. Door het moment van de pitstop slim te timen, kan een coureur na de stop precies voor een concurrent uitkomen.
Maar soms gaat een pitstop mis. Doordat er een bout afbreekt, de verkeerde banden klaarliggen, of een monteur een foutje maakt. Terwijl het monteursteam als een gek probeert het probleem op te lossen zit de coureur frustrerende seconden lang te wachten, en sjezen zijn concurrenten ondertussen op de baan voorbij.
5. Bandenstrategie
Nee, een zachte band onder een Formule 1-auto hoeft niet harder opgepompt te worden. Bij elke race zijn er drie verschillende banden beschikbaar: soft, medium en hard. Een zachte band is gemaakt van zachter rubber. Hierdoor heeft de band meer grip, en gaat de auto harder. Maar daar staat tegenover dat de band een stuk sneller slijt.
Teams mogen niet de hele race op dezelfde soort band blijven rijden. Ze moeten minstens één keer wisselen van bandensoort. Daar komt dus ook strategie bij kijken: op welke band begin je, en wanneer wissel je?
De banden van een Formule 1-auto zijn bovendien kansloos als het regent. Doordat ze geen profiel hebben, hebben de banden geen grip op een natte baan. Daarom moeten de auto’s bij nat weer op ‘wets’ of ‘intermediates’ rijden, speciale banden voor in de regen. Maar als het stopt met regenen, droogt de baan snel op. En dan staan de teams opnieuw voor een tactische keuze: ga je zo snel mogelijk op normale banden rijden, met het risico dat je slipt en uit de bocht vliegt, of wacht je liever nog iets langer?
6. Safety car
Het is hierboven al een paar keer genoemd: Formule 1-auto’s kunnen botsen of uit de bocht vliegen. Zo’n crash is vaak behoorlijk heftig, want zelfs in de bocht rijden Formule 1-auto’s ruim 200 kilometer per uur.
Formule 1-auto’s zitten daarom vol met veiligheidssnufjes. Coureurs dragen onder andere een helm en een brandwerend pak, en langs het circuit staan grindbakken en bandenmuren om de ergste klap op te vangen.
Bij een crash raakt vaak het hele circuit bezaaid onder het puin, oftewel ‘debris’. Scherpe afgebroken stukjes van de auto’s zijn gevaarlijk, omdat ze lekke banden kunnen veroorzaken. Daarom wordt het circuit snel schoongemaakt.
Om dat veilig te kunnen doen, wordt er een safety car ingezet. Dit is een auto die voor de coureurs uit gaat rijden. Alle coureurs moeten achter de safety car blijven. Die gaat een stuk langzamer dan de Formule 1-auto’s. Daardoor hebben coureurs de kans om in te lopen op hun voorligger: de verschillen tussen de auto’s worden een stuk kleiner.
Het moment dat de safety car weer van de baan gaat, is dan ook vaak een spannend moment in de race. Coureurs die flink achter lagen, hebben opeens weer een kans om een betere plek te veroveren. Een safety car geeft bovendien de mogelijkheid om zonder veel tijdverlies een pitstop te maken, wat de strategie van een team weer op zijn kop kan zetten.
7. DRS
Een laatste term die je op spannende momenten van de race zult horen, is DRS. Dat staat voor Drag Reduction System, een systeem dat in de auto’s zit om ze harder te laten rijden.
In de achtervleugel van een Formule 1-auto zit een klep. Door die open te zetten, heeft de auto minder luchtweerstand, en kan hij zo’n 10 km per uur harder rijden.
Het liefst zouden coureurs die klep natuurlijk altijd open hebben staan, maar dat kan niet. Op twee plekken op het circuit, de ‘DRS-zones’, kan DRS gebruikt worden. Die zones zitten op de rechte stukken van het circuit, waar de auto’s het hardst op het gas kunnen trappen. Buiten de zones is het systeem geblokkeerd, en kan een coureur zijn DRS niet activeren.
DRS kan bovendien alleen gebruikt worden als je vlak achter een andere auto zit: het verschil moet minder dan een seconde zijn. De achterligger kan dan dus iets harder dan de auto ervoor. Zo kan DRS het laatste duwtje geven om een concurrent in te halen.
8. Podium
In totaal duurt de race maximaal twee uur. Op Zandvoort rijden ze in die tijd 72 rondjes over het circuit. Wie aan het eind van de race als eerste over de finishlijn komt, is de winnaar.
De eerste drie coureurs komen dan op het podium te staan, en het volkslied van het thuisland van de winnaar wordt gespeeld. Maar er staat nog iemand naast het podium: één van de monteurs van het team van de winnaar neemt namens het team ook een prijs in ontvangst.
Voor de mannen op het podium staan enorme flessen wijn klaar: oorspronkelijk champagne, maar sinds dit jaar krijgen de winnaars een fles Italiaanse bubbelwijn. Hiervan wordt niet veel gedronken, de coureurs gebruiken de wijn vooral om elkaar en de fans bij het podium onder te spuiten.
Dan worden de punten toegekend. De winnaar krijgt 25 punten, de nummer twee 18 en de nummer drie gaat met 15 punten naar huis. De volgende coureurs krijgen steeds minder punten, tot aan de nummer tien. Die krijgt nog één puntje. Er is ook nog een bonuspunt voor de coureur die tijdens de race het snelste rondje heeft gereden.
Elk punt is natuurlijk mooi meegenomen op weg naar het wereldkampioenschap. Max Verstappen ligt momenteel drie punten achter op Lewis Hamilton. Als hij het zondag goed doet op Zandvoort, kan hij dus zomaar de leiding in het kampioenschap overnemen.