Op vrijdag 26 maart zal de tijdelijke Portugese voorzitter van de Europese Unie de Europese Klimaatwet op de agenda zetten van de ministers in de Raad van de EU (met de vakministers). Bij deze klimaatwet stelt de EU alles in het werk om de nationale parlementen in de lidstaten te omzeilen.
De Europese Klimaatwet is een voorstel van de Europese Commissie. Het zogezegde doel is de EU ‘klimaatneutaal’ te maken tegen 2050. De Portugese voorzitter moet echter haast maken, want de Europese Commissie wil in juni 2021 al de Europese Klimaatwet in werking stellen. De socialist João Pedro Matos Fernandes moet de klus klaren zodat de socialistische Eurocommissaris Frans Timmermans zijn Green Deal kan opleggen aan de EU-lidstaten.
Zeer ingrijpende gevolgen
Het voorstel van ‘verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de totstandbrenging van klimaatneutraliteit en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1999 (Europese klimaatwet)’ is weer een voorbeeld van een verordening of een wet met directe werking in de EU-lidstaten. De vermelding van het Europees Parlement en de Europese Raad in de titel verhullen compleet dat dit voorstel het dirigistische initiatief van de Europese Commissie is.
De onverkozen ambtenaren van de Commissie hebben immers het initiatiefrecht. Noch het Europees Parlement, noch de Europese Raad (van regeringsleiders) hebben dit. Hun ‘mede-wetgevende macht’ beperkt zich tot twee lezingen en het stemmen over het voorstel. Een voorstel met zeer ingrijpende gevolgen voor industrie, landbouw, bedrijven en vooral burgers in elke individuele lidstaat.
Technocratisch dirigisme
Bij een Europese richtlijn moeten de regeringen en parlementen van de EU-landen de richtlijn in nationale wetgeving omzetten. Dat betekent wetgevend werk, parlementaire amendementen, stemmingen en controle door de Raad van State of het Grondwettelijk Hof. Dit alles duurt de Europese Commissie – ondanks het succes in het verleden van deze werkwijze – tegenwoordig veel te lang. Ze meet zich immers de rol van Europese Regering aan en niet die van ambtenarij (haar rechtmatige functie).
De Brusselse technocraten geloven niet in democratische processen in de lidstaten, ze leggen liever dirigistische maatregelen op. Bij voorkeur in vijfjarenplannen. Wars van elk historisch besef over de nefaste gevolgen van de vijfjarenplannen en de planeconomie in de Sovjetunie.
Stemming EP stelt weinig voor
De trend is hierdoor echter dat de Europese Commissie ‘verordeningen’ steevast gebruikt wanneer ze veel tegenstand in de nationale parlementen verwacht. Dus door een verordening door de Europese Raad (van regeringsleiders) te laten goedkeuren en vervolgens door het Europees Parlement pro forma te laten stemmen drukt ze een wet door waar de Europese Commissie geen debat over wil.
De stemming in het Europees Parlement stelt trouwens weinig voor. Ten eerste ligt de uitkomst vast omdat de drie grote fracties (de Europese Volkspartij met de Christendemocraten, de socialisten en Renew Europe, de liberalen en de partij van de Franse president Emmanuel Macron) zeer trouw de steminstructies van de regeringen in de Europese Raad opvolgen. Steminstructies die vooral uit Parijs en Berlijn komen. Dat de politiek benoemde leden van de Europese Commissie binnen dezelfde politieke groepen gerekruteerd werden versterkt die stemdiscipline extra.
Stoemelings debat omzeilen
Door dat ene mogelijke moment van democratische controle naar het Europees Parlement te versassen speelt de Europese Commissie een perfide spel. De debatten in het EP halen nooit of nauwelijks de nationale media in de EU-lidstaten. Debat en democratische controle herleidt de Commissie zo tot een verwaarloosbaar minimum. De democratische controle van een nationaal parlement dat een wetsvoorstel amendeert en stemt ziet de Europese Commissie steeds minder zitten. Bijna alle nieuwe grote initiatieven zijn daarom verordeningen en geen richtlijnen.
Het grootste deel van het voorstel bestaat uit ideologische beschouwingen over de klimaatproblematiek en de interpretatie ervan door de EU. Pas onderaan pagina 4 volgt de rechtsgrondslag en die beroept zich op de Europese verdragen. De argumentatie voor de keuze van een verordening is het lezen waard: ‘De doelstellingen van het huidige voorstel kunnen het best door een verordening worden verwezenlijkt. Dit zal de rechtstreekse toepasselijkheid van de bepalingen waarborgen. Aan de lidstaten worden verplichtingen opgelegd om bij te dragen tot de verwezenlijking van de langetermijndoelstelling. Veel van de bepalingen hebben bovendien betrekking op de Commissie (beoordeling, verslaglegging, aanbevelingen, aanvullende maatregelen, herziening) en het Europees Milieuagentschap, en kunnen dus niet via nationale omzetting ten uitvoer worden gelegd. Er is eerder een wetgevende dan een niet-wetgevende aanpak nodig om de langetermijndoelstelling in het EU-recht te verankeren.’ De Europese Commissie stelt dus zelf dat ze zonder inmenging de lidstaten zaken wil opleggen via EU-recht.
Constitutionele koterij
Qua grondrechten beweert de Europese Commissie zich te baseren op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Dit is geen toeval omdat dit handvest veel verder gaat dan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). In 2005 werd het handvest in de oude vorm als Europese Grondwet in referenda in Frankrijk en Nederland weggestemd door de bevolking. Nadien dook quasi hetzelfde document als Handvest terug op om zonder referenda of ratificatie na het Verdrag van Lissabon plots het belangrijkste grondrechtendocument van de EU te worden.
Dit zeer ruime Handvest stelt ‘een hoog niveau van milieubescherming in overeenstemming met het beginsel van duurzame ontwikkeling’ in artikel 37 op het gelijke niveau als grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, godsdienstvrijheid, het recht op onderwijs, het recht op een eerlijk proces, het recht om niet onteigend te worden zonder vergoeding enzovoort. In de Belgische Grondwet kent het leefmilieu geen afdwingbare rechten en in de meeste grondwetten elders bestaan zelfs geen grondrechten voor het leefmilieu.
Extra personeel en extra budget
Het hele idee is ook krankzinnig omdat grondwetten de relatie tussen burger en staat vastleggen en niet die van de staat met ‘het leefmilieu’ of wat dat ook moge betekenen.
Het voorstel tot Europese Klimaatwet bepaalt ook dat de Europese Commissie extra personeel en extra budget krijgt (o.a. voor het Europees Milieuagentschap). Alle artikels in het voorstel zijn vooral bepalingen die de Europese Commissie meer macht geven om nogal vaag omschreven doelstellingen te bereiken.
De Commissie kent zichzelf ook de macht toe om nationale regelgeving te gaan beoordelen (artikel 6). Wat de Europese Klimaatwet echter niet geeft zijn duidelijke wettelijke regels en daaraan verbonden sancties.