Fouten maken we allemaal, maar ‘fout zijn’ verwijst naar een weeffout in het karakter.
Die weeffout kan cultureel bepaald zijn, en met de ‘paplepel’ zijn ingegeven. Wat dan verwijst naar een ‘volksaard’. Wat de basis vormt voor ‘rassentheorieën’ die het daglicht niet kunnen verdragen. Maar dat ‘fout zijn’ moet in voorkomende gevallen wel worden benoemd, liefst gekoppeld aan een analyse van de ontwikkeling van het individu, of een heel volk, om helder te krijgen hoe het zo is gekomen. De uitwijzing van Djokovic uit Australië voedt ‘nationalistische sentimenten’ in Servië, waar sinds de oorlog van de NAVO tegen dat land toch al weinig sympathie is voor de ‘Angelsaksische’ manier van politiek bedrijven, waar ook de EU aan ten prooi is gevallen.
In mijn krant, enthousiast pleitbezorger van de ‘Angelsaksische’ machtspolitiek, is geen begin van enige sympathie voor de wereldkampioen die geen begin van vertrouwen heeft in de ‘vaccins’, maar wel bereid was om mee te werken aan tests die moesten bepalen of hij ‘besmet’ was, en daardoor een risico vormde voor anderen, of niet. Door de bril van de redactie van mijn krant was er geen ruimte voor ‘coulance’, want ‘regels zijn regels’, en ‘Befehl wist Befehl’, en dit was een uitgelezen mogelijkheid voor de Australische overheid om te laten zien wie er de baas is. Iedereen die veel reist weet dat ‘Angelsaksische’ landen de ‘hel’ zijn bij de grens. En dat die landen steevast geleid worden door ‘morons’ die zich onderscheiden door hun verlangen om anderen te laten zien ‘wie er de baas is’. Eenmaal binnen merk je daar niets meer van, tenzij je een ‘verkeerde sheriff’ treft, of iets gedaan wilt krijgen van een overheidsinstelling. Dat is cultureel bepaald. Het zit die ‘Angelsaksische’ mens ‘in het bloed’. En voor mij is het een markant voorbeeld van ‘fout zijn’.
Belangrijk om je te realiseren, is dat die ‘foute types’ zichzelf niet kunnen helpen. En dat het ook geen universeel gegeven is, zonder uitzonderingen. Of dat andere landen in vergelijking beter zijn aan de grens, of bestuurlijk. Of dat je geen argumenten kunt verzinnen die juist pleiten voor zo’n feodale structuur, met ingehuurd voetvolk dat simpelweg ook niet na mág denken, of wetenschappelijk bewijs mee mag nemen bij het maken van een afweging. En lees deze introductie nou niet als een poging de Servische praktijk op te hemelen, want elk volk heeft wel wat waarvan je met recht kunt zeggen dat ze ‘fout zijn’, afgezet tegen het humanistische ideaal. Dat is hier mijn hele punt. Hoogste tijd om al die ‘culture-clashes’ achter ons te laten, en terug te keren naar een veel rationeler, en gelijkmatiger benadering van heikele kwesties door op inhoud naar een probleem te kijken, en open te zijn over ‘fout’ en ‘goed’ als een principieel uitgangspunt. Zelfs al weten we dat er altijd situaties zullen zijn waarop het hemd nader is dan de rok, en we soms keuzes maken die we niet aan ons geweten kunnen ‘verkopen’, of waar we later spijt van krijgen.
In die zin prijs ik de rabbijn die werd geconsulteerd over de vraag of onderzoekers, die tot de conclusie kwamen dat Arnold van den Bergh, Joodse notaris te Amsterdam, de familie Frank had verraden tijdens de oorlog, dat wel konden openbaren. De rabbijn stelde dat de waarheid belangrijker was dan enig belang. Daar is, in zijn positie, behoorlijk wat moed voor nodig. Maar voor mij is hij hier een held. Wat niet wegneemt dat ook ik hoop dat het niet leidt tot een golf van antisemitische verontwaardiging, of erger. Maar na vele decennia waarin de angst voor antisemitisme is gebruikt om ‘fout zijn’ niet slechts af te dekken, maar zelfs te ontwikkelen, staat ook die kruik op barsten, net als die ‘Angelsaksische’ feodale praktijk.
Zozeer als ik begrip heb voor de angst die van den Bergh had om zelf, met zijn gezin, afgevoerd te worden zoals de andere Joden, en ik mijzelf steeds heb afgevraagd of ik de moed zou hebben om ‘het juiste’ te doen als het spannend werd, en dan niet zou capituleren voor de macht, betekent het nog niet dat we het handelen zelf moeten proberen weg te moffelen. Waar de onderzoekers stellen dat Otto Frank, de vader van Anne die de oorlog overleefde, de identiteit van degene die het gezin verraden had wist, maar er evident geen ruchtbaarheid aan heeft gegeven, dat deed uit angst om oplaaiend antisemitisme na de oorlog niet te voeden, zoals NRC het schetst, komt mij dat als buitengewoon onwaarschijnlijk voor. Speculeren over wat hem bezielde om van den Bergh te beschermen is niet oninteressant voor wie wil achterhalen in hoeverre iemand een fout maakte, of ‘fout was’, zolang we ons maar realiseren dat het speculatie is. En dat het geen pas heeft er ‘bewijs’ in te leggen voor een gekoesterd vooroordeel tegen ‘de Joden’.
Frank heeft die informatie overigens juist wél gedeeld met tenminste één agent die in de jaren zestig onderzoek deed, want dat was de bron voor het bewijs van de schuld van van den Bergh zoals de onderzoekers dat nu presenteren. Mijn krant schrijft dat ‘Anne Frank’ groter is dan Nederland, en we mogen niet vergeten dat het is uitgegroeid tot een ‘industrie’ die ook groter werd dan Otto Frank, met vertakkingen en belangen die geen behoefte hadden aan van den Bergh als de verrader. Ik kan mij zeker voorstellen dat Otto Frank op enig moment ook voor de spiegel heeft gestaan, met de vraag op welke manier hij de nagedachtenis aan zijn dochter, en andere familieleden, en mensen die hen geholpen hadden, nou het beste diende? En het kost mij geen moeite om mij voor te stellen dat hij de nabestaanden van Arnold van den Bergh wilde beschermen, die zelf immers niet aantoonbaar ‘fout waren’. Dat uiteenlopende ‘experts‘ die deze ontwikkeling misten nu te hoop lopen om de conclusie zonder argumenten af te doen als ‘lasterlijke onzin‘, dat overtuigt mij allerminst. Sterker nog, waar Bart van den Boom werkt aan een boek over de ‘Joodse Raad‘, waar van den Bergh zo’n belangrijke rol in speelde, begrijp ik wel dat dit onderzoek hem niet goed uitkomt, maar leunen op je gezag is in dit soort situaties niet aan te bevelen, zoals ook het derde element van dit drieluik hieronder illustreert.
Ook behoorlijk ‘fout’ was de wijze waarop Rutte dacht zich te kunnen ontdoen van de jurist en kamerlid Gideon van Meijeren tijdens zijn eerste debat met de politieke zwaargewicht. Het gevolg is dat Rutte nu over de hele wereld te boek staat als een charlatan, die gekozen kamerleden tracht af te serveren met ad hominem aantijgingen. Respect mijnerzijds voor de keurige, zakelijke wijze waarop van Meijeren Rutte finaal in zijn hemd zet, op een onderwerp dat nou niet bepaald als onbetekenend kan worden weggezet. In mijn beleving is dit de overtreffende trap van de ‘functie elders’ schuiver, maar ik kwam het in de Nederlandse media niet tegen. Vermoedelijk omdat de media maar wat graag meewerkten aan die aanval op Omtzigt, die hem daadwerkelijk een ‘functie elders’ opleverde, terwijl degenen die daar op aanstuurden nu minister zijn. Want zo gaan die dingen in het door en door corrupte politieke wereldje waar politici en journalisten met elkaar ‘in bed’ liggen.
Waar het onthullen van de ware toedracht toe zou moeten leiden, is hoe kwetsbaar mensen zijn als overheden hen onder druk zetten om keuzes te maken die op gespannen voet staan met hun geweten, en/of eigen gezondheid en kwaliteit van leven. En juist omdat we die kans eerder niet hebben gekregen, omdat pijnlijke waarheden die machtige mensen niet goed uitkomen zo vaak verborgen blijven, zijn we nu ‘fout bezig’ op allerlei terreinen. Nationaal, en internationaal, samen met onze ‘Angelsaksische’ vrienden, en eigenaren van ‘agenda’s’ en ziekmakende hoeveelheden ‘poen’, dankzij hun ‘investeringen’ in ‘Big Pharma’, ‘Gain-of-Function’-onderzoek, en ‘Lockdowns’ voor de massa, naast ‘Alles Groen’, en ‘Eigen Gas Eerst’.