De rijbewijzen richtlijnen voor ‘verkeersveiligheid’ worden terloops gebruikt om de uitrol van de pan-Europese digitale portemonnee en de Europese digitale identiteit te ondersteunen, en om beperkingen op de individuele mobiliteit af te dwingen.
Rijbewijzen Op 4 december presenteerde de Raad van de EU zijn “standpunten over verkeersveiligheid” . Achter deze eufemistische titel schuilt een richtlijn over rijbewijzen en een richtlijn over de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersovertredingen die de verkeersveiligheid in gevaar brengen.
Er wordt veel gesproken over een “paradigmaverandering in de rijbewijsregelgeving in Europa”. Samen met het “versterken van mechanismen voor wederzijdse bijstand” tussen de lidstaten om het gemakkelijker te maken mensen te identificeren en boetes op te leggen, heeft de nieuwe wetgeving tot doel “de veiligheid op de Europese snelwegen te verbeteren” en “de veiligheid in woonwijken in de hele EU te verbeteren”.
Op 1 maart 2023 heeft de Europese Commissie bij de Raad een voorstel ingediend voor een volledige herziening van de rijbewijsrichtlijn – de vierde hervorming van deze richtlijn. In september presenteerde de Transportcommissie van het EU-Parlement een controversieel ontwerprapport . Er is nu een compromis bereikt: de algemene strekking van het Commissievoorstel is behouden gebleven in het standpunt van de Raad, maar de Raad heeft verschillende wijzigingen in het Commissievoorstel aangebracht. Rijbewijzen voor de klassen A en B moeten bijvoorbeeld vijftien jaar geldig zijn, maar een extra verkorting van de geldigheidsduur van rijbewijzen voor ouderen moet vrijwillig zijn.
Voor beginnende bestuurders zou een proeftijd van minimaal twee jaar en begeleid rijden vanaf 17 jaar in de hele EU standaard moeten worden. De begeleider moet in het bezit zijn van een geldig rijbewijs en minimaal 24 jaar oud zijn. Een nieuwe regeling die in werking zal treden is bijvoorbeeld de uitgifte van een digitaal rijbewijs als onderdeel van de EUid-portemonnee in lijn met de Digitale Identiteitsverordening (eIDAS). Het digitale rijbewijs moet op de mobiele telefoon kunnen worden opgeslagen.
Hoewel het mogelijk blijft om fysieke rijbewijzen af te geven, kunnen lidstaten besluiten om een opslagmedium (microchip) in te voeren als onderdeel van het fysieke rijbewijs. Daarnaast kunnen de lidstaten besluiten om in plaats van de chip een QR-code te graveren in de ruimte die voor de microchip is gereserveerd. De richtlijnen voor ‘verkeersveiligheid’ worden daarom terloops gebruikt om de uitrol van de pan-Europese digitale portemonnee en de Europese digitale identiteit te ondersteunen.
Onderdeel van een digitaal identiteitssysteem?
Het probleem is dat gebruikers met de EUid-portemonnee op hun mobiele telefoon niet alleen bankrekeningen kunnen openen en betalingen kunnen doen, maar ook digitale documenten kunnen bundelen, zoals een mobiel rijbewijs, een doktersrecept, een beroepscertificaat of een reisticket.
Gebruikers moeten zelf kunnen beslissen welke informatie zij aan wie willen doorgeven. Als echter in het grensverkeer bijvoorbeeld een bewijs van een actuele vaccinatiestatus vereist zou zijn, zou aan het vrijwillige karakter snel een einde komen. Bovendien moeten de lidstaten de geldigheidsduur van rijbewijzen kunnen verkorten tot tien jaar als het rijbewijs ook als identiteitsbewijs kan worden gebruikt.
De Verenigde Naties voeren momenteel ook een campagne om een “veilige, inclusieve en interoperabele digitale publieke infrastructuur” (DPI) te bevorderen , die ook een biometrisch digitaal identiteitssysteem omvat. In tegenstelling tot alle garanties worden gevoelige gegevens echter over het algemeen blootgesteld aan aanvallen van hackers. Onlangs zijn de biometrische identiteitsgegevens van ruim 800 miljoen Indiërs gestolen en te koop aangeboden. Critici vrezen daarom universele biometrische digitale markering van alle burgers van de wereld en onbeperkt toezicht , vooral op het gebied van gezondheid en geneeskunde.
Volgens de herziene rijbewijsrichtlijn is het aan de lidstaten of zij een medische keuring verplicht stellen alvorens een rijbewijs af te geven of te verlengen, dan wel of het invullen van een zelfbeoordelingsformulier voldoende is. Een regelmatige gegevensoverdracht is echter verplicht. De afzonderlijke landen moeten de Europese Commissie jaarlijks informeren over het aantal afgegeven, verlengde, vervangen, ingetrokken en ingewisselde rijbewijzen voor elke klasse.
Voor digitale en fysieke rijbewijzen moeten de gegevens afzonderlijk worden verstrekt. In geval van een crisis kunnen de lidstaten de geldigheidsduur van rijbewijzen die anders zouden verlopen, met maximaal zes maanden verlengen. Als de crisis aanhoudt, kan een verdere uitbreiding plaatsvinden. Een dergelijke verlenging zou naar behoren moeten worden gemotiveerd en onverwijld aan de Commissie moeten worden meegedeeld.
De term ‘crisis’ betekent hier een ‘buitengewone, onverwachte, plotselinge, natuurlijke of door de mens veroorzaakte gebeurtenis van uitzonderlijke aard en omvang, binnen of buiten de Unie, die een aanzienlijke directe of indirecte impact heeft op het wegvervoer en ook op het vermogen van houders van rijbewijzen.” of de bevoegde nationale autoriteiten ervan weerhouden de nodige stappen te ondernemen voor de verlenging ervan. Kan de verlenging van rijbewijzen na zes maanden worden opgeschort in het geval van een crisis, zoals een uitgeroepen “klimaatnoodtoestand”?
De gevolgen van “Vision Zero”
Ook de “Richtlijn betreffende de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersovertredingen die de verkeersveiligheid in gevaar brengen” gaat over gegevensoverdracht. Er zal een portaal voor de grensoverschrijdende informatiestroom worden opgezet. De uitwisseling van gegevens moet zoveel mogelijk worden geautomatiseerd en via elektronische standaardformulieren via één elektronisch systeem.
In haar EU-beleidskader voor verkeersveiligheid 2021 tot 2030 heeft de Europese Commissie het “ambitieuze doel” geformuleerd om het aantal doden en ernstig gewonden op de wegen in de EU tegen 2050 tot bijna nul terug te brengen (“Vision Zero”), evenals het medium -termijndoelstelling om het aantal doden en ernstig gewonden tegen 2030 met 50 procent te verminderen. Volgens de laatste gegevens van de Commissie is het aantal verkeersdoden vorig jaar echter met 4 procent gestegen ten opzichte van 2021.
Dit ligt nog steeds 9 procent onder het niveau van vóór de Coronacrisis, maar de voortgang gaat niet snel genoeg om de gestelde doelen te bereiken. Bovendien moet het koolstofvrij maken van de transportsector bijdragen aan de Europese Green Deal , waarmee de EU het eerste ‘klimaatneutrale continent’ ter wereld moet worden. Volgens de Europese Commissie is transport verantwoordelijk voor ongeveer 25 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen in de EU.
Realistisch gezien kunnen zowel de ‘Vision Zero’ als de ‘Green Deal’ alleen worden geïmplementeerd door zowel het energieverbruik als de individuele mobiliteit drastisch te beperken.