‘Derde keer, goede keer?’ Die gedachte moet vandaag door het hoofd van Hillary Clinton spoken. De first lady van Bill Clinton, oud-minister van Buitenlandse Zaken en tweevoudig presidentskandidaat zou volgens sommige bronnen haar kans schoon zien om vanaf 2025 (opnieuw) haar intrek te nemen in het Witte Huis. Ook in de media wordt de naam Clinton — klaarblijkelijk één van de weinige constanten in de Amerikaanse politiek — steeds vaker genoemd. Maar waarom?
Wishful thinking
De meest voor de hand liggende verklaring komt neer op de gelijkenissen tussen Clinton en de gemiddelde ‘media-Democraat’. Tv-kanalen als CNN en MSNBC en kranten als The New York Times en The Washington Post worden nog steeds overwegend bemand en bestuurd door Democraten die zich niet comfortabel voelen bij het radicaal-linkse gedachtegoed van senator Bernie Sanders of afgevaardigde Alexandria Ocasio-Cortez. Ze voelen zich meer verbonden met het centrumlinkse ‘Corporate Democrat’-profiel van de oude garde. En geen politieke familie vertegenwoordigt deze strekking beter of langer dan de Clintons.
Tot op zekere hoogte is de roep — of voorlopig: het gilletje — om een nieuwe Clinton-kandidatuur een kunstmatige top-downcreatie. Clintons kiespubliek is onevenredig sterk vertegenwoordigd in de kleine maar hechte cirkels die de flow of information in de Verenigde Staten controleren. Daardoor kan de indruk bestaan dat de steun voor een kandidaat groter is dan hij eigenlijk is.
Weak bench
Maar dat Clinton überhaupt in aanmerking komt voor een derde gooi naar het presidentschap heeft vooral te maken met het tekort aan politiek talent in de Democratische Partij. Een ‘weak bench’ (‘zwakke bank’), zoals men aan de overkant van de oceaan zou zeggen. Het is immers allesbehalve duidelijk wie in 2024 de vaandeldrager zal zijn voor ’s werelds oudste politieke partij.
De president zal in 2024 81 jaar oud zijn. Zijn vicepresident, Kamala Harris, is een weinig getalenteerde politica met steeds minder bondgenoten. De runner-up van 2020 (en 2016), de eerder vernoemde Sanders, is nog ouder dan Biden. Hij lijkt klaar om de radicaal-linkse mantel door te geven aan een jongere generatie. De meest aangewezen kandidaat, de eveneens reeds vermelde Ocasio-Cortez, lijkt echter te jong en onervaren om een serieuze gooi naar het presidentschap te doen.
Kweekvijver
De Amerikaanse Senaat en de ambtswoningen van de gouverneurs doen doorgaans dienst als kweekvijver van toekomstige presidenten. George W. Bush was gouverneur van Texas vooraleer hij zijn intrek nam in het Witte Huis. Barack Obama vertegenwoordigde zijn thuisstaat Illinois in de ‘upper chamber’. Zijn tegenstrever in 2008 was collega-Senator John McCain uit Arizona. Joe Biden was zesendertig jaar lang senator voor de staat Delaware. Clinton zelf was een senator uit New York vooraleer ze door Obama werd aangeduid als minister van Buitenlandse Zaken.
Vandaag zijn er vijftig Democratische senatoren en drieëntwintig Democratische gouverneurs. Drieënzeventig potentiële presidentskandidaten. Maar weinigen van hen lijken in staat een nationaal profiel te ontwikkelen en onderhouden. Iets wat absoluut noodzakelijk is voor een presidentsverkiezing. Amerikanen die in peilingen wel substantiële steun vergaren, zijn Michelle Obama, de vrouw van de voormalige president, en Stacey Abrams, de verliezer van de gouverneursrace in Georgia. Zij houdt tot op vandaag vol dat ze het slachtoffer werd van verkiezingsfraude. Dat Clinton, Obama en Abrams niet op voorhand afgeschreven kunnen worden, is niet zozeer een teken van hun electorale kracht. Het is vooral een teken van het gebrek aan populaire alternatieven.
New York
Hillary Clintons politieke carrière kan moeilijk als een onverdeeld succes bestempeld worden. Beschuldigingen van seksisme zijn nooit veraf wanneer wordt gewezen op het feit dat zij geen enkele keer op (hoofdzakelijk) eigen kracht verkozen raakte.
Na acht jaar lang aan de zijde van haar vreemdgaande man te hebben gestaan, besloot Clinton in 2000 een gooi te doen naar een senaatszetel in New York. Dat is de geadopteerde thuisstaat van de familie. Bill verliet het Witte Huis met (voor moderne tijden) torenhoge ‘approval ratings’. In de Empire State wist Clinton zonder werkelijke tegenstand de Democratische partijnominatie binnen te halen. Ze versloeg de weinig gekende Republikeinse tegenstrever, Rick Lazio, in de general election.
Een flinke dosis geluk hielp daarbij. Omwille van persoonlijke problemen en schandalen trok de Republikeinse frontrunner en burgemeester van New York City, Rudy Giuliani, zich immers terug uit de race. Peilingen toonden aan dat het in een hypothetische match-up tussen Clinton en Giuliani een nek-aan-nekrace zou worden. Lazio, haar uiteindelijke tegenstrever, bleek een minder te duchten tegenstander.
Vernedering
Wanneer gedacht wordt aan dé vernedering van de Clintondynastie wordt doorgaans de overwinning van ‘The Donald’ op Hillary aangehaald. Nochtans werd het politieke carrièrepad van Clinton reeds in 2008 ingrijpend hertekend. En wel door een man die op het eerste gezicht weinig gemeen heeft met de luidruchtige zakenman uit New York.
Tijdens de voorverkiezingen voor de Democratische partijnominatie voor het presidentschap was Clinton lange tijd de grote favoriet. Rond haar kandidatuur hing een aura van onvermijdelijkheid. Als vrouw van een geliefd oud-president was Hillary immers reeds een nationaal politiek figuur. Ze stond dan ook langer dan een jaar onafgebroken op nummer één in de peilingen.
Aura
Die aura van onvermijdelijkheid werd abrupt aan stukken geslagen door een overwinning van Barack Obama in de eerste voorverkiezing in Iowa. Clinton werd pas derde. Na een bij wijlen bittere campagne zou de voormalige first lady de partijnominatie moeten laten aan de onervaren Obama. Beide Democraten zouden hun relatie herstellen. Maar het idee in de familie Clinton dat Hillary door Obama ‘ontzegd’ werd wat haar ‘toekwam’, zou nog lang onderhuids blijven sudderen.
Na zijn overwinning viste Obama Clinton op als minister van Buitenlandse Zaken tijdens zijn eerste ambtstermijn. Dat Clinton ook ‘minister’ aan haar cv kon toevoegen, versterkte het geloof binnen de familie dat zij uitermate geschikt was voor het presidentschap. In 2016 probeerde ze het opnieuw. Dat de Clintons en het Amerikaanse kiespubliek er verschillende opvattingen op nahielden over wat iemand ‘geschikt’ maakt voor het presidentschap, behoeft geen verdere uitleg.
Clinton vs. Trump?
Dat Clinton opnieuw over de tong gaat als een geloofwaardige presidentskandidaat, is positief nieuws voor de Republikeinse Partij. Haar impopulariteit bij het ruimere Amerikaanse electoraat opent de deur naar een Trump-2016-scenario. De Grand Old Party zou zowat eender welke politicus of politica kunnen afvaardigen en toch de sleutels van het Witte Huis bemachtigen.
Om uitspraak te doen over de vraag of haar kandidatuur enige kans maakt, is het nog te vroeg. Verstandig is het om te wachten tot na de tussentijdse parlementsverkiezingen. Na november van dit jaar zullen would be-presidenten echt in gang schieten.
Maar als een Clintonkandidatuur eind ’22 of begin ’23 levensvatbaar lijkt, dan moet de meervoudige presidentskandidaat opnieuw serieus genomen worden. En dat betekent dat een rematch met oud-president Trump op tafel ligt. ‘The Donald’ lijkt immers nog steeds geïnteresseerd in een tweede ambtstermijn. Verkiezingen met dezelfde kandidaten op het stembiljet zijn trouwens niet ongezien in de VS. Het gebeurde reeds in 1800, 1828, 1840, 1900 en 1956. Maar nooit eerder zouden twee historisch impopulaire presidentskandidaten allebei opnieuw de steun van hun partij verkrijgen en dezelfde keuze voorleggen aan het Amerikaanse volk: Clinton of Trump?