Iemand met een groot huis op een duur stukje grond, met een prachtige limousine voor de deur, en een exclusieve sportauto in de garage, is in onze beleving ‘rijk‘.
Als al dat bezit gekocht is met geleend geld, is niet die man of vrouw rijk, maar de bank. Tenzij die bank zelf ook weer verzuipt in de schulden. En waar het bezit eigendom is van een bedrijf, is dat bedrijf rijk. En als dat bedrijf niet ook het bezit is van voornoemde ‘rijke‘ man of vrouw, maar van de aandeelhouders, of via de uitstaande schulden die er op rusten eigendom is van de banken, betwist ik dat die persoon rijk is. Dat komt door mijn ‘bias‘ als aanhanger van Adam Smith. Waar hij het over ‘wealth‘ heeft, gaat het hem nadrukkelijk niet om het vertoon van ‘BlingBling‘, maar over vrij besteedbaar eigen vermogen.
Vermogen dat vast zit in eigendommen, zoals een huis, een bedrijf of juwelen en ‘waardepapier‘ kan liquide worden gemaakt door het te verkopen. Waar het gebruikt wordt als onderpand voor een lening, vervalt het bezit aan degene die de lening verstrekt. Maar zolang het vruchtgebruik niet vervalt, zal het publiek in de waan verkeren dat betrokkene geld heeft als water. De kans is groot dat het fout afloopt met betrokkene als hij of zij dat zelf ook denkt.
Tal van ‘miljardairs‘ in de wereld, met inbegrip van de zittende president van Amerika, hebben vermoedelijk ‘netto‘ louter schulden. Trump prees zichzelf in de race naar het presidentschap juist aan als een kandidaat die volop ervaring heeft met schulden. En het gegeven dat hij vecht als een leeuw om zijn belastingopgave geheim te houden heeft daarmee te maken. De kans is groot dat als die ooit geopenbaard worden, ze zullen onthullen dat hij jaren achtereen een ‘negatief vermogen‘ en zelfs een ‘negatief inkomen‘ had, zoals zoveel van zijn collega miljardairs en miljonairs. Zijn ‘huisbankier‘ is ‘Deutsche Bank‘, en zijn contact bij die bank pleegde onlangs zelfmoord.
Hopelijk beseft u dat dit stukje proza geen poging is om bij u medelijden op te wekken voor miljardairs, of voor enige andere groep mensen, mijzelf inbegrepen, die in de ogen van de meesten goed in de ‘slappe was‘ zitten, omdat hun uitgavenpatroon boven gemiddeld is. Het is de opmaat voor een betoog dat er toe moet leiden dat u beseft dat u misschien ook niet in zo’n rijk land leeft als men u wil doen geloven. Want wat voor die miljardairs geldt, geldt ook voor landen. De ‘Wealth of Nations‘ gaat niet over ‘BlingBling‘, maar over het vermogen van een land om haar bevolking te voeden, te laven, en een fatsoenlijk onderdak te bieden, vrij van slavernij. Met inbegrip van schuldslavernij.
Mijn verzet tegen ‘Groene Politiek‘ en andere ‘Fancy‘ initiatieven in de geest van ‘Identity Politics‘ wordt niet gedreven door rancune, of een diep gewortelde wens om ‘VroemVroem!‘ alle grondstoffen die onze kleine blauwe planeet rijk is er doorheen te jagen. Integendeel! Mijn vrees is dat al die ‘gekkigheid‘ die we nu voorbij zien komen de culminatie is van een beleid dat geen andere uitkomst kan hebben dan dat we collectief bezwijken onder de schuldenlast.
Binnen het ‘westerse‘ model, met zijn ‘GDP-fetisj’, geeft een omvangrijk ‘GDP‘ het land ‘recht‘ op het lenen van meer geld. In de kern is schuld niet noodzakelijk slecht, als die schuld leidt tot een grotere productiviteit. In dat geval is het een investering. Een investering is risicovol. Het kan mis gaan, en dan moet dat geld worden ‘afgeboekt‘. Tragisch, maar geen ramp zolang er voldoende geld (bezit) overblijft, en het de investeerder niet ‘kopschuw‘ maakt. En nee, het is geen winst dat we nu gewoon de geldpers aanzetten als de klassieke investeerder ‘kopschuw‘ dreigt te worden. Het probleem met dat ‘GDP-model‘ is dat het in feite prijsstijgingen beloont, omdat dan de ‘waarde‘ van het onderpand, of het ‘GDP‘ van een land groeit, waardoor weer meer kan worden geleend. Terwijl hogere prijzen eerder betekenen dat we armer worden als onze inkomens niet mee stijgen.
In mijn recente bijdrage waarin ik stilstond bij een andere manier om naar de ‘Wealth of Nations‘ te kijken, door ‘koopkrachtpariteit‘ als norm te nemen, kan een land ook rijk worden als de prijzen juist dalen, zolang het inkomen van de burgers maar op peil blijft. In wezen is dat ook wat er in ons deel van de wereld gebeurde de afgelopen decennia, tijdens de de-industrialisatie. De inkomens werden min of meer op niveau gehouden door de creatie van een overdaad aan ‘flutbanen‘, waarvoor we betaalden door van onszelf en toekomstige generaties te ‘lenen‘, terwijl de prijzen voor een weelde aan goederen gestaag bleven dalen. Dat ‘lenen‘ wordt stelen op het moment dat we niet eens meer een poging wagen om het ‘geleende‘ geld, mét rente, terug te betalen, en in die fase zitten we nu. Dat is al précair, maar het wordt dodelijk op het moment dat je de import van al die goedkope spullen verbiedt middels ‘sancties‘ en ‘heffingen‘, terwijl je vol gas geeft met de creatie van nóg meer ‘flutbanen‘.
Begrijp mij goed: Een ‘flutbaan‘ is in deze context geen baan waarbij iemand niks doet. Velen in een ‘flutbaan‘ werken zich het schompes. Ze produceren alleen niks nuttigs, en dragen er ook niet aan bij dat anderen nuttig bezig kunnen zijn, afgezet tegen de opdracht om bij te dragen aan de ‘Wealth‘ van het land. Wapenproductie vér boven het niveau dat nodig is voor defensie. Ambtelijke regelgevers die elkaar voor de voeten lopen. Of producenten van allerlei vergankelijke producten en ‘gelul‘ die hooguit zorgen voor tijdelijke blijdschap, maar niet als je bedenkt dat je er voor moet betalen, waar het eigenlijk gratis hoort te zijn. Of in elk geval niet zo schofterig duur. ‘Muziek terwijl u werkt‘ is bij sommige arbeid plezierig, waar dat werk anders geestdodend zou zijn. Maar het is anderzijds ook juist geestdodend als je 24/7 met ‘oordopjes‘ in volledig bent afgezonderd van je leefomgeving.
Op geen enkele manier zeg ik hiermee dat we geen recht zouden hebben op het hele spectrum van ‘hulpverlening‘, en ‘zingeving‘, vertier en ‘verwennerij‘ waar we inmiddels verslaafd aan zijn geraakt, tot en met de opiaten om onze existentiële pijn te stillen aan toe. Maar het heeft niks met werk te maken. De jager die in de oertijd pijl-en-boog uitvond bewees de mensheid een dienst, zolang hij die pijlen niet op zijn medemens afschoot als hij zich verveelde en geirriteerd raakte. Maar hij bewees zichzelf ook geen dienst als hij vervolgens twintigduizend pijlen maakte, ze in een schuurtje opsloeg, en daarna voldaan met een geestverruimend roesmiddel op een steen voor zijn hutje ging zitten neuriën van voldoening. Werk dat geen nut heeft is eindig. Het eindigt als je honger krijgt, je hutje instort, en blijkt dat al je pijlen zijn weggerot, terwijl de vriendelijke buurvrouw die je elke dag eten kwam brengen, met haar man die wel eens wat klusjes voor je deed, en hout bracht voor je vuurtje, met de noorderzon zijn vertrokken naar nieuwe jachtvelden.
Als je leuk geld verdient als ‘loopbaan-coach‘, organisator van ‘evenementen‘, ‘theaterproducent‘, acteur, popster ‘pratend hoofd‘, journalist, gesubsidieerde activist of politicus, waar de ‘baristas‘, de leerkrachten, kinderverzorgers en de cabaretiers door worden betaald, terwijl we met open mond toekijken hoe publiekelijk kijvende medelanders zich invechten om een ‘topbaan‘ te bemachtigen bij deze of gene ‘ThinkTank‘, en ‘Zwarte Pieten‘ met ‘Regenboog Pieten‘ op de vuist gaan, of mensen elkaar de tent uitvechten over de vraag of een kampvuur op het strand, of vuurwerk met ‘Oud-en-Nieuw‘ kan worden toegestaan, zie je wellicht niet hoe het vertrek van de boeren, en de mannen en vrouwen die met hun centrale zorgden voor elektra, of die nog echt dingen máken die je nodig hebt om te overleven, of die de vliegtuigen vliegen, de vrachtauto’s besturen, en de boten varen die de apparatuur voor de ‘band‘ en het ‘festival‘, en andere spullen die we al tijden niet meer zelf maken aanvoerden, je hele leven op zijn kop kan zetten. In het bijzonder als jij met de schuld blijft zitten van de generaties voor je, en het leegtrekken van de pensioenfondsen om de lopende rekeningen te betalen de bejaarden boos maakt.
In ‘GDP‘ uitgedrukt kan een land vol muziekproducenten, makelaars, juristen, ‘talkshow-hosts‘, ‘Trumps‘, ‘Gates‘, Bezos‘, ‘Musken‘, afgeladen met ‘sterren-restaurants‘, en peperdure theaterproducties, onvoorstelbaar rijk zijn. Ook als het is behangen met triljarden aan private en collectieve schuld. Maar in de ogen van Adam Smith en ondergetekende is dat land kansloos en failliet, en is het slechts een kwestie van tijd voor het wc-papier op is.