Vertrekkend voorzitter Europese Commissie Hij haat vergaderen en dingen regelen. Dat hij in 2014 voorzitter werd van de Europese Commissie was dan ook een ongelukje. Hij noemde Europa zijn grote liefde, maar: „Er bestaat geen liefde zonder ontgoocheling.”
In 2003, voordat de Europese Unie tien nieuwe landen toeliet, kreeg de Oostenrijkse ambtenarij een ongebruikelijk verzoek. Jean-Claude Juncker, premier van Luxemburg, wilde Oostenrijkers spreken vlak bij het oude IJzeren Gordijn. Hij wilde weten wat zij van de uitbreiding vonden. De Oostenrijkers planden, zoals het protocol vereist voor bezoekende premiers, ontvangsten met partijbonzen en notabelen. Juncker protesteerde: hij wilde gewóne mensen zien. Zo belandde hij op een middag in een Oostenrijkse wijnkelder. Dorpelingen vertelden over hun contacten en familiebanden met ‘de andere kant’, en over hun angst voor de komst van goedkope arbeiders. Zij dronken wijn, Juncker bier.
Als er één typerende episode is uit het politieke leven van Jean-Claude Juncker, die op 1 december afzwaait als Commissievoorzitter, is het deze: hij is beroepspoliticus, maar wel zichzelf gebleven. Hij ging recht van de universiteit de politiek in, en op zijn 26ste werd hij staatssecretaris in Luxemburg. Maar hij eet het liefst een soepje aan zijn bureau, naast een ‘gezellige’ kast vol foto’s en boeken. Hij zingt graag liedjes achterin de auto. ’s Zomers zit hij in een simpel hotelletje in Tirol met zijn vrouw. Juncker is benaderbaar, geïnteresseerd in anderen, geestig. Hij is een echt ‘Mensch’.
Groothertogdommetje
Dit is in zijn carrière zijn kracht geweest, én zijn zwakte. Het politieke gewicht van een politicus uit een groothertogdommetje is gering. Dus gebruikte hij zijn persoonlijkheid. Hij probeert iedereen te vriend houden en is niet bang zijn emoties te tonen. Hij huilde bij het overlijden van president Chirac en tijdens een bezoek in Rwanda. Toen een medewerkster omkwam bij de aanslag op een Brussels metrostation, was hij hevig geëmotioneerd. Hij kust jan en alleman op het voorhoofd en zegt wat hem invalt. Zo zei hij tegen de Kaapverdische president, die drommen Chinese bedrijven binnenhaalt: „Zo, wat hoor ik? Word jij Chinees?” En tegen Frans Timmermans: „Frans, jongen, je wordt dik.”
Het gemak met presidenten én arbeiders om te gaan, is Juncker met de paplepel ingegoten. Hij werd in 1954 geboren in het Luxemburgse Redange, als zoon van een metaalwerker. Hij groeide op in een huis vol Portugese, Italiaanse en Griekse gastarbeiders – zijn vaders collega’s. Ze deelden de badkamer. Die mannen waren als familie voor hem. En hij voor hen, want velen zagen hun eigen kinderen maar eens in de twee jaar.
Juncker is lid van de conservatieve, sociaal-christelijke volkspartij. Het woord ‘sociaal’ heeft voor hem echt betekenis, in de zin van compassie. Als minister van Arbeid was hij voor het minimumloon en tegen flexibele arbeidscontracten. Als zijn vader geen vast contract zou hebben gehad, zei hij, „had ik nooit naar de universiteit gekund”. Tegen PvdA’er Jeroen Dijsselbloem zei hij: „De echte socialist van ons tweeën, dat ben ik.”
Stroperige ministerraden
Europa zit emotioneel diep bij Juncker. Als minister klaagde hij eens over stroperige Europese ministerraden. Zijn vader antwoordde: „Wees blij. Toen ik zo oud was als jij, losten we onze geschillen op met wapens.” Zijn vader werd tewerkgesteld in de Wehrmacht en keerde gewond terug. Het tekende vader én zoon. Juncker heeft geen rozig mensbeeld. Driemaal voerden Frankrijk en Duitsland oorlog om de Europese hegemonie, driemaal werd eerst Luxemburg onder de voet gelopen. Hij is ervan overtuigd dat landen oorlogvoeren als ze de kans krijgen. En dat ze een systeem nodig hebben dat hen daarvan weerhoudt. Juncker zag het als zijn missie om dat systeem – de EU – op de rails te houden.
Dat doet hij op zijn gevoel, een aanpak die sommigen ontwapent en anderen irriteert. De Franse president Sarkozy kleineerde hem voortdurend. De Turkse president Erdogan liet Juncker en president Tusk eens eindeloos wachten voor een afspraak, en richtte toen het woord vooral tot Tusk.
Juncker zegt, als man uit een klein landje, moeilijk nee tegen grote landen. Maar dat bracht anderen in de problemen. Als premier, vanaf 1995, was hij close met bondskanselier Kohl. Ook zijn banden met diens opvolgers Schröder en Merkel waren hecht. Nederland was furieus toen hij in 2003, als eurogroepvoorzitter, Duitsland en Frankrijk toestond om het Stabiliteits- en Groeipact te schenden – en hen vervolgens hielp sancties te ontlopen.
Juncker vindt regeringsleiders egocentrisch en zegt dat ze niet genoeg in Europa investeren. Hij ziet Europa als familie. Die wil hij als ‘laatste Europeaan’ bijeenhouden. Hij kent nationale gevoeligheden als geen ander en probeert instinctief problemen weg te masseren. Maar zo werkte hij ook mee aan deals die de Europese politiek ingewikkelder maakten, zoals de wijziging van het Pact. Toen de Britten begin jaren negentig verdere politieke integratie afwezen, hielp Juncker hen aan opt-outs voor de euro, Schengen én Justitiesamenwerking. Denemarken en Zweden eisten meteen hetzelfde. Dit trok diepe sporen in Europa.
Chantage
Het maakte de EU kwetsbaarder voor chantage van regeringsleiders en onmogelijk te begrijpen voor buitenstaanders. En de Britten dreven af. Niemand kon dertig jaar geleden voorzien hoe hard ze zouden afdrijven, Juncker ook niet. Maar dit plaveide de weg naar de Brexit die Juncker juist zo verfoeit. „Britain belongs to Europe”, zegt hij vaak. Hij haat het idee dat een land de Europese familie de rug toekeert. „Ik had campagne moeten voeren tegen Brexit. Cameron zei: bemoei je er niet mee. Ik was zo dom om te luisteren.”
Juncker heeft Luxemburg achttien jaar bestuurd. Hij was het die, toen de mijnen sloten, een nieuw ‘verdienmodel’ bedacht: dat van financieel centrum met extreem lage vennootschapsbelasting. Zo werd Luxemburg het rijkste land van Europa. Het verbaast sommigen dat iemand die zo veel invloed had op de koers van zijn land, niet méér impact had in de Europese politiek.
Tijdens de eurocrisis was hij de enige aan tafel die wist waar hij het over had – Luxemburg leefde immers van de haute finance. Toch prevaleerde de Duitse zuinigheid en sneuvelde zijn plan voor eurobonds, gemeenschappelijke obligaties van de eurozone. Wel zette hij alle zeilen bij om Griekenland bij de ‘familie’ te houden. Hij is beretrots dat dit is gelukt.
Juncker werd meermalen voor Europese topfuncties gepasseerd. In 2004 liep hij het voorzitterschap van de Europese Commissie mis. Als troostprijs mocht hij de eurogroep leiden, de informele club van ministers van Financiën. In 2010 wilde hij de eerste Europese president worden. Het werd de Belgische premier Van Rompuy, met Franse steun. Juncker dacht dat Merkel hem steunde. Maar Merkel steunt zelden iemand, en koos op het laatst Van Rompuy. Zo bleef Juncker voorzitter van de eurogroep, tot hij er eind 2012 genoeg van had. Met wat borrels op liet hij vergaderingen doorlopen tot het ochtendgloren.
Spitzen-kandidatuur
Dat Juncker in 2014 Commissievoorzitter werd, was een ongelukje. Hij haat vergaderen en regelen. Daarom wilde hij Raadsvoorzitter worden, geen Commissievoorzitter die leiding geeft aan 30.000 ambtenaren. Maar omdat de Europese socialisten Martin Schulz in het veld brachten, zocht Angela Merkel een conservatieve tegenkandidaat die Duits sprak. Junckers Spitzen-kandidatuur voor de Commissie was haar strategie om Schulz in Duitsland te verslaan. Toen dit lukte, liet zij Juncker als een baksteen vallen. Pas toen Schulz haar coalitieregering dreigde op te blazen, gaf ze zich gewonnen.
Ook als Commissievoorzitter zat Juncker met zijn oude Nokia op de achterbank en belde god en zijn grootmoeder. Zo werkt hij: hij kletst, knuffelt, maakt grappen. Zelfs met Viktor Orbán en Nigel Farage, met wie hij politiek overhoop ligt, kan hij overweg. Toen Juncker in 2018 Donald Trump bezocht, trok hij alle persoonlijke registers open. Het werd, met de rehabilitatie van Griekenland, hét hoogtepunt van zijn voorzitterschap. Hij nam foto’s mee van Amerikaanse militaire begraafplaatsen in Luxemburg. Dat raakte Trump zo, dat hij prompt hoge Amerikaanse importtarieven voor Europese producten van tafel haalde.
Juncker heeft zichzelf altijd omringd met capabele managers. Michel Barnier tot Brexit-onderhandelaar benoemen was zijn idee. Ook zijn kabinetschef Martin Selmayr, een dossiervretende regelneef, was zijn tegenpool. Dankzij hen kon Juncker solo blijven opereren. Luxemburgse diplomaten klaagden altijd dat hij dingen deed zonder hen daarvan op de hoogte te brengen: „Staan wij weer voor paal.” Selmayr ging veel te ver: hij kreeg autoritaire trekjes en werd na een bedenkelijke procedure secretaris-generaal.
Afluisterschandaal
Het typeert Juncker dat hij Selmayr zo zijn gang liet gaan. Zo ‘leidde’ hij ook eurogroepen: ministers maakten vier keer hetzelfde punt zonder dat hij ingreep. Zijn premierschap eindigde in 2013 net zo: omdat Juncker veel weg was voor de eurogroep, verdween de fut uit zijn regeringscoalitie en liep een afluisterschandaal uit de hand. Met enige regie was ook dit wellicht anders gelopen.
Juncker leidde, zei hij, ‘de Commissie van de laatste kans’. Hij wilde de harten van burgers heroveren met een socialer Europa, ‘l’Europe qui protège’. Maar de Commissie kan van alles voorstellen – als lidstaten iets niet willen, gaat het feest niet door. Zij hebben allerlei Juncker-voorstellen gesteund, maar niet voor een socialer Europa.
Dat de EU alle crises overleefde, komt niet door Junckers tirades tegen „dom nationalisme”, maar doordat regeringsleiders de EU overeind willen houden. Toch klopt Junckers bewering dat zijn investeringsfonds, dat de Europese economie uit de recessie hielp trekken, zo’n succes is dat „regeringen nu doen alsof het hún fonds is”.
Europa was zijn leven. Junckers enige hobby is flipperen, verder is hij altijd aan het werk. In december wordt hij 65, maar jaren van roofbouw – roken, drinken, nachten doorhalen – eisen hun tol. Na een auto-ongeluk in 1989 lag hij weken in coma. Sindsdien heeft hij evenwichtsstoornissen en beklemde zenuwen. Hij slaapt beroerd en kijkt nachtenlang Euronews. Juncker wilde geen tweede termijn – dan moest hij regeringsleiders „plezieren” om te mogen blijven. In augustus onderbrak hij zijn Tirol-vakantie voor een spoedoperatie. Begin november ging hij weer onder het mes voor een probleem met een slagader.
Met Juncker zwaait een man af met een groot hart voor Europa, maar met te weinig strategisch talent om het ook echt richting te geven.
Hij wil nu „40.000 boeken lezen” en zijn mémoires schrijven. „Europa is mijn grote liefde,” zei hij laatst, om met brekende stem toe te voegen: „Al bestaat er geen liefde zonder ontgoocheling.”