EU waarschuwt Musk en Trump voor het verspreiden van schadelijke propaganda vóór ‘Interview
Indignatie redactie
3 min. lezen
De EU-commissie waarschuwt Elon Musk om de verspreiding van schadelijke misinformatie in te dammen tijdens zijn “interview” met Donald Trump op maandagavond. Veel succes daarmee!
Wanneer Elon Musk, eigenaar van het onlineplatform dat voorheen bekendstond als Twitter, maandagavond Donald Trump ontvangt, lijkt een stortvloed aan desinformatie en propaganda onvermijdelijk.
Trump is immers een van de grootste leugenaars aller tijden, en Musk is misschien wel een van de grootste verspreiders van rechtse desinformatie (zowel via zijn eigen account als via zijn website, die nu X heet).
Maar slechts enkele uren voor het ‘interview’ waarschuwde de Europese Commissie Musk dat zij nauwlettend toezicht zal houden om ervoor te zorgen dat het evenement voldoet aan de regels van de Europese Unie tegen de verspreiding van schadelijke informatie.
“Een groter publiek brengt een grotere verantwoordelijkheid met zich mee”, aldus Thierry Breton, Europees Commissaris voor Digitale Zaken.
Hij stuurde Musk een open brief om hem eraan te herinneren dat hij, als eigenaar van een ‘Very Large Online Platform’, onderworpen is aan de Digital Service Act (DSA) van de EU.
Naast het waarborgen van de persvrijheid en de vrijheid van informatie en meningsuiting, merkte Breton op dat dit betekent dat Musk ervoor moet zorgen “dat alle evenredige en effectieve mitigerende maatregelen worden genomen met betrekking tot de versterking van schadelijke inhoud in verband met relevante evenementen, inclusief live streaming, die, als ze niet worden aangepakt, het risicoprofiel van X kunnen verhogen en schadelijke effecten kunnen hebben op het maatschappelijk debat en de openbare veiligheid.”
Met andere woorden: hij wil dat Musk en Trump niet de dingen doen waar ze het beste in zijn.
Veel succes daarmee.
Vorige maand meldde de Commissie aan X dat het platform waarschijnlijk de DSA had overtreden door gebruikers te misleiden, een gebrek aan transparantie te tonen met betrekking tot reclame en de toegang van onderzoekers tot bepaalde gegevens te blokkeren.
Musk en zijn bedrijf kunnen zich nu verdedigen, maar als X zich niet aan de regels houdt, riskeert het bedrijf een boete van maximaal 6 procent van de jaarlijkse omzet van het platform. Dat komt neer op een boete van maximaal 200 miljoen dollar.
Sinds de in Zuid-Afrika geboren miljardair uit de kast kwam als een extreemrechtse politicus met enkele blanke suprematistische neigingen , is er bezorgdheid ontstaan dat hij zijn website zal gebruiken om een specifieke politieke agenda te promoten.
Er zijn de afgelopen weken meerdere gevallen geweest waarin Musk, die zichzelf een voorvechter van de vrijheid van meningsuiting noemt, zijn duim op de weegschaal lijkt te zetten om de GOP te bevoordelen.
En nog maar vorige week haalde hij zich de woede van de nieuwe Britse regering op de hals toen hij voorspelde dat de rassenrellen die zich over het land verspreidden (en werden aangewakkerd door sociale media) onvermijdelijk tot een burgeroorlog zouden leiden.
Breton verwijst in zijn brief naar die episode.
Het voorkomen van de verspreiding van schadelijke propaganda “is belangrijk tegen de achtergrond van recente voorbeelden van publieke onrust die is veroorzaakt door de versterking van inhoud die haat, wanorde, aanzetten tot geweld of bepaalde gevallen van desinformatie promoot”, schrijft de commissaris.
Het lijkt er natuurlijk niet op dat de dreiging van boetes Musk ervan zal weerhouden zijn plannen uit te voeren, aangezien hij het geld dat hij heeft en de macht die hij wil.
Bruce Daisley, voormalig Twitter-directeur verantwoordelijk voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika, opperde echter een andere oplossing in een opiniestuk dat hij schreef voor The Guardian .
“Op de korte termijn zouden Musk en collega-bestuurders herinnerd moeten worden aan hun strafrechtelijke aansprakelijkheid voor hun acties onder de bestaande wetten,” schreef hij. “In mijn ervaring is die dreiging van persoonlijke sancties veel effectiever voor bestuurders dan het risico van boetes van bedrijven.”
