Nee, het is geen geheim. Europa moet fundamenteel «vernieuwd» worden en de visie van een Europese centrale staat, georganiseerd op een gelijkaardige manier als de Verenigde Staten van Amerika, moet geïmplementeerd worden. Op 15 september 2010 hebben leden van het Europees Parlement de zogenaamde “Spinelli Group” opgericht. Het is genoemd naar Altiero Spinelli (1907–1986), een historische pionier van de verenigde Europese staat naar het model van de Verenigde Staten van Amerika.
De oprichters van de “Spinelli Group” zijn onder meer de Belgische politicus Guy Verhofstadt, lid van het Europees Parlement sinds 2009, en Daniel Cohn-Bendit, een Frans-Duitse politicus uit Bündnis 90 / Die Grünen. In een interview met het Duitse weekblad “Zeit Online” op 6 juni 2017 zei Verhofstadt dat de Europese Commissie, die naar verluidt wordt aangezien voor zoiets als de EU-regering, moet worden afgeschaft. Wat nodig is, is “een kleine Europese regering bestaande uit 12 tot 15 personen”. Men moet breken met het “domme idee” dat “elk land een vertegenwoordiger zou moeten hebben in zo’n regering”. “We hebben een nieuw EU-verdrag nodig”, dit is de volgende stap en deze “verdragswijziging is voorzien in de huidige EU-wetgeving, er zijn alleen moedige mensen voor nodig om het aan te pakken”, aldus Verhofstadt.
In feite lieten Verhofstadt’s hoop voor Macron niet lang op zich wachten. In juni 2017 ontmoette Macron Merkel in Berlijn en kondigden beiden een gezamenlijke routekaart aan voor hervormingen in de EU en de eurozone. Onder bepaalde omstandigheden moet men ook bereid zijn om bestaande “contracten” te wijzigen. Op 29 augustus 2017 kondigde Macron aan dat hij na de federale verkiezingen in Duitsland nieuwe voorstellen wilde doen “om ons Europa nieuw leven in te blazen”. Op 26 september 2017 legde hij aan de Sorbonne Universiteit in Parijs uit hoe hij de toekomst van de EU voor ogen had. Zijn toespraak liet duidelijk zien hoe de implementatie van het idee van een centraal gecontroleerd Europa vooruit zou moeten gaan – de belangrijkste hoekstenen waren de volgende:
- De eurozone (d.w.z. uitsluitend de staten die de euro als munteenheid hebben) met zijn 19 landen krijgt een eigen begroting en een eigen minister van Financiën.
- Aan het begin van het volgende decennium zou er een “gezamenlijke (militaire) reactiemacht” moeten zijn, een gezamenlijk defensiebudget en een gezamenlijke doctrine voor militaire operaties in de EU. De geheime diensten zouden ook nauwer moeten samenwerken en er zou een Europese academie voor geheime diensten moeten worden overwogen.
- Er komt een “Europese asielautoriteit” om sneller te kunnen beslissen op aanvragen van vluchtelingen • Er komt een “Europees parket” om de strijd tegen het terrorisme te intensiveren.
- Voor milieubescherming heeft de EU een CO2-belasting nodig en een hervorming van de Europese handel in rechten op vervuiling door koolstofdioxide.
Kortom, de beslissingsbevoegdheden van de afzonderlijke lidstaten moeten massaal worden beperkt of overgedragen aan slechts een paar mensen in een centraal aangestuurde Europese regering – precies volgens het idee van Guy Verhofstadt.
EU-belastingen en EU-ministers van Financiën?
Een andere mijlpaal voor de implementatie van de centrale staat van de EU werd begin 2019 gelegd in de kroningshal van het stadhuis van Aken. Daar werd het nieuwe Frans-Duitse vriendschapsverdrag, een uitbreiding van het Élysée-verdrag (1963), ondertekend door bondskanselier Angela Merkel en de Franse president Emmanuel Macron. Het verdrag bepaalt dat beide staten hun samenwerking op het gebied van Europees beleid zullen intensiveren. “U zet zich in voor een effectief en sterk gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en versterkt en verdiept de economische en monetaire unie”, zegt de tekst van het verdrag. Met de mogelijke “Brexit” van het VK zou dit een fusie zijn van de twee sterkste economische krachten binnen de EU.
VERDRAG VAN AKEN: GEZAMENLIJKE WAPENUITVOER VAN DE EU
olgens Der Spiegel hebben Duitsland en Frankrijk een geheime clausule ondertekend aan de rand van het Verdrag van Aken. Het voorziet niet in verzet tegen de verkoop van gezamenlijk geproduceerde wapens, behalve om redenen van nationale veiligheid. Het gaat vooral om gezamenlijke projecten zoals de geplande gevechtstank of de nieuwe gevechtsvliegtuigen die Frankrijk en Duitsland samen willen ontwikkelen. Tot dusverre heeft Duitsland zichzelf verboden wapens aan bepaalde staten te leveren. Met deze geheime clausule kan Frankrijk bijvoorbeeld zijn export naar Saoedi-Arabië voortzetten, die de Bondsdag inmiddels heeft verboden, zodat Duitsland weer zal deelnemen aan de wapenhandel met Saoedi-Arabië. De winsten van de gezamenlijke wapenproductie moeten over de twee staten worden verdeeld.
“[…] veel van de inefficiënties die bestaan tussen de vele lidstaten in de Europese Unie en de NAVO kunnen worden overwonnen als we ook een gemeenschappelijke militaire cultuur ontwikkelen en als we onze wapensystemen beter organiseren. Ik zeg je: Duitsland staat voor een enorme taak. We willen nu gemeenschappelijke wapensystemen ontwikkelen. En in verband met het Verdrag van Aken dat we met Frankrijk hebben ondertekend, speelde natuurlijk ook het onderwerp wapenexport een rol. Als we in Europa geen gemeenschappelijke cultuur van wapenexport hebben, loopt de ontwikkeling van gemeenschappelijke wapensystemen natuurlijk ook gevaar. Dat betekent dat er niet gesproken kan worden van een Europees leger en een gemeenschappelijk wapenbeleid of bewapeningsontwikkeling,
(Bron: spiegel.de, Frans-Duitse geheime krant reguleert wapenexport nieuw, 15 februari 2019)
Vrijwel gelijktijdig aan het begin van dit jaar (februari 2019) heeft Duitsland het concept van een gemeenschappelijke begroting voor alle landen in de eurozone aangenomen, waar Macron om vroeg. Dit is bedoeld om een ”eurozonebudget” te creëren om hervormingen door te voeren in andere eurostaten om “economische verschillen te verkleinen”, bijvoorbeeld door te investeren in infrastructuur, dwz de typische geplande economie van de EU. De begroting – een toekomstig onderdeel van de EU-begroting – wordt onder meer gefinancierd uit bijdragen van de lidstaten van de eurozone. De basis hiervoor moet een juridisch bindende overeenkomst tussen deze landen zijn. De lidstaten moeten dan voorstellen indienen bij de Europese Commissie op basis van jaarlijkse “strategische richtlijnen” van de staatshoofden en regeringsleiders en de Eurogroep. Als deze werden geaccepteerd het geld moet worden uitbetaald afhankelijk van de concrete voortgang van het project. De begunstigden zouden echter nog steeds grote delen van de projecten zelf moeten medefinancieren uit nationale middelen, wat uiteindelijk niet uitmaakt, aangezien alle fondsen afkomstig zijn van de burgers van de lidstaten. Men kan alleen maar aannemen dat Duitsland zou worden gevraagd om extra te betalen voor dit eurozonebudget en projecten in de armere zuidelijke staten van de EU zou moeten financieren met zijn stortingen in de geldpot.
De Franse econoom Thomas Piketty, die zeer wordt geprezen door de Spinelli-groep, streeft naar een radicalere benadering met zijn “Manifest voor de democratisering van Europa”, gepubliceerd in 2018. Zijn voornaamste zorg is ook de «vermindering van ongelijkheden» van de Europese lidstaten en hij pleit voor de oprichting van een (verdere) Europese instelling – namelijk de «Europese Vergadering» – als oplossing. De “Europese Vergadering” zou primair verantwoordelijk moeten zijn voor het creëren van een “democratiseringsbudget”. Volgens Piketty “zal deze Europese Vergadering het recht hebben om belastingen te heffen en zo tussen te komen in de kern van de democratische, financiële en sociale grondwet van de lidstaten. […] Hierdoor ontstaat een instelling die zowel de nieuwe Europese belastingen als de begroting voor democratisering kunnen bespreken en beslissen. Zo’n Europese Vergadering kan worden opgericht zonder de bestaande Europese verdragen te wijzigen. ” Zijn manifest werd ondertekend door veel mensen uit verschillende Europese landen, maar vooral uit Frankrijk en Duitsland.
De voormalige federale minister van Financiën Wolfgang Schäuble sprak onlangs in een Bondsdag-sessie in februari 2019 vrij openlijk uit dat het nationale financiële en economische beleid meer naar het niveau van de Europese instellingen moet worden overgeheveld. Alleen als dat lukt, kan een EU-minister van Financiën worden geïntroduceerd. “Zolang je dit niet hebt, heeft een minister van Financiën alleen geen zin. Omdat het dan gewoon een symbool is dat geen competenties heeft. ” Een Europese minister van Financiën heeft een Europese begroting nodig, heeft Europese inkomsten nodig en heeft uiteraard de relevante competenties nodig.