Op de ‘verjaardag’ van de dood van George Floyd op 25 mei publiceerde het Bureau voor de Grondrechten van de Europese Unie (FRA) een pdf over etnisch profileren door de politie in de EU. De titel liet niets aan de verbeelding over: ‘your rights matter’. De timing en de bedoeling roepen echter ernstige vragen op.
Black Lives Matter als glijmiddel voor uitbreiding bevoegdheden Europees Hof van Justitie
Op zich lijkt het onderzoek interessant. Het geeft immers statistieken van de EU-landen. Het rapport stelt duidelijk dat politiecontroles normaal zijn, maar dat mensen tegenhouden op basis van ras of etnische achtergrond onwettelijk is. Het zou tevens het vertrouwen in de politie schaden. Personen voelen zich daardoor namelijk disproportioneel een doelwit. Daarom bracht het FRA eerder in 2018 al voor de EU een gids uit getiteld Handboek Onrechtmatige profilering nu en in de toekomst voorkomen: een gids. Die moest politie helpen (in 2010 verscheen een eerste editie). Oorspronkelijk was de gids bedoeld voor grenscontroles. De EU wil dat ‘beschermde kenmerken’ zoals ras, etnische afkomst, geslacht of religie niet bij politiecontroles mogen meespelen. Profilering moet op objectieve en redelijke gronden gebeuren. De contacten tussen politie en individu moeten ‘respectvol, professioneel en informatief’ zijn.
Bijna 1 op 6 EU-burgers wel eens gecontroleerd
De topman van het agentschap Michael O’Flaherty zei: ‘Iedereen heeft het recht om gelijk behandeld te worden, ook door de politie. Een jaar geleden toonden de Black Lives Matter-protesten de noodzaak om racisme en discriminatie te bestrijden. Dit is nog steeds te veelvoorkomend in onze samenlevingen. Het is tijd om het vertrouwen tussen de gemeenschappen terug op te bouwen en te garanderen dat politiecontroles altijd eerlijk, gerechtvaardigd en proportioneel plaatsvinden.’ O’Flaherty heeft het niet over de VS, maar over de EU.
Wat staat in het onderzoek? Bijvoorbeeld dat 14% van de mensen in de EU tijdens de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek door politie werden gestopt voor een controle. De vijf jaar voorafgaand tezamen waren dat zelfs 27%. Een EU-inwoner heeft dus 1 kans op 4 om gedurende vijf jaar één keer door de politie te worden gecontroleerd. De frequentie verschilt van land tot land binnen de EU. Van amper 4% per jaar in Spanje, 7% in Malta en Roemenië tot 21% in Ierland, 24% in Estland en zelfs 25% in Oostenrijk. België zit op 18% (een gewogen gemiddelde uit liefst vier steekproeven in drie verschillende jaren). Met die cijfers werd dus duchtig gejongleerd.
Wie houdt de politie vooral staande?
Wie houdt de politie dan staande? Volgens de conclusie: mannen, jonge mensen, ‘people who self-identify as belonging to an ethnic minority, who are Muslim’ en personen die niet heteroseksueel zijn. De bijhorende grafiek (fig. 3 in het rapport) is wat dit betreft zeer onduidelijk en randje ondeugdelijk.
Een oproep van de redactie: door de coronacrisis heeft Indignatie het, net als veel andere websites, ontzettend lastig. Wij willen alles gratis leesbaar houden voor iedereen, waardoor we voor onze inkomsten afhankelijk zijn van reclame. Maar bedrijven hebben financiële zorgen, en hebben dus niet veel te makken. Daar merken wij de gevolgen ook van. Vandaar onze omroep aan u, onze lezers: steun ons alsjeblieft! U kan hier ons steunen.
Leeftijd speelt een belangrijke rol. Zo werden 21% van de 16- tot 29-jarigen in de 27 EU-landen gecontroleerd in het jaar voor het onderzoek. En maar 6% van de 65-plussers. Het rapport geeft tevens toe dat in geval van immigranten de percentages erg verschillen per land én per leeftijdsgroepen. Hoe het FRA dan onderscheid maakt tussen controle op basis van leeftijd of van migratieachtergrond is niet duidelijk.
Wel valt op dat in Oostenrijk 49% van immigranten en hun afstammelingen uit zwart-Afrika (Sub-Saharaans Afrika) door de politie werden gecontroleerd op één jaar tijd. Hetzelfde gebeurde voor 33% van de Roma in Kroatië en Griekenland. In Bulgarije lag dit percentage op 4% voor de Roma.
Een opvallende uitschuiver in het rapport is dat het over de 27 EU-landen gaat. Toch schrijft het FRA dat 3% van de immigranten en hun afstammelingen uit India, Bangladesh en Pakistan in het Verenigd Koninkrijk werden gecontroleerd. Wat doen Britse cijfers in de statistieken na de brexit? Over welk soort controles handelen de statistieken? De meeste controles in Oostenrijk waren blijkbaar verkeerscontroles (dus met de auto, de motor of de fiets) volgens het rapport.
Verdachte timing en agendasetting
Qua timing is de verjaardag van de dood van George Floyd op 25 mei symbolisch, maar niet geheel onschuldig. De EU koos die datum om dit onderzoek te publiceren. Het grote probleem echter is dat dit ‘statistische onderzoek’ geen nieuw onderzoek blijkt. Het rapport blijkt een herverpakking van een ouder onderzoek uit 2019 en andere onderzoeken uit 2017 en 2018. Bij die laatste twee bronnen lag de focus op Roma en travellers (Ierse en Britse zigeuners die berucht zijn van frauduleuze bouwbedrijven in de ganse EU). Daarnaast verwijst het FRA naar hun gids ‘preventing unlawful profiling’ uit 2018. Waarom recycleerde FRA oude statistieken om juist op die dag die voor Black-Lives-Matter-activisten belangrijk leek, te publiceren? Waarom kreeg het geselecteerde rapport de suggestieve titel ‘Your rights matter’?
Een citaat kan hierop misschien licht werpen. ‘Terwijl 13 procent van de mensen van niet-migratie-achtergrond aangaven in de twaalf maanden voor het onderzoek te zijn tegengehouden door de politie, steeg dat cijfer tot 22 procent bij leden van minderheden… Diegenen die de tijd nemen om over deze ontnuchterende cijfers te reflecteren, zullen zich realiseren dat het vitaal is voor immigratiesamenlevingen zoals Europa om een einde te stellen aan racistisch profileren. Des te beter dat het FRA verkoos haar rapport te publiceren op de verjaardag van George Floyds dood één jaar geleden. Ook hier sterven mensen in de handen van de politie. Amerika is zo ver nog niet.’ De EU beschuldigt de politie in de EU-landen van racistisch profileren en het doden van burgers en wil dit (met als voorbeeld de hetze in de Verenigde Staten) tot een maatschappelijk thema maken.
Verborgen agenda
De echte bedoeling van het FRA is allicht om meer zich gediscrimineerd voelende mensen met deze ‘studie’ naar het Hof van Justitie van de EU (HvJ-EU) laten trekken op basis van het Handvest voor de Grondrechten. Dit hebben de opperrechter Koen Lenaerts en O’Flaherty reeds eerder toegegeven. Nergens in de Europese verdragen werd het Europees Hof van Justitie als een soort Hooggerechtshof van de EU aangeduid. Maar de verborgen agenda van zowel de Europese Commissie, haar agentschap FRA en de rechters bij het HvJ-EU lijkt wel om dit te forceren. De timing is dus niet enkel raar, maar duidelijk ideologisch gemotiveerd. Het is de ambitie van het HvJ-EU om mensenrechtenactivisten en milieurechtenactivisten aan te zetten tot procedures in Luxemburg. Op Twitter noemt het HvJ-EU zichzelf ‘#EUGeneralCourt’.
Uiteraard is de kern van de zaak dat bepaalde etnische profilering onwettelijk is. En dat hoort ook. Maar dit lijkt een voorzet voor beleid van de EU om dergelijke rechtszaken op EU-niveau te gaan beoordelen. Nochtans is het HvJ-EU daar eigenlijk niet de plaats voor. Het Hof voor de Rechten van de Mens (ECHR) in Straatsburg doet dit al decennia lang. Weliswaar pas na uitputting van de gerechtelijke procedures in de lidstaten. Al groeit ook de kritiek op activistische rechters. De wildgroei van agentschappen van de EU en de ambities bij hoofdinstellingen zoals het Hof van Justitie (dat eigenlijk een administratieve rechtbank is die uitspraken moet doen over de toepassing van de EU-regelgeving in de lidstaten) leidt tot zelfoverschatting en toe-eigening van bevoegdheden.