De Digital Services Act zou het decennia-oude kader van de e-commerce-richtlijn kunnen vervangen, suggereert de Europese Commissie. Het document schetst een volledige herziening van de regels voor het net. Een nieuwe stap naar de Big Brother EU.
Eén van de redenen waarom wij en vele anderen zo hard hebben gevochten tegen de slechtste ideeën van de EU-auteursrechtrichtlijn, is dat het duidelijk het doel voorbij schoot. Als zaken als uploadfilters en het opleggen van aansprakelijkheid van tussenpersonen op grote schaal worden geïmplementeerd, als gevolg van wettelijke vereisten op het gebied van auteursrecht, zou het slechts een kwestie van tijd zijn voordat ze zouden worden uitgebreid naar andere domeinen.
Er is een zeven pagina’s tellend document van de Europese Commissie gelekt waarin ideeën zijn geschetst voor een nieuwe EU Digital Services Act (PDF hier) die suggereert om precies dat te doen. Het bereik van de wet is extreem breed:
The scope would cover all digital services, and in particular online platforms. This means the clarification would address all services across the internet stack from mere conduits such as ISPs to cloud hosting services; while a special emphasis in the assessment would be dedicated to updated rules for online platforms such as social media, search engines, or collaborative economy services, as well as for online advertising services.
Een kerndoelstelling (blijkt uit het document) is de in 2000 aangenomen e-commercerichtlijn te vervangen. Dit wordt weggezet als dat het “verouderd” is, maar de suggesties in het document zijn duidelijk een voortzetting van aanvallen op de fundamentele principes die ten grondslag liggen aan het open internet dat begon met de auteursrechtrichtlijn (Copyright Directive).
Een van de problemen voor de EU bij het doorvoeren van de uploadfilters van artikel 13/17 in de auteursrechtrichtlijn is dat artikel 15 van de e-handelrichtlijn (e-Commerce Directive) expliciet stelt dat er “geen algemene monitorplicht” is.
Constante bewaking is de enige manier waarop uploadfilters kunnen werken. Als er niet altijd gecontroleerd wordt, kan men er niet zeker van zijn dat alles geblokkeerd wordt wat de wet vereist. Bovendien benadrukt artikel 14 van de e-Commerce Directive dat “de dienstverlener niet aansprakelijk is voor de informatie die wordt opgeslagen op verzoek van een ontvanger van de dienst”.
Dat is onderhevig aan bepaalde voorwaarden, zoals bijvoorbeeld het feit dat materiaal moet worden verwijderd dat inbreuk maakt op het auteursrecht, maar alleen nadat de provider op de hoogte is gesteld van de aanwezigheid op haar servers.
De nieuwe Digital Services Act wil internetbedrijven dwingen verder te gaan dan reactief gedrag:
…a binding “Good Samaritan provision” would encourage and incentivise proactive measures, by clarifying the lack of liability as a result of such measures.
Het document gaat verder met de eerdere pogingen van de EU om te beweren dat uploadfilters geen schrijnend voorbeeld zijn van algemene monitoring – iets waar EU-rechters wellicht worden gevraagd om zich over uit te spreken. Het gelekte document zegt:
While the prohibition of general monitoring obligations should be maintained as another foundational cornerstone of Internet regulation, specific provisions governing algorithms for automated filtering technologies — where these are used — should be considered, to provide the necessary transparency and accountability of automated content moderation Systems.
Hier zien we een EU-klassieker: bevestigen dat algemene monitoring verboden is, terwijl er regels komen voor proactieve geautomatiseerde filtertechnologieën – ook wel algemene monitoring genoemd.
Het zou het speelveld nog meer kantelen ten gunste van grote, meestal Amerikaanse bedrijven, en zou garanderen dat de EU nooit haar eigen digitale reuzen zoals Google of Facebook toestaat (wat trouwens ook al min of meer in de Copyright Directive staat). Het andere hoofdvoorstel van het document is het invoeren van verplichte pan-Europese regels voor het aanpakken van online haatzaaiende en desinformatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van het implementeren van ideeën in nationale wetgeving:
Uniform rules for the removal of illegal content such as illegal hate speech would be made binding across the EU, building on the Recommendation on illegal content and case-law, and include a robust set of fundamental rights safeguards. Such notice-and-action rules could be tailored to the types of services, e.g. whether the service is a social network, a mere conduit, or a collaborative economy service, and where necessary to the types of content in question, while maintaining the maximum simplicity of rules.
Een vereenvoudiging? Nauwelijks. Dit klinkt allemaal als een recept voor een volledig onwerkbare reeks complexe vereisten die opnieuw grote bedrijven met diepe zakken en grote juridische afdelingen zullen bevoordelen.
De auteurs van de uitgelekte notitie zijn erin geslaagd om een optie te bedenken om deze plannen nog erger te maken: het creëren van een “centrale regelgever” voor de héle EU om dit geblokkeerde, gedoogde internet af te dwingen dat ze willen creëren. Hoewel dit slechts een intern document is, geen formeel voorstel van de EU, toont het de soort van echt slechte ideeën aan die al rond de Europese Commissie zweven en daar serieus worden overwogen.
Als u dacht dat de EU-auteursrechtrichtlijn slecht was, wacht dan gewoon tot u de nieuwe EU Digital Services Act ziet.