Er was eens een lockdown, een totale lockdown, een radicale lockdown. Een lockdown dus, want je kunt je niet voorstellen dat het meer totaal en radicaal is. De stadions: gesloten. De winkels: gesloten. De supermarkten: gesloten. De wekelijkse markten, sportscholen, kappers, musea, parken, zwembaden, theaters en bioscopen: gesloten. Mensen bleven in hun krappe stadsappartementen en keken uit de ramen. Het leven stond stil. Nog steeds vergrendeld.
Toen kwam er een wind op die was vergeten op te sluiten en brak een dikke tak van een nog dikkere boom. De tak gooide met een luide kraak door het raam van een van de mensen die uit hun raam keek en zijn hoofd verwondde. Verdoofd en bloedend nam de man de telefoon op om de hulpdiensten te bellen. Gelukkig zaten de medewerkers van het telefoonbedrijf niet opgesloten omdat hun werk belangrijk was.
De noodoproep werkte omdat de elektriciteit nog stroomde. Omdat elektriciteit belangrijk is, werden ook de technici en ingenieurs in controlekamers, energiecentrales en onderstations uitgesloten van lockdown. Ondanks de lockdown moesten monteurs voor onderhoud met hun dieselbusjes naar de windturbines rijden en omdat de dieselauto’s altijd moesten worden bijgetankt, waren de benzinestations natuurlijk nog open, waar de windturbinetechnici de ambulance en de politiepatrouille ontmoetten auto waren beiden op weg naar de plek waar de tak door het raam was geraakt.
De man was nu in de badkamer en waste het bloed van zijn gezicht. Dat kon hij doen omdat de watervoorziening en de riolering natuurlijk nog werkten. Drinkwater werd nog steeds geproduceerd en afvalwater gezuiverd in de rioolwaterzuiveringsinstallaties, omdat dit werk belangrijk was. De politie blokkeerde de weg en de brandweer kwam de gevallen tak opruimen. Dat was belangrijk voor de veiligheid. Een glazenmaker kwam langs en repareerde de kapotte ruit, want dat was belangrijk.
De ambulance klampte zich vast aan de scheuring op het hoofd van de man en een ambulancepersoneel verbond zijn hoofd omdat dat belangrijk was. De koerier van de plaatselijke apotheek bracht de man de voorgeschreven pijnstillers en de aardige jongen van de “Pizzeria Napoli” bracht het avondeten omdat de man na deze stressvolle dag niet meer zelf wilde koken. Uitgeput liet hij zich in zijn stoel vallen, opende de pizzadoos en pakte de afstandsbediening. Dagelijks nieuws. Belangrijke politici spraken over belangrijke beslissingen en de NOS deed verslag van de wind die een tak had afgebroken en de bloedende man en de brandweer en de glazenmaker. Omdat de NOS belangrijk was.
Er was eens een lockdown die zo absoluut en compleet had kunnen zijn als je je kunt voorstellen als de wind maar niet uit de pas was gelopen.