Europese wet op de mediavrijheid. In de trialoog over de European Media Freedom Act waren het Parlement en de Raad het ook eens over het laatste twistpunt: staatshacking en staatstoezicht. Hoewel de algemene uitzondering voor de nationale veiligheid er niet komt, werd de bescherming elders tijdens de onderhandelingen afgezwakt.
Europese wet op de mediavrijheid: Uiteindelijk kreeg Macron zijn zin niet. Vrijdag onderhandelden de Commissie, het Parlement en de EU-lidstaten in de zogenoemde triloog over de European Media Freedom Act (EMFA). Het is bedoeld om journalisten te beschermen, onder meer tegen staatstoezicht. Nu is het duidelijk: er zal geen algemene uitzondering zijn voor de nationale veiligheid. Maar niet iedereen doet mee aan het juichkoor.
Het feit dat journalisten worden gehackt met staatstrojans als Pegasus en Predator is een trieste realiteit – zelfs in Europa. In ieder geval in Griekenland en Hongarije hebben de staatsautoriteiten dergelijke staatstrojans tegen journalisten gebruikt. De daders van de aanslagen zijn niet altijd bekend. Bovendien is het nog steeds onduidelijk wie de de Russische verbannen journalist Galina Timchenko met Pegasus heeft gehackt.
Dit is een groot probleem voor de persvrijheid: hoe kan een journalist de anonimiteit van haar informant garanderen – als politieagenten of agenten van de geheime dienst tegelijkertijd aan het lezen zijn? Niettemin is er over geen enkele andere bepaling van de EMFA zo gevochten.
Strenge regels versus grote uitzonderingen
De ideeën van de onderhandelende EU-instellingen lagen ver uit elkaar. Het Parlement wilde het gebruik van spyware alleen onder strikte voorwaarden toestaan. Het gebruik van staatstrojans mag alleen worden toegestaan als dit niet leidt tot toegang tot journalistieke bronnen of verband houdt met journalistiek werk. Er moet ook sprake zijn van een rechterlijke bevestiging.
Meer dan 80 maatschappelijke organisaties, waaronder de Chaos Computer Club, riepen op tot een volledig verbod, en enkele parlementsleden van de S&D, Groenen en Links waren ook vóór. Dit standpunt heeft echter niet de overhand gehad. “We kunnen niet ieder individu die journalistiek werk doet een blanco cheque geven in alle levensomstandigheden en situaties met betrekking tot de rechtsstaat”, aldus CDU-Kamerlid Sabine Verheyen ter rechtvaardiging.
De lidstaten hadden echter een blanco cheque van het tegenovergestelde soort in gedachten. De regeringen wilden een uitzondering op het hackverbod: de EMFA mag op dit moment de nationale veiligheid niet aantasten. Parlementariërs hebben herhaaldelijk gezegd dat vooral de Franse regering achter deze formulering staat. Deze zomer nog hebben de Franse autoriteiten journalisten ondervraagd en hun kamers en apparaten doorzocht om bij hun bronnen te komen.
Europese wet op de mediavrijheid: Geen expliciete vermelding
Het conflict bereikte een hoogtepunt op de laatste dag van het proces. Uit parlementaire kringen horen we dat de trialoog nu op de rand stond. Voor het Parlement was de uitzondering op het gebied van de nationale veiligheid een rode lijn, maar de regeringen wilden het hele EMFA onder de nationale veiligheid brengen, en niet alleen het spyware-artikel. Maar het verzet van het Parlement was het waard. Uiteindelijk stemde de regering in Parijs in met een compromis.
Het ziet er nu zo uit: De controversiële formulering over de nationale veiligheid is niet langer van toepassing. Het zal echter niet worden verwijderd zonder vervanging: in de plaats daarvan staat een algemene verwijzing naar de EU-verdragen, en het niet-bindende deel van de wet stelt vervolgens dat de EMFA artikel 4, lid 2, van het EU-verdrag respecteert. Daar wordt bepaald dat de EU de “basisfuncties van de staat, in het bijzonder […] de nationale veiligheid” respecteert.
Een duidelijk succes voor CDU-Kamerlid Verheyen: “Dit is iets dat we sowieso altijd moeten respecteren”, zei de belangrijkste parlementaire onderhandelaar tijdens een persconferentie< een ik=2>. Het is succesvol geweest in het beschermen van journalisten tegen onwettige spyware-aanvallen.
Ook Reporters Zonder Grenzen viert feest. Managing director Christian Mihr zei tegen netzpolitik.org: “Het feit dat de verwijzing naar de uitzondering voor de nationale veiligheid, die de Raad van de Europese Unie graag in de wetstekst had gezien, niet in de definitieve tekst zal worden opgenomen, is een grote schande. succes van de onderhandeling. We zijn erg blij dat, ondanks het aandringen van verschillende lidstaten, vooral Frankrijk, er geen nieuwe poorten zijn geopend om de bronbescherming te ondermijnen en vertrouwelijke communicatie te controleren.”
Wanneer mogen autoriteiten journalisten hacken?
Of het nu gaat om huiszoekingen, staatstrojans of andere surveillancemaatregelen tegen journalisten: de EMFA bepaalt nu dat staatsautoriteiten rechterlijke bevestiging nodig hebben en dat er sprake moet zijn van een “dringend openbaar belang”. Ook journalisten moeten geïnformeerd worden als ze gehackt zijn.
De verantwoordelijke EU-commissaris Věra Jourová beloofde: “Geen enkele journalist kan worden gecontroleerd omdat hij zijn werk doet, er kan geen toegang zijn tot journalistieke bronnen.” Maar niet iedereen beschouwt de bescherming als gegarandeerd.
SPD-Kamerlid Petra Kammerevert bekritiseert: “Hoewel journalistieke bronnen en vertrouwelijke communicatie worden beschermd, voorzag het parlement in zijn positie in een uitgebreide bescherming van alle journalistieke activiteiten.” Want op welk punt een telefoongesprek of chat met een journalist vertrouwelijk is, is onduidelijk. EMFA valt niet op. “Het parlement wilde ook een verbod op surveillancemaatregelen als dit zou kunnen leiden tot toegang tot journalistieke bronnen of zelfs maar simpelweg verband houdt met het werk als journalist.” Ook dat ontbrak in de uiteindelijke tekst.
Europese wet op de mediavrijheid: Ook andere EMFA-onderdelen zijn controversieel
De trialoog wordt afgesloten met overeenstemming over artikel 4 van de EMFA. Andere controversiële punten zijn al opgelost tijdens de vorige trialoogbijeenkomsten.
Dit is waar de regeling die bekend staat als “media-uitzondering” of “mediaprivilege” vandaan komt. Grote online platforms moeten nu bepaalde, voorheen erkende mediakanalen 24 uur voordat ze een bericht verwijderen, informeren en precies uitleggen waarom de inhoud in strijd is met de algemene voorwaarden van het platform. De regeling was controversieel – ook in het maatschappelijk middenveld.
Journalistenverenigingen verwelkomden het feit dat de macht van de grote platforms hier wordt beperkt. Sommige burgerrechtenorganisaties rond European Digital Rights spraken zich uit tegen een dergelijke uitzondering. De huidige regelgeving zou “de gelijkheid van meningsuiting kunnen ondermijnen, desinformatie op internet kunnen bevorderen en gemarginaliseerde groepen kunnen bedreigen”, vreest Christof Schmon van de Electronic Frontier Foundation. a>
Een ander twistpunt was het zogenaamde bestuur. Dit is de naam van de nieuwe Europese mediatoezichthouder die de vroegere coördinatiegroep van nationale mediatoezichthouders (ERGA) moet vervangen. De belangrijkste focus van de onderhandelingen hier was de onafhankelijkheid van de Europese Commissie.
In tegenstelling tot de nationale mediatoezichthouders zal het nieuw opgerichte Europese mediabestuur niet onafhankelijk en buiten de staat georganiseerd worden, bekritiseert Petra Kammerevert. “Het secretariaat moet rechtstreeks bij de Europese Commissie gevestigd zijn en het personeel zal door de Commissie worden geselecteerd. “Het zou zijn alsof in Duitsland de secretariaten van de staatsmedia-autoriteiten of de omroepraden bij de staatskanselarij zouden zijn gevestigd”, zegt Kammerevert tegen netzpolitik.org.
Sabine Verheyen van de CDU sprak deze indruk tegen en wees op het verschil tussen technisch en personeelstoezicht. “De commissie huurt uiteraard de mensen in.” Het bestuur is echter verantwoordelijk voor alle inhoudelijke vragen en moet ook geraadpleegd worden over de aanwerving.
Europese wet op de mediavrijheid: “Het eindresultaat is een succes”
Vanuit het perspectief van de CDU-parlementsleden is het huidige onderhandelingsresultaat een “zeer goed resultaat”. Haar SPD-collega Kammerevert is echter teleurgesteld. “Aan het einde van de trialoogonderhandelingen bleef er niet veel over van de goede parlementaire standpunten.” De Raad had op alle essentiële punten de overhand. Verslaggevers Zonder Grenzen verwelkomde het akkoord in een eerste reactie. “Het komt erop neer dat deze verordening een succes is voor de vrijheid van informatie van Europese burgers”, aldus algemeen directeur Mihr.
De Raad van Ministers en het EU-Parlement moeten het compromis nog formeel goedkeuren. Dit wordt als een formaliteit beschouwd. Het Parlement plant de stemming voor maart 2024.