De Europese Commissie onderzoekt “mogelijkheden voor het verzamelen van informatie over het opzetten van een vermogensregister, dat vervolgens kan worden opgenomen in een toekomstig politiek initiatief”. Alle informatie over verschillende bronnen van eigendom moet worden gekoppeld, inclusief kunstwerken en goud. En de digitale euro komt er aan – de vraag is alleen: wanneer.
Onder de titel “Haalbaarheidsonderzoek voor een Europees register van activa in het kader van de strijd tegen AML en belastingontduiking”, publiceerde de Europese Commissie op 16 juli jl. een aanbesteding uit met het nummer 2021/S 136-358265.
Uit de aanbestedingstekst:
“In dit project worden verschillende mogelijkheden onderzocht voor het verzamelen van informatie met het oog op het opzetten van een activaregister, dat vervolgens kan worden gebruikt voor een toekomstig beleidsinitiatief. Het doel is na te gaan hoe uit verschillende bronnen beschikbare informatie over eigendom van activa kan worden verzameld en gekoppeld (bijv. kadasters, bedrijfsregisters, trusts en stichtingenregisters, centrale effectenbewaarinstellingen enz.) en het ontwerp, de reikwijdte en de uitdagingen voor een dergelijk vermogensregister van de Unie te analyseren. De mogelijkheid om in het register gegevens op te nemen met betrekking tot de eigendom van andere activa, zoals cryptocurrencies, kunstwerken, onroerend goed en goud, wordt eveneens in overweging genomen.”
Het zou goed zijn als de EU meer doet om belastingontduiking door bedrijven en belastingontduiking door de rijken aan te pakken. Daarvoor zou het nodig zijn de binnen-Europese belastingparadijzen als Nederland, Luxemburg, Groot-Brittannië en deels Duitsland aan te pakken en de mogelijkheden voor rijke mensen om het bezit van onroerend goed, stichtingen en bedrijven te verdoezelen, weg te werken.
Maar wat doet de Europese Commissie in plaats daarvan? Het wil een groot sleepnet gebruiken en alles wat er is in de vorm van informatie over de rijkdom van alle burgers met kleine tot middelgrote rijkdom samenbrengen in een gigantische netwerkdatabase en weinig te doen om de hiaten in de informatie over de rijkdom van de rijken aan te pakken. Het zou ons niet verbazen als de opdrachtgever niet op het idee is gekomen dat er naast goud ook het contante geld in een wurggreep moet worden genomen.
Immers, in Brussel zijn ze druk bezig ervoor te zorgen dat niemand grotere bedragen op zijn rekening kan storten zonder bewijs van de herkomst van het geld. Bij contant geld geldt steeds meer het vermoeden van schuld – wat iets zegt over de niet-democratisch gekozen machthebbers van de EU: zo de waard is vertrouwt hij zijn gasten. Banken moeten van de club van Timmermans aannemen dat grote geldbedragen illegaal verkregen zijn, tenzij het tegendeel wordt bewezen. Typisch staaltje van omgekeerde rechtspraak in de EU: u bent schuldig tenzij u anders kunt bewijzen.
Ook wil de EU contante betalingen boven de 10.000 euro illegaal maken. De geleidelijke verlaging van dit plafond is in lijn met de aanbeveling van de criminelen van het IMF om de weerstand tegen liquide middelen te ondermijnen.
Hierbij laten toezichthouders het vaak afweten. De Duitse banktoezichthouder Bafin bijvoorbeeld is een uitmuntende instelling die de miljarden dollars aan witwassen van Wirecard heldhaftig verdedigde tegen de aanvallen van de gewone Angelsaksische pers en die beschuldigingen van witwassen niet heeft doorgegeven aan de openbare aanklager. Zelfs met het niet voorkómen van de miljarden euro cum-ex en cum-cum belastingfraude van de banken (die al vele jaren duurt) zijn de toezichthoudende autoriteiten allesbehalve doortastend aan het werk geweest.
Op 20 juli presenteerde de Europese Commissie een gepland pakket regelgeving tegen witwassen en terrorismefinanciering dat een EU-breed verbod op contante betalingen van meer dan 10.000 euro bevat. Het voorstel is zeer twijfelachtig, zoals onder meer de Europese cashindustrievereniging ESTA in een verklaring heeft geschetst.
Wat hierbij opvalt is dat de hele bevolking en alle bedrijven “medeverantwoordelijk” worden gemaakt in de strijd tegen het witwassen van geld, in plaats van alleen bedrijven in gevoelige gebieden, zoals gebruikelijk is. Dit betekent dat gezagsgetrouwe burgers en bedrijven in grote mate de lasten dragen. Sterker nog: omdat transacties tussen particulieren uitdrukkelijk zijn uitgesloten, zijn criminelen en terroristen – hoe verzin je het – uitdrukkelijk vrijgesteld van dit verbod in hun transacties met elkaar, omdat zij handelen als particulieren.
Daarnaast gaat het om transacties in een puur nationale context, omdat grensoverschrijdende geldtransporten al adequaat worden aangepakt door de meldingsplicht boven de 10.000 euro en de controlemogelijkheden aan de grens. De staten reguleren al lange tijd en op verschillende manieren geldlimieten. Volgens het subsidiariteitsbeginsel mag de EU hier niet optreden.
Anderzijds wordt betoogd – ondanks de meldingsplicht bij het overschrijden van de grens – dat internationale criminelen geld witwassen waar de regels het meest laks zijn en dat dit moet worden vermeden. Hier kun je snel zien waar het op uitdraait. We herinneren ons de regelgeving uit 2017 van het Internationaal Monetair Fonds voor overheden die tegen de wil van de bevolking over contant geld willen beschikken, getiteld: “The Economics of De-Cashing.” Daarin wordt onder meer een bovengrens aanbevolen voor contant geld, die in het begin zo hoog moet worden ingesteld dat het geen grotere weerstand veroorzaakt. Als het eenmaal is ingevoerd, kan het relatief eenvoudig steeds verder worden verminderd. Inderdaad, de Juncker-methode.
Het perfide hier aan is dat de Europese Commissie niet eist dat de bestaande nationale geldlimieten worden verhoogd tot de uniforme waarde van 10.000 euro. Zolang er in sommige landen bovengrenzen van 500 euro of 1000 euro zijn, kan het argument dat moet worden voorkómen dat crimineel geld naar landen met meer liberale regels wordt omgeleid, worden voortgezet en de EU-brede bovengrens verder worden verlaagd. Weinig is zekerder dan dat die zal worden omlaag gebracht.
Ondertussen zet de ECB de volgende stap in de richting van de digitale euro – en start een evaluatiefase van twee jaar. Tegelijkertijd stellen de centrale bankiers de burgers gerust: een e-euro is nog geen besliste zaak. Als die komt, voegt hij gewoon het geld toe. Het is de klassieke salami-tactiek: voordat je iets introduceert dat (de meeste) mensen niet willen, stel je een werkgroep in en spreek je van een open test. Deze handelswijze van poitici wordt dus nu ook door de ECB gebruikt. Ze besloot een onderzoeksfase van 24 maanden te starten voor een digitale euro, die aspecten als technologie en gegevensbescherming zou moeten behandelen.
Of er een e-euro komt, is – althans officieel – nog niet beslist. “We zullen (…) pas op een later tijdstip beslissen of er al dan niet een digitale euro wordt ingevoerd”, zei ECB-bestuurslid Fabio Panetta onlangs. “In ieder geval zou een digitale euro alleen contant geld aanvullen en niet vervangen.” Klinkt niet erg geloofwaardig. Het is waar dat de ECB zeker kan geloven dat ze vast wil houden aan het contante geld. Maar banken en veel retailers werken al hard om contant geld zoveel mogelijk af te schaffen. Bankkantoren worden massaal gesloten, geldautomaten worden op grote schaal *proest* tijdelijk ontmanteld, er worden kosten in rekening gebracht voor geldopnames en er worden alleen kassa’s ingericht voor pinbetalingen (zeker de zelfscankassa’s). Burgers hebben al veel minder geld op zak dan een jaar of twee geleden. Daarnaast kan de ECB bijna niet meer terug met de digitale euro. Een “nee” was vorig jaar niet voorzien in haar burgerraadpleging, en nationale parlementen werd niet om hun mening gevraagd – waarom zou dat over twee jaar anders zijn?
Trouwens, die enquête werd afgesloten met een recordopkomst – volgens de ECB waren er 8.221 reacties ontvangen. “Het hoge aantal reacties op onze enquête toont de grote belangstelling voor het vormgeven van de visie van een digitale euro”, benadrukte ECB-bestuurslid Fabio Panetta toen in Frankfurt. En wat zijn de resultaten van die enquête? Gezegd wordt dat dat pas in het komende voorjaar worden gepresenteerd – als tegen die tijd iedereen het allang het vergeten is. En zoals gezegd was een “nee” tegen de “e-euro” geen optie in de online enquête, die blijkbaar vooral bedoeld was om zeker te zijn van acceptatie door het volk.
Nee, die euro gaat digitaal; naast munten en biljetten komt er in de toekomst ook een virtuele versie. Dat heeft trouwens het hoofd van de Europese Centrale Bank (ECB), de veroordeelde crimineel Christine Lagarde, inmiddels al bekendgemaakt. Ze zei niet hoe de “E-Euro” werkt en wie hem krijgt – wel dat het nog vijf jaar zou kunnen duren om alle open vragen op te helderen en in te voeren.
Waarvan akte.