Terwijl de Europese Unie en de Raad van Europa de – op termijn – nieuwe lidstaat Oekraïne net hebben opgeroepen om snel versie 2.0 van de mediawet goed te keuren (die censuur in het land zal introduceren) vragen verschillende journalisten, deskundigen en commentatoren zich af of Kiev de slaapkoppen in Brussel niet heeft misleid over wat deze wet eigenlijk bevat. Zo niet, dan kan de conclusie worden getrokken dat de EU censuur als onderdeel van haar normen en waarden beschouwt.
Eind december 2019 bereidde Oekraïne de eerste versie van deze mediawet voor, die censuur invoert en het land een echt propaganda-ministerie geeft. In het licht van de verontwaardiging veroorzaakt door deze wet die een dictatuur waardig is, zowel binnen als buiten Oekraïne, besloot Kiev de ontwerp-mediawet te herzien.
Als gevolg hiervan werd na maanden werk versie 2.0 van de nieuwe mediawet voor Oekraïne door Brussel vrijgegeven, en het minste wat we kunnen zeggen is dat we, gezien het kleine verschil tussen de twee versies, het recht hebben ons af te vragen waarom het zo lang duurde om deze nieuwe versie uit te brengen! Dat stellen we, omdat de censuurtekst helemaal niet verdween uit de herziene versie van de mediawet, integendeel, de mogelijkheden om media, bloggers of YouTube-kanalen in Oekraïne te blokkeren en te verbieden zijn zelfs uitgebreid ten opzichte van de eerste versie!
De definitie van “online media” is namelijk verduidelijkt als een medium dat niet alleen zijn informatie via internet verspreidt, maar ook een medium dat een eigen site of pagina heeft op een sociaal netwerk waarmee het informatie kan delen. Met een dergelijke definitie vallen alle Oekraïense bloggers en Youtubers nu in deze categorie en zullen daarom gedwongen worden zich aan dezelfde beperkingen en risico’s te houden als de traditionele media.
De bevoegdheden van de Nationale Raad voor Radio- en Televisie-omroep worden in deze nieuwe versie van de wet verder uitgebreid, waardoor deze de toegang tot informatie op sociale netwerken die ook door de Raad is goedgekeurd, maar ook op zoekmachines, waaronder buitenlandse, kan blokkeren.
Met andere woorden, de Nationale Raad voor Radio- en Televisie-omroep wordt een Ministerie van Waarheid dat niet alleen kan voorkómen dat een medium informatie uitzendt die daarvoor niet geschikt is via radio en televisie, maar ook de website kan sluiten (als het in Oekraïne wordt gehost) evenals zijn domeinnaam (als het in .ua of .ukr domein is), en als de site ergens anders wordt gehost kan de Raad internetproviders vragen om de toegang tot de site te blokkeren. De Raad kan ook vragen om een Facebook- en Twitter-pagina en een YouTube-kanaal te sluiten en te eisen dat Google, Yahoo en Bing de artikelen uit hun zoekresultaten verwijderen! En hier bovenop kan de Nationale Radio en Televisie-omroepraad hetzelfde doen met bloggers en YouTube-gebruikers. Eigenlijk overtreft Oekraïne – als het aan Brussel ligt -met zo’n wet alles waar Goebbels en de nazi’s van hadden kunnen dromen in termen van censuur (en geloof ons: over Goebbels en nazi’s weten ze in Brussel àlles af).
Als er vooralsnog een rechterlijke beslissing nodig is om het recht te verkrijgen om media of “online media” te blokkeren – gezien de rechtsstaat in Oekraïne, de wijdverbreide neo-nazi-ideologie onder de autoriteiten van het land en de ongebreidelde corruptie – zal de Nationale Radio en Televisie-omroepraad zonder veel moeite elk ad-hoc besluit kunnen nemen voor de media.
En dan is er ook nog het feit dat alleen de Nationale Radio en Televisie-omroepraad kan besluiten boetes op te leggen aan media die in gebreke zijn gebleven. En met dit arsenaal alleen heeft het al genoeg om de meest weerbarstige “overtreder” de mond te snoeren.
Bij een kleine overtreding kan de boete voor online of gedrukte media oplopen tot vijf keer het minimumloon. Bij ernstige overtredingen kan een boete worden opgelegd van 5 tot 10 keer het minimumloon en bij zeer zware overtredingen tot 15 keer het minimumloon. Voor audiovisuele media kan de boete oplopen tot 75 keer het minimumloon.
Hoewel de grote mainstream media dergelijke kosten zullen kunnen dragen, is het duidelijk dat dit niet hetzelfde het geval zal zijn voor kleine media, bloggers en Youtubers! Zodra de eerste boete is opgelegd, sluiten ze de winkel omdat ze niet kunnen betalen en dat is alles.
Censuur door gebruikmaking van het geldwapen!
Net als de eerste ontwerptekst heeft de tweede versie van de mediawet die Oekraïne van Brussel moet aannemen bij de meerderheid van de Oekraïense journalisten geleid tot zware kritiek op deze censuur, en niet alleen zij maar ook verschillende Europese deskundigen en zelfs de OVSE vinden de ontwerptekst veel te ver gaan. Niet alleen journalisten, maar ook Oekraïense media, bloggers en Youtubeurs, evenals openbare organisaties, hebben een gezamenlijk beroep op de Raad gedaan de nieuwe mediawet niet goed te keuren. De open brief is al ondertekend door 136 personen, waaronder Dmitri Gordon (een pro-Maidan-propagandist) en Ruslan Kotsaba (een Oekraïense journalist die 524 dagen in de gevangenis doorbracht wegens verzet tegen de algemene mobilisatie).
In hun kritiek zeggen Oekraïense journalisten en bloggers dat ze het “eens zijn met de negatieve beoordeling van het wetsontwerp door de OVSE en het hoofdcomité van wetenschappelijke experts van de Verkhovna Rada (het Oekraïense parlement)”. Ze zijn ook verbaasd dat “de beoordeling door de Raad van Europa van de nieuwe wet niet openbaar is gemaakt op officieel verzoek van de Commissie voor humanitair- en informatiebeleid”. Naar hun mening zal dit wetsontwerp over de media Oekraïne een echt Ministerie van Waarheid geven dat de roman 1984 waardig is en zal censuur in het land worden ingevoerd, waardoor de Nationale Raad voor Radio- en Televisie-omroep bevoegdheden krijgt die verder gaan dan de grenzen die zijn gedefinieerd door de Oekraïense grondwet.
“Volgens de experts geven de media-eisen, die niet duidelijk zijn geformuleerd in het wetsvoorstel, de staat de bevoegdheid om “de waarheid vast te stellen”. Het lijdt geen twijfel dat deze macht zal worden gebruikt om de uiting van de publieke opinie, kritiek op politieke krachten, politici en ambtenaren, te beheersen. Het wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid om elke persoon op het internet te blokkeren, zelfs als het geen medium is en daarom niet echt onder de bevoegdheid van de Nationale Raad valt, evenals de mogelijkheid om de mediaregistratie te annuleren op basis van zeer vaag gedefinieerde gronden, die kunnen leiden tot het verbieden van media-inhoud voor onbepaalde tijd. Volgens de deskundigen is dit een onevenredige maatstaf voor beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting, die kan worden gebruikt als censuurinstrument,” aldus de verklaring.
Journalisten en bloggers benadrukken dat maatregelen die van invloed zijn op de media niet alleen de Oekraïense grondwet moeten eerbiedigen, maar ook het internationaal recht en internationale verdragen die Oekraïne heeft ondertekend. Ze hebben de OVSE ook gevraagd om de wet te evalueren.
Iets wat de organisatie al op zijn zachtst gezegd heeft gedaan, is dat de OVSE helemaal niet voorstander is van deze Brusselse mediawet die Oekraïne probeert in de vierde versnelling te krijgen. In zijn rapport van 2 juli 2020 bekritiseerde de OVSE-vertegenwoordiger voor de vrijheid van de media, Harlem Désir, de mediawet en wees erop dat het aantal aanvallen op journalisten in Oekraïne is toegenomen.
“Ik benadrukte dat de strijd tegen desinformatie niet mag worden gevoerd ten koste van de persvrijheid, noch door staatsinmenging in de inhoud van de media en de organisatie van journalistieke activiteiten in het land”, zei Harlem Désir in zijn rapport. De OVSE-vertegenwoordiger legde ook uit dat hij de Oekraïense autoriteiten had opgeroepen meer overleg te plegen over deze “mediawet” om de garanties voor vrijheid van meningsuiting te versterken en in overeenstemming te brengen met internationale normen en OVSE-vereisten voor persvrijheid.
De juridische beoordeling die door het team van Harlem Désir is uitgevoerd, doet geen beroep op het feit dat deze wet niet in overeenstemming is met de normen van het internationale recht, noch met die van de OVSE. “De juridische analyse benadrukte verder dat, hoewel specifieke nationale veiligheidssituaties het opleggen van bepaalde beperkingen op het recht op vrijheid van meningsuiting kunnen rechtvaardigen, dergelijke beperkingen per geval duidelijk moeten worden gespecificeerd. Uit de juridische analyse is ook gebleken dat er bezorgdheid bestaat over de mogelijkheid om sancties op te leggen aan bepaalde media en de verspreiding ervan te verbieden op basis van een zeer vage rechtvaardiging”, zegt hij.
Dit standpunt sluit aan bij dat van de Europese Federatie van Journalisten (EFJ), die in januari 2020 de eerste versie van de mediawet sterk had bekritiseerd.
“De regering moet journalistieke zelfregulering en autonomie strikt respecteren. De staat moet voorwaarden scheppen voor dit proces om inmenging van de overheid te vermijden en journalisten hun rechten niet te ontnemen. De EFJ verwerpt krachtig elk voorstel waarbij de staat journalistieke activiteiten zou reguleren en journalisten enige beperking zou opleggen”, aldus Ricardo Gutiérrez, algemeen secretaris van de EFJ. De EFJ riep Oekraïne vervolgens op zich te concentreren op het waarborgen van de fysieke veiligheid en onafhankelijkheid van journalisten, en benadrukte dat de EFJ op dit gebied nog geen verbetering heeft gezien.
Inderdaad zijn er sinds begin 2020 in Oekraïne 40 gevallen van fysieke aanvallen op journalisten geregistreerd en sinds 2014 zijn 20 journalisten overleden, zonder dat iemand daarvoor door de Oekraïense justitie is veroordeeld (Nadia Savchenko is in Rusland veroordeeld voor de dood van Igor Kornelyuk en Anton Voloshin, en Vitaly Markiv is in Italië veroordeeld voor de dood van Andrea Rocchelli). Straffeloosheid voor moorden en aanvallen op journalisten is de norm in Oekraïne, en de prioriteit van de Oekraïense autoriteiten zou moeten zijn om serieuze onderzoeken uit te voeren en de schuldigen te veroordelen, in plaats van de pers nog meer te muilkorven.
Verschillende parlementsleden van de partij van Vladimir Zelensky zeiden, toen ze door de website Strana hier naar werden gevraagd, ook dat er andere prioriteiten waren en dat ze tegen het wetsvoorstel waren, en beloofden harde debatten in het Oekraïense parlement als het zoals gepland de komende week aan de orde komt. Eén van hen, Alexander Dubinski, een voormalig journalist, zei zelfs dat “de tekst [van de wet] op een domme manier is geschreven”, en dat hij er niet alleen tegen zal stemmen, maar dat hij bereid is een bezwaarschrift tegen het wetsvoorstel te ondertekenen van journalisten, gericht aan het hoofd van de fractie “Dienaren van het Volk”.
Gezien de protesten van de OVSE en de EFJ waren journalisten en commentatoren verrast dat de EU en de Raad van Europa Oekraïne op hun Facebook-pagina’s hebben opgeroepen om zo snel mogelijk over deze nieuwe mediawet te stemmen en die in overeenstemming te brengen met de EU-regels.
In feite betekent dit, gezien de inhoud van de nieuwe mediawet, dat de EU en de Raad van Europa erkennen dat censuur deel uitmaakt van Europese normen!
Verschillende mensen reageerden op de Facebook-post van de EU en zeiden dat deze wet censuur invoert, en sommigen vroegen zelfs of ze het wetsontwerp hebben bestudeerd en of ze zich niet druk maken over de inhoud ervan. De secretaris van de Nationale Unie van Oekraïense journalisten Denis Ivanesko gaf commentaar op de post, erop wijzend dat deskundigen van de Raad van Europa de wet hadden bekritiseerd. Hoe vallen deze twee Facebook-berichten dan te rijmen met de verklaringen van de rapporteur van de wet, Nikita Poturayev, waarin staat dat de EU Oekraïne steunt op het gebied van de mediawet?
Het antwoord op dit dilemma lijkt te liggen in de manier waarop de wet door de Oekraïense regering is gestructureerd. De wet is inderdaad verdeeld in twee grote delen. Het eerste deel betreft de regulering van de omroepen. Het is in feite dit deel dat betrekking heeft op de uitvoering door Oekraïne van zijn verplichtingen uit hoofde van de Associatieovereenkomst met de EU, en dat aansluit bij de richtlijn audiovisuele mediadiensten. Het hele deel van censuur en het Ministerie van Waarheid staat in het tweede deel van de mediawet dat Oekraïne moet/wil aannemen. De vraag die verschillende Oekraïense journalisten zich vervolgens stelden is wie dit tweede deel initieert: Oekraïne of de Europese Unie?
Het antwoord werd gegeven door Jean-François Furnémont, een expert van verschillende Europese instellingen en de OVSE. “Het is in Europa niet gebruikelijk om online media op te nemen in de regulering van audiovisuele media. Dat zou ik dan ook afraden. Als het klaar is, denk ik dat regelgeving tot een strikt minimum moet worden beperkt, wat een eenvoudige registratie kan zijn, wie verantwoordelijk is voor deze publicatie en deze illegale acties. Natuurlijk mogen er geen verdere verplichtingen zijn voor inhoud die wordt opgelegd aan online media. Omdat dit geen Europese praktijk is en het de grenzen overschrijdt die zijn vastgelegd in de richtlijnen die de toepassing [van de regels] alleen op audiovisuele media voorschrijven”, zei hij tijdens een videoconferentie met Oekraïense journalisten en de rapporteur van de mediawet.
Je zou dus zeggen dat de steun van de EU en de Raad van Europa om de mediawet in Oekraïne aan te nemen slechts van toepassing is op het eerste deel van de wet. Dat deel wat in lijn is met de relevante EU-richtlijn. Maar hoe zit het met het tweede deel? Hebben de Europese autoriteiten – wat we ons niet kunnen voorstellen – niet de hele wet gelezen vanwege luiheid, of heeft Oekraïne hen misleid met een psychologische operatie, gewoon omdat het weet hoe ze dat kunnen doen?
Het zegt genoeg om te weten dat het Franse equivalent (de beroemde Avia-wet, die de haat op het internet moest bestrijden) van deze Oekraïense mediawet is afgewezen wegens ongrondwettigheid, waardoor deze Franse wet absoluut niet in overeenstemming was met de Europese normen!
Dus ofwel heeft Oekraïne de Europese autoriteiten gemanipuleerd om hen te laten geloven dat de mediawet in overeenstemming is met de Europese normen, of ze zijn in Brussel te lui geweest om de hele wet te lezen. Maar er is een derde mogelijkheid: misschien is de EU bezig met het invoeren van nieuwe regels over censuur, als een nieuwe standaard, te beginnen met Oekraïne, vóórdat het wordt uitgebreid tot alle EU-lidstaten. In alle drie de gevallen is dit slecht nieuws voor de persvrijheid in Oekraïne (en de hele EU), en het zou goed zijn als de EU-instanties wakker zouden worden en zouden eisen dat Oekraïne (en de EU) dit wetsontwerp dat de vrijheid van meningsuiting vernietigt, volledig herzien.
Misschien kunnen ze dan meteen kijken naar het Oekraïense wetsvoorstel over desinformatie, dat tot doel heeft de verspreiding van valse informatie in de media te bestraffen met zeven jaar gevangenisstraf. Gezien de Oekraïense definitie van “misinformatie” kan elke journalist die de waarheid vertelt over bijvoorbeeld de Donbass-oorlog in de gevangenis belanden. Tussen deze wet en de Brusselse mediawet gaat de ontwikkeling van censuur in Oekraïne (en in het verlengde daarvan: de EU) in een razendsnel tempo.