Het doel van de heersende elites is heel eenvoudig: winst maximaliseren. Niemand in het Amerikaanse Jackson Hole maakte zich enigszins zorgen over de sociale kosten van bezuinigingen en niemand had enige wil om de crises te beheersen. Zelfs oorlog zal hen niet stoppen. Ze zullen er alles aan doen om aan de top te blijven.
In wat voor wereld leven we waarin we worden bedolven ondert propaganda van de elites en de hun toegewijde mainstream media, over hoe de enige manier om uit de crises te komen is dat we “pijn” of “opoffering” accepteren om te voorkómen dat een of andere inflatoire catastrofe uit de hand loopt. En dat als werknemers het durven te wagen geld weg te halen bij net van covid-19 herstellende bedrijven de pijn die politici en beleidsmakers ons zullen toebrengen groter zullen zijn.
De jaarlijkse bijeenkomst van de financiële elites in Jackson Hole in Wyoming was een van die “niet tet geloven”-momenten.
Ten eerste hadden we de corrupte baas van de Amerikaanse Federal Reserve die bijna blij was om de Amerikanen te vertellen dat hij hen pijn zal doen omdat “dit de ongelukkige kosten zijn van het verminderen van de inflatie”. Op hetzelfde evenement vertelde het ECB-bestuurslid Isabel Schnabel de bijeenkomst dat de centrale banken hogere werkloosheidscijfers moesten bewerkstelligen om de inflatie onder controle te houden (krijgen) om te voorkómen dat de lonen worden gedreven door inflatieverwachtingen. En dan kijken we naar de loongroei in Europa en zien we dat de reële lonen in een vrije val zijn (5,9 procent in het juni-kwartaal 2022).
De baas van de Federal Reserve, Jerome Powell, presenteerde zijn toespraak op 26 augustus 2022): “Monetair beleid en prijsstabiliteit” tijdens het evenement in Wyoming. De inhoud van zijn toespraak is lichtjaren verwijderd van wat hij bijna precies twee jaar geleden (27 augustus 2020) zei tijdens het Jackson Hole-evenement – New Economic Challenges en de Monetary Policy Review van de Fed – toen hij opmerkte dat:
1. “Beoordelingen van het potentiële of langere termijn groeitempo van de economie zijn afgenomen.”
2. “Verontrustender is de daling van de productiviteitsgroei, die de belangrijkste motor is voor het verbeteren van de levensstandaard in de loop van de tijd.”
3. “De historisch sterke arbeidsmarkt leidde niet tot een significante stijging van de inflatie.”
4. “De gedempte reactie van inflatie op krapte op de arbeidsmarkt, die we de afvlakking van de Phillipscurve noemen …”
5. “Onze herziene verklaring benadrukt dat maximale werkgelegenheid een breed gedragen en inclusief doel is. Deze verandering weerspiegelt onze waardering voor de voordelen van een sterke arbeidsmarkt, met name voor velen in gemeenschappen met lage en middeninkomens.”
Waarnemers waren van mening dat de Federal Reserve na deze toespraak een substantiële verandering had doorgevoerd in haar manier van denken over monetair beleid. Maar na de presentatie van vorige week is het duidelijk dat de pandemische toespraak slechts een aberratie was, waarschijnlijk het resultaat van de diepe onzekerheid waarmee iedereen op dat moment werd geconfronteerd, waardoor de elites even stil waren vanwege hun positie.
Nu is het terug naar normale, neoliberale zaken. De Amerikaanse centrale bank is nu weer terug op haar disfunctionele maner van werken. We krijgen uitspraken als:
– “Het herstellen van prijsstabiliteit zal enige tijd vergen en vereist een krachtig gebruik van onze instrumenten om vraag en aanbod beter in evenwicht te brengen.” (‘Krachtig’ – brute kracht tegen de arbeiders om zoveel werkloosheid te creëren als nodig is.)
Het gaat dan ook niet zozeer om het op één lijn brengen van ‘vraag’ met ‘aanbod’, maar om:
– “Om de inflatie terug te dringen, is waarschijnlijk een aanhoudende periode van groei onder de trend nodig.” (De vraag moet zó worden gebracht dat het onverkochte aanbod stijgt en bedrijven worden gedwongen de prijzen te verlagen.)
En dat alles betekent dat ze willen: “… wat pijn toebrengen aan huishoudens en bedrijven”.
En als werknemers het wagen om loonsverhogingen te krijgen, zal de centrale bank het volgende doen: “… veel grotere pijn toebengen”.
Business as usual, voor de financiële elite.
Powell erkende dat de huidige inflatie wereldwijd was en dat het aanbod beperkt was (als gevolg van de pandemie, enz.). Maar hij maakte niet duidelijk hoe stijgende rentetarieven de aanbodbeperkingen zouden verhelpen, alleen dat de uitgaven moesten worden teruggebracht tot het ‘kunstmatige’ aanbodniveau. Welnu, het punt hier is dat de onderbrekingen in de aanvoer tijdelijk zijn (voor hoe lang is onzeker) en wanneer die onderbrekingen afnemen, zullen ze snel afnemen.
Een andere punt is dat werkloosheid zeer asymmetrisch is. Wanneer de vraag wordt onderdrukt, stijgt deze snel en duurt het lang voordat de vraag weer daalt als de vraag aantrekt. De tussenliggende periode veroorzaakt enorme schade aan de werklozen, hun families en hun gemeenschappen. Een korte periode van hoge inflatie veroorzaakt die schade niet.
Dus de Federal Reserve kan de vraag misschien verminderen via hogere rentetarieven – misschien – maar wanneer het aanbod terugkeert (en men weet niet wanneer dat zal gebeuren) – zullen de VS achterblijven met een pool van werklozen, stagnerende uitgaven, en onverkochte goederen en diensten. Het is geen erg verstandige manier om prijsstabiliteit na te streven als het probleem niet is dat de toenemende vraag botst met een aanbodzijde met volledige capaciteit.
Wat we nu meemaken is een tijdelijk onderdrukte aanbodzijde die tegen relatief normale vraagniveaus aanloopt. De Federal Reserve wil dat de vraag daalt, maar heeft geen manier om de aanbodzijde te stimuleren tenzij het een remedie voor Covid vindt, het OPEC-kartel beëindigt en de oorlog in Oekraïne stopt.
Powell beweert dat de centrale bankiers lessen trekken uit de jaren zeventig. In die geest rolde hij het verhaal van de ‘inflatoire verwachtingen’ uit dat “de verwachtingen van het publiek over toekomstige inflatie een belangrijke rol kunnen spelen bij het bepalen van het pad van inflatie in de loop van de tijd.” Maar bijna in één adem gaf hij toen toe:
“De inflatieverwachtingen voor de langere termijn lijken goed verankerd te blijven. Dat geldt in grote lijnen voor enquêtes onder huishoudens, bedrijven en voorspellers, maar ook voor marktgebaseerde maatregelen. Maar dat is geen reden voor zelfgenoegzaamheid…”.
Er worden hier dus helemaal geen lessen uit de jaren zeventig getrokken. En dan hebben we ook nog de problemen met het gas en andere zaken aan de aanbodzijde die mede het gevolg zijn van ‘De Oorlog’ (maar alleen voor zover ze het gevolg zijn van de westerse reactie – dat wil zeggen ‘De Sancties’). Dat ze contraproductief, zelfbeschadigend en ineffectief blijken te zijn, zijn kwesties die absoluut moeten worden aangepakt – maar dat zal voorlopig niet gebeuren.
De reële lonen in de VS dalen en arbeiders zijn niet de drijvende kracht achter de huidige inflatie. Lees in dit kader eens het discussiestuk van de Federal Reserve van september 2021, getiteld: Waarom denken we dat inflatieverwachtingen van belang zijn voor inflatie? (En zouden we dat moeten?). De auteur van die nota van de Federal Reserve merkte op dat:
“De reguliere economie staat vol met ideeën waarvan ‘iedereen weet’ dat ze waar zijn, maar die in feite regelrechte onzin zijn … verwachtingen … [zijn] … centraal in het inflatieproces; op dezelfde manier beschouwen veel centrale banken het “verankeren” of “beheren” van de inflatieverwachtingen van het publiek als een belangrijk beleidsdoel of -instrument … [er is] … geen dwingende theoretische of empirische basis en kan mogelijk leiden tot ernstige beleidsfouten.”
Het document ontkracht in wezen de huidige beweringen van de baas van zijn eigen organisatie (Powell) dat pijn moet worden toegebracht voor het geval de publieke verwachtingen van inflatie een beetje stijgen.
Om niet achter te blijven bij de dreiging van het toebrengen van pijn stond het ECB-bestuurslid Isabel Schnabel de volgende dag (27 augustus 2022) bij Jackson Hole met haar toespraak over monetair beleid en de grote volatiliteit. Ze refereerde ook aan de inflatie-episode uit de jaren 70 en de rol die inflatieverwachtingen in die periode speelden. Die rol wordt trouwens betwist, maar het blijft de kernactiviteit van het Nieuwe Keynes in het dienen van de elites.
Haar oplossing was anders dan de grove ‘terug naar ideologie’ Powell-speech. Ze erkende veel toekomstige risico’s – pandemie, klimaat enz. Ze gaf ook toe dat “monetair beleid met lange vertragingen werkt”, wat betekent dat de resultaten onnauwkeurig en onzeker zijn en dat korte termijn “overschrijdingen van de inflatie” er niet toe zouden moeten leiden dat beleidsmakers wild worden en het soort pijn toebrengen waar Powell aan denkt. Belangrijk, erkende ze, is dat de inflatoire druk momenteel komt wanneer de aanbodzijde sterk wordt beperkt door “de pandemie en de oorlog”, die twee “brede paden” voor de centrale bank over laat:
“De ene is een weg van voorzichtigheid, in overeenstemming met de opvatting dat monetair beleid het verkeerde medicijn is om schokken in de aanvoer op te vangen… De andere weg is er een van vastberadenheid. Op deze weg reageert het monetair beleid krachtiger op de huidige inflatiegolf, zelfs met het risico van lagere groei en hogere werkloosheid.
Ze viel vervolgens terug op het script door te beweren dat het laatste pad gerechtvaardigd is. Waarom?
1. Als “de mate van inflatiepersistentie onzeker is”, dan is het volgens haar logica het beste om het snel te vermorzelen. Wat eigenlijk een buitengewone conclusie is. Er is geen onzekerheid over de ‘oorzaken’ van de inflatie. Het zijn allemaal voorbijgaande oorzaken. Waarom nog meer schade toebrengen als de voorraadomkeringen binnenkort zullen optreden?
2. “Centrale banken moeten beleid voeren in de veronderstelling dat de inflatie aanhoudt”. Handel (volgens Schnabel) dus in het ongewisse en behandel het probleem alsof het een kwestie is van een vraagoverschot die wordt geconfronteerd met een niet-verschuivende aanbodzijde met volledige capaciteit en de vraag opzettelijk beschadigt.
Bijna niet te geloven.
3. “Risico’s van het losraken van inflatieverwachtingen nemen toe” – maar geen teken dat de werkelijke verwachtingen (zelfs als ze ertoe doen) stijgen. De “risico’s” nemen toe… dat is de codetaal van centrale bankiers voor dekking zoeken om werklozen pijn te doen.
Waar zouden die verwachtingen kunnen stijgen? Welnu, als het de jaren zeventig zouden zijn, dan zouden we sterke onderhandelde looneisen verwachten van werknemers die na een jaar van stijgende inflatie die kennis zouden inbouwen in hun jaarlijkse loononderhandelingen.
Hier is de meest recente groei van de onderhandelde lonen in de eurozone tot juni-kwartaal 2022, zowel nominaal (blauw) als reëel (oranje).
Er is geen opwaartse trend in de nominale loongroei en waar de inflatie de laatste kwartalen stijgt, zijn de reële lonen sterk aan het dalen. Sinds het september-kwartaal 2021 is de jaarlijkse groei van de reële lonen in de eurozone globaal genomen met 1,5% (september-kwartaal), 3% (december-kwartaal), 3,3% (maart-kwartaal 2022) en vervolgens 5,9% (juni-kwartaal 2022) gedaald. Conclusie: loongroei is niet de drijvende kracht achter de inflatie en er zijn geen aanwijzingen dat er zich een loon-prijsspiraal vormt als gevolg van hoge inflatieverwachtingen.
De ECB publiceert ook een maatstaf voor de inflatieverwachtingen van consumenten: inflatiepercepties en -verwachtingen (laatst gepubliceerd op 4 augustus 2022). Grafiek 6 vertelt ons wat de respondenten van de enquête denken dat er in de komende 12 maanden met de inflatie zal gebeuren.
Hier is het (uit de ECB-publicatie):
Tenzij een dalende trend sinds begin dit jaar iets anders betekent dan een dalende trend, is er geen reden om aan te nemen dat consumenten in de eurozone geloven dat de inflatie versnelt en waarschijnlijk uit de hand loopt. En daar lijkt niet veel onduidelijkheid over te bestaan.
Schnabel gaf ook toe dat de “Phillips-curve de afgelopen decennia vlakker is geworden” (dat wil zeggen, er is nu veel hogere werkloosheid nodig om de inflatie met een procentpunt te verlagen) en dat het verlagen van de inflatie “mogelijk een diepe samentrekking” vereist. Met andere woorden, monetair beleid is niet echt een geschikt instrument om deze problemen aan te pakken wanneer ze zich voordoen.
De boodschap is wel duidelijk.
Noch de wereldwijde financiële crisis, noch de pandemie, die beide een enorme dissonantie veroorzaakten voor de reguliere macro-economie, waren voldoende om ons te ontdoen van de ficties die men propageert. Er worden weer hoge werkloosheidsniveaus gebruikt voor het geval dat werknemers zich beter organiseren en gaan aandringen op een hoger aandeel in het nationaal inkomen. De lage werkloosheid – vooral veroorzaakt doordat Covid duizenden werknemers heeft uitgeroeid en nu te ziek zijn om te werken of zijn overleden – was te veel voor de elites om te kunnen verwerken. Dus hervatten ze de angstaanjagende inflatie-argumenten als dekmantel om iets te doen aan hun paranoïde angsten dat de machtsbalans naar werknemers verschuift.