Het onverholen antisemitisme van Thierry Baudet – Een tijdlijn van getuigenissen
De crisis bij het Forum voor Democratie gaat niet over whatsappgesprekken. Het gaat niet over ruzies over de politieke koers. Het gaat zelfs niet over de heetgebakerde, absurde citaten van de partijleider tijdens de crisissituatie van afgelopen week. De open zenuw van het Forum voor Democratie is iets anders.
We spraken met bronnen, getuigen en klokkenluiders over de trage verkruimeling van de Forumzuil, die bijna twee jaar geleden is ingezet. Die leunt niet op één anekdote, één incident of één verhitte vergadering, maar bestaat uit een totaalplaatje van een angstcultuur waarin antisemitisme welig tiert, nazi’s worden verheerlijkt, rassenongelijkheid wordt uitgelegd vanuit een blanke superioriteit en waarin deze ideeën niet worden geremd en gecorrigeerd, maar klokkenluiders wel worden ontslagen. Veel getuigen, slachtoffers en medestanders durven er niet over te spreken. Dat is het verhaal.
Alles draait om Thierry Baudet, een enerzijds heimelijke maar tegelijkertijd (zoals in dit verhaal zal blijken) zeer openlijke antisemiet die zich professioneel en politiek heeft omringd met etno-nationalistische, Derde Rijk verheerlijkende jongeren die in raszuiverheid en antizionistische complotten geloven. Thierry is hun geestelijk leider in de politiek, die zijn critici is gaan zien als verraders die zijn grootsheid ontkennen of zijn onvermijdelijke opmars in de weg staan. In zijn directe omgeving greep niemand in bij deze ontwikkeling of beten mensen zich er op stuk, maar aan de naaste buitenrand van het FvD is er wel degelijk herhaaldelijk aan de bel getrokken.
Getuigen treden noodgedwongen naar voren
In mei 2020 trok een groepje mensen uit het Umfeld van Forum voor Democratie aan de bel bij Paul Cliteur met het verzoek aan hem om Thierry Baudet aan te spreken op uitspraken die Baudet tegen enkelen van hen in de privésfeer gedaan heeft.
Onder hen zijn Arabiste Machteld Allan, politicologe Machteld Zee en enkele mensen die anoniem wensen te blijven, maar waar GeenStijl wel mee gesproken heeft en bewijsstukken van heeft ingezien. Ook de Britse publicist Douglas Murray en classicus Bas van Bommel, een oude studievriend van Baudet, behoren tot die groep. Oud-collega David Suurland sprak eveneens met GeenStijl.
Hun gebundelde ervaringen met uitspraken van Baudet zijn meermaals en door verschillende mensen met zijn promotor, vertrouweling en tot voor deze week FvD-senator Paul Cliteur gedeeld, in de hoop dat hij zou handelen om Baudet in het gareel te houden, dat het grotere belang van de partij beschermd kon worden, of simpelweg om antisemitisme de pas naar de Tweede Kamer af te snijden. Cliteur handelde niet en daarom doen al deze mensen nu hun verhaal.
Omdat het hypocriet zou zijn om afstandelijkheid te veinzen over een persoon en een partij waar ondergetekende goed bekend mee is, zullen niet alleen deze bronnen aan het woord komen, maar ook eigen feiten en ervaringen van ondergetekende aan bod worden. Dit verhaal is een collage waarvan het fotorolletje ruim anderhalf jaar in ontwikkeling is geweest, totdat de contouren van een crisis voor allen onmiskenbaar zichtbaar werden.
Dat klinkt als de Baudet die wij ook kennen. Geef de man wat drank en een trigger in de vorm van tegenspraak, en hij schiet zichzelf in de voet – om het vervolgens achteraf als een esoterische exercitie uit te leggen: de vrijheid van het debat, een beetje filosofie en een beetje uitdagen, passend bij een beweging met veel jonge mensen die opereert op het snijvlak tussen een ontgroeningsritueel en een ideologische veldtocht. Maar sinds de boreale uilenspeech geldt ook: als je niet meer met Baudet bent, ben je per definitie tegen hem.
In Amsterdamse kringen gaat sinds de verkiezingszege van Forum bij de Provinciale Statenverkiezingen een verhaal over antisemitische uitspraken en racistische theorieën die Baudet gedaan zou hebben tijdens een diner met de Britse journalist en schrijver Douglas Murray.
Ook daarover heeft de oud-promovendus contact gezocht met Cliteur. Die reageerde in een e-mail als volgt: “Ik zou echt niet weten wat ik uitgelegd zou moeten krijgen. Thierry heeft misschien met Douglas een paar flessen wijn gedronken. En wat zij toen hebben besproken en wie precies wat tegen wie heeft gezegd is niet aan mij om in te treden. Ook hele gewone privacy. Wat voor mij van belang is, is het partijprogramma van Forum voor Democratie. En de boeken die Thierry heeft geschreven.”
Cliteur vervolgt: “Zelfs als zij allerlei malligheid met elkaar hebben uitgewisseld dan is voor mij van belang waar Thierry nú voor staat. En ik heb hem net gesproken en hij heeft verklaard dat hij niets nazistisch denkt of voelt. Laat dat een geruststelling voor je zijn en hou op met dit gepieker. Bespreek het met je vrouw of iemand anders die je vertrouwt, want je bent echt aan het doordraaien.”
Douglas Murray: ‘Neem afstand van Baudet’
GeenStijl heeft met Douglas Murray gebeld. Hij wil geen uitspraken doen over details die besproken zijn in de beslotenheid van een private conversatie, maar verklaart wel dat hij zo geschokt en ontzet was door wat Baudet heeft gezegd, dat hij zijn vriendschap met hem direct verbroken heeft en absoluut niets meer met hem te maken wil hebben.
Op een conservatieve conferentie in Rome, begin dit jaar, vertelde hij aan de organisatie en aanwezige journalisten dat hij niet gekomen zou zijn als hij geweten had dat Baudet ook present was. Achter de schermen waarschuwde hij sinds dat ontspoorde diner vrienden en kennissen binnen en buiten de partij om op hun hoede te blijven: het gaat niet goed met Baudet, en dat ze afstand van hem zouden moeten nemen.
Nu we toch in Engeland zitten: ook Roger Scruton, de in januari overleden conservatieve denker die door Baudet als een vriend mentor beschouwd wordt, had voor zijn dood al afstand genomen van Baudet. Niet alleen heeft hij verklaard dat Baudet ‘zijn ideeën verkeerd uitlegt’, maar ook dat hij zijn betogen “altijd te ver doorvoert.” Daarnaast bevestigt een bron aan GeenStijl het rondzingende gerucht dat Scruton in een private conversatie verklaard heeft dat Baudet “zich gevaarlijk ontwikkelt” en dat hij “uiteindelijk veel mensen in zijn val mee zal sleuren.”
In het meest recente boek van Baudet, over de oprichting en ontwikkeling van Forum, prijkt nog wel een foto waarop Thierry met Roger Scruton en Theodore Dalrymple poseert. Henk Otten lijkt vakkundig uit de partijgeschiedenis te zijn uitgegumd. Baudet schreef een gloedvolle In Memoriam over Scruton, die zelf dus beduidend minder épris was over zijn voormalige pupil.
Paul Cliteur is over dit alles in juli van dit jaar ook benaderd door Machteld Zee, eveneens een oud-promovenda, tegen wie hij verbazing over Baudets uitspraken veinsde. Dit was nieuwe informatie, zo stelde Cliteur in het gesprek. Dat was een leugen: Zee was reeds op de hoogte van de mails en gesprekken tussen Cliteur en de eerste melder. Zee voegt toe na dit gesprek met Cliteur een ‘weekend van rouw’ te hebben ingelast, vanwege dit verraad van het vertrouwen door haar promotor en haar gevoel dat het gesprek met hem over Baudets uitspraken geen enkele indruk op hem maakte.
Diezelfde Cliteur heeft volgens een andere oud-promovendus tijdens een college wel eens gezegd dat Holocaustontkenning onder vrijheid van meningsuiting valt. Nadat enkele studenten daar tegen in gingen, verklaarde hij dat hij persoonlijk zou ingrijpen als iemand het ook daadwerkelijk met enig gewicht zou gaan praktiseren. Allan: “Zo is Cliteur. Die is soms zo liberaal dat het bijna nihilistisch wordt.” Maar daadwerkelijk ingrijpen toen hem werd verteld welke opvattingen Baudet deelt met (voormalige) vrienden en kennissen net buiten de Forumkring, dat deed Cliteur dus niet.
“Vind je dan niet dat Mark Rutte dit land aan het vernietigen is?”
Na de electorale overwinning in 2019 begon Baudet steeds vaker tegen complotdenkers aan te leunen. Van eind vorig jaar stammen de eerste serieuze verhalen over hoe extreem-conservatieve, op internet vigerende theorieën steeds opzichtiger in zijn eigen gedachtengang begonnen te sluipen. Zijn retoriek begon ook te verschuiven. Tijdens een toevallige ontmoeting op een vrijdagavond in een café in Amsterdam, vlak voor het partijcongres in Barneveld van 30 november 2019, vroeg ik Baudet waarom hij Robert Jensen als spreker op zijn congres had uitgenodigd. “Je begrijpt toch zelf ook wel dat je daarmee alleen complotdenkers bedient?”, vroeg ik hem. Zijn reactie was dat Paul Cliteur ook als spreker gepland stond, wat natuurlijk een ‘uiterst redelijke en rationele denker’ is.
Toen ik daarop antwoordde dat het programmeren van redelijke en rationele sprekers nog geen reden is om ook totale idioten op het podium te zetten, veranderde hij volledig van onderwerp: “Vind je dan niet dat Mark Rutte dit land aan het vernietigen is?”, vroeg hij. Ooit zou ik om die vraag gelachen hebben, maar nu proefde het, mede vanwege een vreemde glimlach die meer ongeduld dan amusement verried en vooral door de keus voor het woord ‘vernietigen’, als een absurde stelling. “Nee”, zei ik, “Ik denk dat Mark Rutte een heleboel fouten maakt, dat hij vaak liegt en dat hij belangrijke ideologische discussies onbehandeld laat, waardoor het etterende wonden dreigen te worden. Maar ik denk niet dat er in dit land ooit een premier gekozen is die zichzelf tot doel gesteld heeft om Nederland te vernietigen.”
Baudet nam nog een slok bier uit zijn halfvolle flesje 0.0, keek me met ongeduldige ogen heel even meewarig aan en zei toen met opgewekte stemverheffing en een hand op mijn schouder: “Ik moet gaan, het was ontzettend leuk om je weer even gesproken te hebben. Tot snel!” En weg was-ie.
Jensen zei overigens geen hele rare dingen op het partijcongres. Baudet zelf wel, in ons Coronacafé van 10 april 2020, waarin hij nogmaals benadrukte dat bepaalde partijen uit zijn op de vernietiging van Nederland.
De fatale wanhoopsdaad van Henk Otten
Sinds zijn enorme verkiezingswinst en de groeiende persoonsverheerlijking is Thierry Baudet een stuk zelfverzekerder geworden in zijn reactionaire gedrag en in zijn uitingen. Dat leidde vorig jaar zomer tot de wanhoopsdaad van Henk Otten: NRC Handelsblad bellen om de kat de bel aan te binden over de radicalisering van Baudet en anderen binnen de partij – en daarmee uiteindelijk zelf aan het kortste eind trekken.
Tegen NRC zei Otten dat de partij te veel naar rechts trekt en filosofische exercities belangrijker lijkt te vinden dan politiek beleid of het uitvoeren van het programma. Ook vond Otten dat Baudet “hun mensen” in de steek liet, en “nodeloos in de wind zet” met zijn gedrag. “Het is misschien leuk om een gewaagde uitspraak te doen, maar we zijn nu een grote partij. Hij gaat over zijn eigen woorden, maar woorden hebben consequenties. Je hebt verantwoordelijkheid voor andere mensen. Het is de vraag of je een politieke partij moet gebruiken als vehikel voor academische debatten die je zelf leuk vindt. Ik vind van niet.”
Otten, die in andere sociale kringen verkeert dan de getuigen die wij spraken, trok hiermee vanuit zijn eigen perceptie aan dezelfde bel als de mensen die in dit artikel hun verhaal doen. Hij werd verketterd door Baudet, gehaat door de leden en is met het stigma van kasgraaier en zetelrover op zijn eigen weg gezonden. Alle hoop om de radicalisering binnen de partij nog te kunnen stuiten verdampte daarmee, maar dat werd aan het oog onttrokken door de zeer publieke ruzie die de voormalige strijdmakkers met elkaar uitvochten. Een beetje zoals de implosie van Forum in de huidige chaos ook afleidt van de aanleiding.
Baudet deed in die zomer van 2019 een “onderzoek” naar Otten en liet dat via Paul Frentrop aan GeenStijl lekken, in de kennelijke veronderstelling dat wij hem zouden steunen. Het “onderzoek”, dat bestond uit een document dat door Thierry zelf (of in ieder geval op Thierry’s laptop) is geschreven en dat op geen enkele wijze legitiem, onafhankelijk of zelfs maar feitelijk onderbouwd was. Dat hebben we toen na eigen beoordeling ook zo opgeschreven, waarbij we ons tegelijkertijd verbaasden over het amateurisme maar vooral de toenemende geslotenheid van de partijtop.
Al deze vertellingen, feiten en anekdotes vormen nu tezamen een zwartbruine rand rond de partijkaders van Forum voor Democratie. Binnen dat kader, naar de buitenwereld verkocht als een stijlvorm (ironie!) of open debat (vrijheid van meningsuiting!), is de JFvD ontstaan, gegroeid en eveneens ontspoord. De beweging bracht talloze jonge, enthousiaste en maatschappelijk betrokken junior-politici voort, maar waar ironie ophield en ernst begon, ontstond ook een grijze gedoogzone voor een (heimelijk) bruinrechts gedachtengoed. Het gebied waar de Erkenbrand-anekdotes uit voortkomen, de NVU-leden op bijeenkomsten verschenen en waar de naam van Freek Jansen, vriend en vertrouweling van Thierry Baudet, steevast bij wordt genoemd.
Herhaaldelijk ontstond ophef over de uitingen van sommige JFvD’ers. Verhalen over ontspoorde debatten en discussies tijdens bijeenkomsten en kampen kwamen boven. Sommige leden vertrokken, teleurgesteld. Anderen luidden de klok – en werden zelf geïntimideerd of geroyeerd. Sommige verhalen kwamen naar buiten, waarna de partij een onderzoek aankondigde en dan bleef het alsnog stil. Niet de ontspoorde leden, maar juist de klokkenluiders waren dan achteraf wel verdwenen. Opgestapt, of gewoon geroyeerd.
Intern bleef de onvrede groeien, evenals de kritiek. Maar ook de vrees: Baudet had zeker sinds het vertrek van Otten een stevige greep op de partij en het bestuur en hij omringde zich met de meest loyale jonge ‘gelovigen’ van de JFvD, door een voormalige insider aangeduid als zijn “para’s” – paratroepen. Freek Jansen bekleedt een functie in de fractie, evenals diens eigen adjudanten, zoals Andreas Bakir. Ook Ruben Hermse, feitelijk in verband te brengen met nazistische uitingen, werd als fractiemedewerker naar het Binnenhof gehaald. Dat laatste is naar verluidt voor Theo Hiddema, die onder verkeerde voorwendselen getekend heeft voor de positie van Hermse, de druppel geweest om uit de Kamer te vertrekken.
“Ik vond mezelf FANTASTISCH”
Bij steeds meer leden en niet-leden groeiden de zorgen, evenals de vrees. Verhalen over treiterijen en intimidatie kwamen bovendrijven. Baudet begon steeds meer onderscheid te maken tussen medestanders en tegenstanders, en vertoonde daarin paranoïde gedrag. Met Annabel Nanninga had hij bijvoorbeeld nauwelijks nog contact: ze werd als een bedreiging beschouwd. Na het optreden in onze eigen kelder, op 10 april van dit jaar, verbrak hij ook alle contact met ons: we hadden ons ondanks zijn hardop uitgesproken wens niet aan hem en zijn strijd onderworpen – we verklaarden onze onafhankelijkheid en lachten hem zelfs een beetje uit. In de nacht na de eerste uitzending van wat we het Coronacafé noemden, prees hij zijn eigen optreden: “Ik heb net alles terug gezien en ik vond mezelf FANTASTISCH”, schreef hij dezelfde nacht nog in een appgroep waar GS inzage in had. Luide bijval van de groepsgenoten was zijn deel.
De volgende morgen bleek dat niet iedereen Baudet zo fantastisch vond. De coalitievorming in Brabant dreigde te klappen omdat hij tijdens zijn dramatische optreden de partijen van beoogde coalitiegenoten als “vijanden” betiteld had, die “Nederland willen vernietigen”. Er verscheen op een gegeven moment zelfs een krantenkop in het Eindhovens Dagblad met het citaat van een geïrriteerde VVD-gedeputeerde: “Ik vind het niet interessant wat Baudet in een kelder bij GeenStijl zegt.” Waarvan akte.
Een ex-lid van FvD daarentegen, Sonny Spek, stuurde de ochtend na het Coronacafe een diep zuchtend opiniestuk naar GS, dat we plaatsten omdat het treffende kritiek was. Wij moesten ook iets met dat idiote optreden van een partijleider die beschonken en te laat binnen kwam, en vervolgens ook nog onze onderwerping eiste. Het allerlaatste bericht dat ik zelf van Baudet ontving, die zaterdagmiddag, luidde: “Dat je nadat ik dit voor je doe, deze kut-uitzending, me nog even voor de bus gooit met een ingezonden stuk: een rotstreek. Echt, ik begrijp niets van je.” Zowel GeenStijl als ikzelf werden overal ontvolgd. Korte tijd later noemde hij ons “kartelstutters”.
Baudet begon zijn eigen Journaals, gevuld en omgeven door ja-knikkers, en zijn associatie met complotdenkers en aanverwanten (waaronder Robert Jensen, Willem Engel en enkele weinig intellectuele influencers) werd onmiskenbaar. Gesommeerde partijgenoten deden tegen heug en meug mee aan een programma dat reguliere media overbodig moest maken om de achterban te bereiken, maar dat vooral heel duidelijk maakte dat het juist heel goed is voor Baudet om af en toe onderbroken te worden door een vraag of een tegenwerping: als je hem ongehinderd zijn gang laat gaan, ontsporen zijn monologen regelmatig in onjuistheden en niet-feitelijke nonsens.
In één van zijn Journaals probeert hij zelfs uit te leggen dat het niet erg is om ‘fascist’ genoemd te worden, omdat die term een frame is van de Bolsjewieken uit het begin van de jaren 20. Is het dommigheid, polemisch plaagwerk, of toch een manier om het ondenkbare salonfähig te maken?
In de afgelopen weken zagen we geruchten en anekdotes steeds sneller en steeds vaker in feiten veranderen, met bronnen en bewijzen, en leerden we hoe sterk een angstcultuur verankerd was geraakt in het FvD: bronnen zijn voorzichtig, bevreesd, of botweg bang. Verhalen zongen echter steeds luider en in steeds bredere kring rond, waaronder ook de Holocaust-“bevragingen” en de antisemitische citaten, gelardeerd in anti-Joods complotdenken.
Enkele jonge ex-FvD’ers overlegden hun onderbouwingen, in beeld en geluid, en daarna begon alles te ontrafelen. De onvrede over de gang van zaken in de partij en vooral tussen ‘grote mensen’ en ‘jongerenafdeling’ leidde dit weekend tot het moment waarop één tweet van Nanninga voldoende was om talloze FvD’ers ertoe te bewegen op sociale media openlijk hun kritiek op interne zaken te uiten. In het kielzog daarvan kwamen alle anekdotes over het antisemitisme in de partijtop ook (weer) boven drijven, als de onvermijdelijke dambreuk die volgt als je een bassin van bruine drab vult achter een veel te dunne damwand.
De meltdown van Baudet, die nog steeds Freek Jansen maar niet los wil laten (zou het echt diens onvoorwaardelijke loyaliteit zijn?) en in ongecoördineerde waanzin uiteen begon te vallen, zorgde er voor dat diverse bronnen en getuigen nu alsnog naar voren stappen om licht te werpen op de duistere kern van de zaak. Niet als verraders die willen natrappen, maar vooral als teleurgestelde toeschouwers die wat een beloftevolle beweging leek tot een Griekse tragedie zagen verworden.
Het lag nooit aan een enkel dinertje met een Amerikaanse “mede-revolutionair”, aan een paar extremisten op een partijbijeenkomst of aan “ironische” discussies van onwetende pubers in (J)FvD-appgroepen. Dat zijn allemaal slechts symptomen, bijwerkingen van een onbehandelde ziekte in de partijtop, waar anti-Joodse complotten, etno-nationalistisch gedachtengoed en narcistische megalomanie een bruine tumor vormden waar een volstrekt redelijk rechts-liberaal partijprogramma aan ten onder is gegaan. En daarmee meer dan een miljoen kiezers opnieuw in rouw achterblijven, in de steek gelaten bij het politieke massagraf dat we in bidprentjes als het gedachtengoed van Pim Fortuyn omschrijven.
Inmiddels is de chaos compleet en zijn er geen woorden meer om de gekte te beschrijven, met Baudet die zich in het oog van de storm gedraagt als de geestelijk leider van een sektarische beweging die ten dode opgeschreven lijkt, worstelend met een renaissance van een tijd die nooit bestaan heeft. En in alle ontgoocheling kan hij het niet meer mooier maken dan het is. Baudet is als politicus opgegeten door zijn eigen beweging.
Persoonlijke noot: hier iets meer context over mijn eigen gedachtenontwikkeling.
In de zomer van 2015, toen GeenStijl bezig was met het verzamelen van handtekeningen voor het Oekraïnereferendum, kwam Thierry Baudet binnenstormen. Energiek, goedlachs, vastberaden: hij wilde meedoen aan ons initiatief want met een pleidooi voor een EU-referendum had hij de Tweede Kamer al eens toegesproken en, zo riep hij uit: ‘Jullie hebben een soort Mussolini nodig!’ Op dat moment lachten we hard om de ironische exclamatie van die rare snijboon.
Het GeenPeil-referendum was een springplank voor Baudet om van zijn veredelde boekenclub een politieke partij te maken. Hij polste me daarvoor in de zomer van 2016, waarop ik zei dat het een slecht plan was, GeenPeil geen politieke kleur had maar enkel om meer directe inspraak in te snel voortdenderende politieke projecten ging, en dat hij op een kansloze missie ging.
De enige die op kansloze missie ging, was ikzelf: eind 2016 besloten we ons met het directe democratische en standpuntloze GeenPeil zelf ook verkiesbaar te stellen en we faalden jammerlijk. Thierry, daarentegen, behaalde met een wervelende en humoristische campagne twee zetels. Ik was een van de eersten om hem te feliciteren en om mijn eigen ongelijk te erkennen: het was wél een goed idee geweest van hem.
Forum bouwde snel op en uit. Twee Kamerzetels, maar vooral: een gedegen partijorganisatie. Met zomer- en winterscholen, een wetenschappelijk bureau en natuurlijk de inmiddels beruchte jongerenafdeling. Ik kwam nog weleens op het Kasteel Sterkenburg voor diners tijdens die scholen, waar jongeren boeken lazen, sport bedreven en puzzeltochten (!) deden. Ergens tussen studentikoos en scouting in, met kampvuurverhalen van interessante sprekers: Douglas Murray, Theodore Dalrymple, Andreas Kinneging of de altijd aanwezige Paul Cliteur.
Zelf heb ik Baudet nooit écht extreme dingen horen zeggen. Wel veel megalomane of narcistische opmerkingen, die ik eigenlijk nooit heel serieus nam. ‘We zijn verzetsstrijders. Als iedereen hier duizend mensen werft, kunnen we de instituties bestormen en overnemen!’ oreerde hij ooit bij een diner. ‘Ah, hij wil dezelfde fouten maken als oud-links,’ mompelde mijn tafelbuurman. We zagen er vermakelijke grootsheidswaan in, temeer omdat het ‘duizend mensen’ aan het einde van de van wijn doordrenkte avond leeggesputterd was tot een beschonken gemompeld: ‘Als iedereen nou drie mensen werft… drie…’
De Statenverkiezingen van 2019. Daar ging het mis en sloeg de sfeer om. Forum werd te snel te groot en Baudet dacht dat het zijn persoonlijke verdienste was. Hij radicaliseerde. Henk Otten trok nog aan de bel, maar ook aan het kortste eind. Baudet werd écht megalomaan. Je was met hem, of tegen hem, dus om hem heen groeide een groep geharnaste getrouwen. Waarvan enkelen met gevaarlijke, antisemitische overtuigingen.
Thierry strandt nu in eenzaamheid. Want die grap over Mussolini, dat was achteraf misschien toch geen grap.
Allemaal grote lulkoek ,de groep FVD Baudet is veel te slim om dit te laten gebeuren net voor de verkiezingen ,dit is een uitgekiende opgezette val geleid door de echte ELITE ,geld is macht en Baudet is een echte bedreiging ,dus infiltreer, en zaai onenigheid ,net als bij Forthuyn, alleen die was niet te stuiten levend, de arbeider is alleen goed voor hun als hij tot pensioen werkt en daarna alleen nog goed dood, Democratie is een sprookje ,net zo,n grote leugen als de pvda, wat een lachertje, partij van de arbeid ,nog. haast grotere leugen als Rutte, een van de loopjongens van Bildeberg,alleen je ziet het ,met geld kan alles, zelfs corona